Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tytsjerksteradiel

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTytsjerksteradiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2012
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201201-01-2013Onbekend

12-06-2012

Actief, 20-06-2012

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2012

 

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL 2012

 

 

 

INLEIDING

Het gemeentelijk modelbesluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste één maal per jaar gewijzigd worden doordat zij trendmatig worden aangepast. Een Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders. Opname in de verordening betekent dat de verordening jaarlijks vanwege trendmatige verhogingen door de Raad moet worden vastgesteld.

 

Artikel 1. Eigen bijdrage

Lid 1.

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

 

Lid 2.

De te betalen maximale eigen bijdrage is gelijk aan de kostprijs van de voorziening.

 

Onder de kostprijs van de voorziening verstaan we de aanschafkosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief eventuele kosten voor onderhoud en verzekering, ook wel beheerkosten genoemd.

 

Voor hulpmiddelen die we in gebruik geven hanteren we met ingang van de nieuwe overeenkomst voor hulpmiddelen als kostprijs de eenheidsprijs van het kernassortiment en de daarin gehanteerde beheertarieven, ongeacht of de voorziening ook daadwerkelijk uit het kernassortiment komt. De aanbesteding is voorlopig gegund aan Harting-Bank. Deze gunning is aangevochten en we zijn in afwachting van de uitspraak. Tot de ingangsdatum van de nieuwe overeenkomst stemmen we de kostprijs af op de eenheidsprijs van het kernassortiment en de daarin gehanteerde beheertarieven zoals door Harting-Bank is geoffreerd.

 

Lid 3.

De periode waarover we een eigen bijdrage in rekening brengen is

a. 13 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs van € 30,-- tot € 250,--

b. 26 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs tot € 500,--

c. 39 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs van € 500,-- of meer

 

Lid 4.

Voor voorzieningen met een kostprijs tot € 30,-- brengen we geen eigen bijdrage in rekening.

 

Artikel 2. Tarief collectief vervoer

Het door de belanghebbende zelf te betalen tarief voor het collectief vervoer bedraagt het opstaptarief van € 0,79 vermeerderd met € 0,12 per gereisde kilometer.

 

Artikel 3. Persoonsgebonden budget

Lid 1.

Overwegende bezwaren om niet tot verstrekking van een persoongebonden budget over te gaan, zoals bedoeld in artikel 20 van de Verordening zijn:

  • a.

    Het, met feiten onderbouwde, vermoeden bestaat dat belanghebbende niet in staat is het persoonsgebonden budget te beheren;

  • b.

    Belanghebbende heeft schulden en er dreigt beslaglegging op het persoonsgebonden budget;

  • c.

    De duur van de periode van het persoonsgebonden budget is dermate kort, dat verstrekking hiervan praktisch niet uitvoerbaar is;

  • d.

    Belanghebbende heeft recht op collectief vervoer1.

 

Lid 2.

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen:

a.   voor hulp bij het huishouden: de daadwerkelijk kosten tot maximaal € 16,00 per uur;

b.   voor hulp bij het huishouden door een daartoe opgeleid persoon werkzaam voor een instelling: de daadwerkelijk kosten tot maximaal de kosten die de gemeente verschuldigd is voor huishoudelijke hulp die via de gecontracteerde aanbieders in natura wordt verstrekt.

 

Lid 3.

Een persoonsgebonden budget voor vervoer met eigen auto wordt berekend aan de hand van een kilometertarief overeenkomstig de autokosten voor een kleine midden-klasse auto zoals die door het Nibud in de Prijzengids 2011-2012 zijn vastgesteld. Afhankelijk van de situatie baseren we de meerkosten uitsluitend op de variabele kosten, of op de vaste en variabele kosten.

 

  • Kosten

    Kosten per kilometer

    Variabele kosten

    € 0,14

    Vaste en variabele kosten

    € 0,37

 

Lid 4.

Het persoonsgebonden budget met een periodiek karakter, waaronder het persoongebonden budget voor huishoudelijke hulp, wordt in het begin van ieder kwartaal uitbetaald ter hoogte van een kwart van het toegekende bedrag op jaarbasis.

 

Lid 5.

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, worden bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Voor de vaststelling van de tegenwaarde dient belanghebbende minimaal twee offertes te overleggen, waarbij de goedkoopst compenserende voorziening als uitgangspunt dient voor de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget. Voor een woonvoorziening gelden op onderdelen andere regels. Deze zijn vastgelegd in het Protocol woningaanpassing 2012.

 

Artikel 4.        Primaat verhuizing

Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt € 15.000,--.

 

 

 

 

[1] Keuzevrijheid voor een persoonsgebonden budget voor vervoer dreigt ons systeem voor collectief vervoer dermate in het gedrang te brengen dat voortzetting hiervan in gevaar komt. Wij verwachten dat bij deze keuzevrijheid een substantieel deel van de belanghebbenden gebruik zal maken van het persoonsgebonden budget. Dit maakt efficiënte inzet van het collectief vervoer op termijn niet langer mogelijk.