Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 17-12-2009 Gemeenteblad 2009, nr. 24 | B09.001037 |
Geconsolideerde tekst van de regeling
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van het college van 3 november 2009, No. B09.001037
gezien het advies van de raadscommissie van december 2009;
vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010.
Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder: a. Algemene wet : de Algemene wet op de rijksbelastingen van 2 juli 1959(Stb.301);
b.Invorderingswet : de Invorderingswet 1990 (Stb.221); c. tabel : de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende
b. tarieventabel; d. dag : een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur; e. een week : een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen; f. een maand : een kalendermaand; g. een jaar : een kalenderjaar; h. vergunning: : een door het gemeentebestuur verleende en in de gemeentelijke
registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon
een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond mag hebben.
Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting, voor zover niet genoemd in enig andere gemeentelijke heffings- of tarievenverordening, geheven ter zake van het hebben of houden van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aangeduid op bijgevoegde situatietekeningen en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen
onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeente grond heeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen waarvoor zowel een jaar-, maand- week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Artikel 5 Belastingtijdvak 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van
het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2.In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneen-
gesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorge- daan.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor één dag verschuldigde precariobelasting
geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 8 Termijnen van betaling
1.De aanslag moet worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het
2.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precario-
2. belasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving,
2. dan wel ingeval van toezending ervan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de
2. kennisgeving. Artikel 9 Vrijstellingen De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van: 1. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare
2. dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich
2. bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de
2. Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen; 2. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of
2. beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde; 3. brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende
2. aanwijzingen voor het publiek; 4. voorwerpen die noodzakelijk voor de uitoefening van hun publieke taak, door of ten
2. behoeve van het Rijk, de provincie, de gemeente, waterschappen of zuiverings-
2. schappen worden gebezigd; 5. wegwijzers en verkeersaanduidingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond,
2. ANWB en van andere overeenkomstige instellingen; 6. voorwerpen welke uitsluitend worden gebezigd voor liefdadige of kerkelijke doeleinden
2. of ten behoeve van politieke partijen. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
D.Petrusma mr. A.B.L. de Jonge
Griffier voorzitter Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2010
Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2009
Gebiedsaanwijzing ten behoeve van de precariobelasting 2010
Op aangehechte situatie-/standplaatstekeningen wordt het gebied aangewezen waar de standplaatsen zijn gelegen.
Bijlage tekeningen van de locaties;