Organisatie | Castricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Rekenkamercommissie Castricum 2012 |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Rekenkamercommissie |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2012 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Nieuwsblad van Castricum, 28-12-2011 | Onbekend |
De raad van de gemeente Castricum;
gelezen het voorstel van de klankbordgroep Rekenkamercommissie van 30 juni en 29 september 2011;
gelet op artikel 147, eerste lid jo. artikel 81 oa, eerste lid van de Gemeentewet;
gezien het advies van de raadscarrousel van 8 december 2011;
overwegende dat de Gemeentewet voorschrijft dat een gemeente een rekenkamerfunctie dient te bezitten en dat de gemeenteraad van Castricum heeft besloten per 1 maart 2012 een rekenkamercommissie in te stellen. De Gemeentewet schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt voor uitoefening van de rekenkamerfunctie;
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;
b. college: college van burgemeester en wethouders;
d. gemeentebestuur: ieder bevoegd orgaan van de gemeente
e. doelmatigheid: de mate, waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt;
f. doeltreffendheid: de mate, waarin het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en waarin de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt;
g. rechtmatigheid: het antwoord op de vraag of gevoerd beleid voldoet aan de wettelijke kaders en regelgeving en met name die wet- en regelgeving, die betrekking heeft op de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten
Artikel 3 Samenstelling en benoeming rekenkamercommissie
4. De rekenkamercommissie wijst uit haar midden de voorzitter en diens plaatsvervanger aan. De voorzitter:
a. draagt zorg voor het bijeenroepen, het bepalen van de agenda en leiden van de vergaderingen van de rekenkamercommissie;
b. regelt van de orde tijdens de vergaderingen;
c. draagt zorg voor een adequate en tijdige informatievoorziening aan de leden en aan externen;
d. bewaakt het budget van de rekenkamercommissie;
e. bewaakt de voortgang van de onderzoeken;
f. fungeert als centraal aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken rond de rekenkamercommissie;
Artikel 5 Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap van een lid eindigt:
b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;
c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
e. indien het lid naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen:
a. wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;
b. indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet;
c. indien hij niet functioneert zoals op grond van het functieprofiel leden rekenkamercommissie Castricum (vastgesteld door de gemeenteraad van Castricum d.d. 22 december 2011) mag worden verwacht.
Artikel 6 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie
De voorzitter ontvangt een maandelijkse onkostenvergoeding van € 300 per maand, exclusief reiskosten. De overige leden ontvangen een onkostenvergoeding van € 250 per maand, exclusief reiskosten. De onkostenvergoedingen worden per 1 januari van elk jaar geïndexeerd met eenzelfde percentage als de nominale stijging van de ambtenarensalarissen.
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
De rekenkamercommissie legt jaarlijks, gelijktijdig bij de begroting als genoemd in artikel 191 lid 1 van de Gemeentewet, een onderzoeksplan met haar voorgenomen onderzoeken ter kennisneming voor aan de raad inclusief een begroting voor het daarna volgende kalenderjaar. Uiterlijk vóór 1 maart stelt de rekenkamercommissie de raad gedurende een termijn van 6 weken in de gelegenheid voor het doen van suggesties tbv onderzoeken in het kader van het onderzoeksplan.
Voor ieder onderzoek formuleert de rekenkamercommissie:
a. de afbakening van het onderzoeksterrein;
b. de formulering van de onderzoeksvraagstelling;
c. de eventuele randvoorwaarden bij de uitvoering van het onderzoek;
d. de planning van het onderzoek;
e. een gemotiveerd verslag wat met de suggesties van de raad is gedaan.
De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren van de gemeente Castricum de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op de weergave van de feitelijke bevindingen in het conceptonderzoeksrapport schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
De rekenkamercommissie stelt het college in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, zijn zienswijze te geven op de conclusies en oordelen die de rekenkamercommissie verbindt aan de bevindingen in het onderzoeksrapport, schriftelijk aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.
Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport inclusief conclusies en aanbevelingen en de reactie van het college, zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden. Met de aanbieding van het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen is het rapport openbaar geworden.
Artikel 12 Budget Rekenkamercommissie
Ten laste van het in voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
a. de vergoedingen die krachtens artikel 6 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;
c. interne onderzoekmedewerk(st)ers;
d. externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;
h. de eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in zijn vergadering van 22 december 2011,
de griffier, de voorzitter,
mr V.H. Hornstra drs A. Mans
Toelichting 1 Artikelgewijze Toelichting
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid wordt beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.
Dit artikel bepaalt dat er een gemeentelijke rekenkamercommissie is. De juridische grondslag van het besluit tot instelling van de rekenkamercommissie is artikel 81oa van de Gemeentewet. De term 'door het gemeentebestuur gevoerde beleid' wil niet zeggen dat het onderzoek alleen betrekking heeft op het college. Ook kunnen onderzoeken van de rekenkamercommissie ineffectiviteit, ongewenste neveneffecten en inefficiënties aantonen die mede het (afgeleide) gevolg zijn van beslissingen van de raad. Onderzoeken van de rekenkamercommissie kunnen zodoende (in)direct ook de raad zelf raken.
De publieke taken van de gemeente worden in bepaalde gevallen ook uitgevoerd door rechtspersonen die krachtens burgerlijk recht zijn ingesteld. Op grond van de Gemeentewet heeft een rekenkamercommissie geen bevoegdheid om bij een derde onderzoek in te stellen, tenzij dit feitelijk in de financieel- juridische relatie met deze rechtspersonen is geregeld. Voor nu wordt daarvoor niet gekozen. Allereerst, omdat het een groot aantal organisaties betreft en daarnaast wordt er vanuit gegaan dat, in voorkomende gevallen, op basis van vrijwilligheid voldoende medewerking wordt verleend.
Uit het oogpunt van onafhankelijkheid is er voor gekozen dat alleen niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. In het tweede lid is een benoemingstermijn van vier jaar genoemd met de mogelijkheid van een keer een herbenoeming voor een aansluitende periode van vier jaar.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. De vergoeding is gebaseerd op de vergoedingen die in de gemeente Heemskerk worden verstrekt aan de leden van de rekenkamercommissie.
De leden van de rekenkamercommissie stellen zelf een reglement op voor hun vergaderingen.
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Daarom is er ook voor gekozen de onderzoeksonderwerpen ter kennisneming aan de raad voor te leggen en niet ter vaststelling. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokken ambtenaren, via hun sector- of bedrijfshoofd, worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden er uit te halen en te corrigeren. Hiernaast wordt het college in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op de conclusies en oordelen van de rekenkamercommissie op het onderzoeksrapport. Tot slot biedt de rekenkamercommissie haar nota met conclusies en aanbevelingen, het onderzoeksrapport en de reactie van het college hierop aan de raad aan, waarmee het rapport openbaar wordt.
De raad kan de rekenkamercommissie verzoeken om de raad tussentijds over de voortgang teinformeren. Het is echter aan de rekenkamercommissie ter beoordeling aan dit verzoek te voldoen.
In het kader van de verantwoordingsplicht dient de rekenkamercommissie jaarlijks aan te geven wat zij heeft gedaan en welke budgetten zijn besteed.
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Gelet op haar taak is het niet gewenst dat de rekenkamercommissie voor wat haar werkbudget betreft afhankelijk is van een andere budgethouder