Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vianen

Luchtnota 2011-2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVianen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLuchtnota 2011-2016
CiteertitelLuchtnota 2011-2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met de Luchtnota 2011 - 2016 heeft Vianen een gemeentelijk luchtkwaliteitsbeleid opgesteld dat tot doel geeft aan te geven hoe de gemeente blijft werken aan de verbetering van de luchtkwaliteit voor de bescherming van de gezondheid van de inwoners.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nee

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-09-201129-09-2015Onbekend

27-09-2011

Het Kontakt, 11 oktober 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Luchtnota 2011-2016

 

 

2011-2016

Definitieve versie

Milieudienst Zuidoost-Utrecht

Juni 2011

kenmerk/VIA05.2010.T001

opgesteld door

D.van de Belt

B.Karnebeek

beoordeeld door

R.Visser

 

BESTUURLIJKE SAMENVATTING

Vianen vindt een goede luchtkwaliteit en daarmee samenhangende de gezondheid van de inwoners belangrijk. Extra aandacht gaat uit naar de gevoelige groepen voor slechte lucht, zoals kinderen, ouderen en zieken. Een slechte lucht zorgt voor een hogere ziektelast en de levensverwachting wordt verkort. Vianen vindt het daarom gewenst dat de gemeente bij de invulling van haar algemene zorg-taak voor de inwoners het thema luchtkwaliteit op beleidsniveau een plaats geeft en structureel laat meewegen bij alle beslissingen die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de in te ademen lucht.

 

De kennis van de effecten van een luchtkwaliteit neemt toe. Het wordt steeds duidelijker dat een slechte luchtkwaliteit een negatieve uitwerking heeft op de kwaliteit van de leefomgeving en op de gezondheid van de mens. Gedacht kan worden aan negatieve effecten op het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel. De Wereldgezondheidorganisatie (WGO) heeft uitgebreid onderzoek laten verrichten en veilige grenswaarden voor de gezondheid opgesteld. Deze grenswaarden zijn door de Europese Unie overgenomen in richtlijnen met wetgeving voor luchtkwaliteit, met uitzondering van de gezondheidsveilige grenswaarde voor fijn stof. Voor fijn stof is een hogere grenswaarde vastgelegd. Afgezien hiervan geeft de Wereldgezondheidsorganisatie aan dat de geadviseerde grenswaarden geen garantie zijn dat er geen gezondheidseffecten optreden, deze treden namelijk ook op beneden de grenswaarden. Daarom heeft Vianen besloten om een gemeentelijk luchtkwaliteitsbeleid op te stellen dat tot doel heeft aan te geven hoe de gemeente blijft werken aan de verbetering van de luchtkwaliteit voor de bescherming van de gezondheid van de inwoners.

 

De belangrijkste bron van stikstofdioxide en fijn stof binnen Vianen is het wegverkeer. Hierbij wordt opgemerkt dat de fractie fijn stof afkomstig van het wegverkeer ook de meest schadelijke is, vanwege de samenstelling en grootte. In Vianen is geen grootschalige industrie of luchtvaart en daarom richt Vianen zich vooral op de uitstoot van het wegverkeer en de indirecte bijdrage van bedrijven.

 

Vianen realiseert zich dat de invloed op de luchtkwaliteit beperkt is, maar zet zich actief in voor een betere luchtkwaliteit en een verminderde blootstelling van de inwoners aan een slechte luchtkwaliteit. Hiervoor zijn beleidsuitspraken opgenomen in deze luchtnota en aan deze beleidsuitspraken zijn activiteiten gekoppeld. Bij de maatregelen is onderscheidt gemaakt in bronmaatregelen, afschermende maatregelen en maatregelen bij de ontvanger.

 

De maatregelen die Vianen neemt worden uitgevoerd op generiek niveau of op projectniveau. Op generiek niveau kan worden gedacht aan maatregelen die worden uitgewerkt in het gemeentelijk ver-keersveiligheidsplan, het uitvoeren van een onderzoek naar overkapping van de Rijksweg A27 en het minimaal handhaven van 100 km per uur op de rijkswegen als bovengrens en dat onder de aandacht brengen bij Rijkswaterstaat. Op projectniveau wordt gedacht aan het juist situeren van de inlaatopening voor ventilatie bij gebouwen, het toepassen van groene afscherming en afstand houden tot aan de bron (wegverkeer).

 

Luchtvervuiling ten gevolge van verkeer is schadelijk voor de gezondheid en daarom besteed Vianen bij de ruimtelijke plannen binnen 300 meter van de rijkswegen aandacht aan de luchtkwaliteit en binnen 100 meter van de rijkswegen staat Vianen geen gevoelige bestemmingen toe. De plannen van derden beoordeeld Vianen kritisch en hierbij is de lijn geen ontwikkelingen zonder het treffen van adequate maatregelen om de gezondheid van de bewoners te waarborgen.

 

Met de luchtnota blijft Vianen zich actief inzetten voor de volgende drie doelstellingen:

 

  • 1.

    Een goede luchtkwaliteit als basis voor een gezonde leefomgeving.

  • 2.

    Het bijdragen aan een duurzame ontwikkeling.

  • 3.

    Een gemeentelijk (afwegings)kader voor de luchtkwaliteit.

 

Met het opstellen en implementeren van deze luchtnota binnen de gemeentelijke organisatie wil Vianen een bijdrage leveren aan deze drie doelstellingen.

 

INHOUDSOPGAVE

1. Verantwoording 4

  • Verantwoording 4

  • 1 Opbouw nota/leeswijzer 4

  • Doelstellingen luchtnota 5

  • Algemene uitgangspunten 6

  • 1 Gezondheid en luchtvervuiling 6

  • 2 Algemene principes ter beperking van luchtverontreiniging 6

  • 3 Samenhang beleid 7

  • 4 Beleid luchtkwaliteit Vianen tot 2010 8

  • 5 Beleidsuitspraken samenhang beleid 9

  • Huidige situatie en de Monitoring 10

  • 1 Luchtvervuilende stoffen 10

  • 2 Bronnen van stikstofdioxide en fijn stof 10

  • 3 Meting en Modellering 12

  • 4 Situatie in 2010 12

  • 5 Gewenste Situatie 13

  • 6 Beleidsuitspraken en activiteiten 14

  • Thema verkeer en vervoer 15

  • 1 Wettelijk kader 15

  • 2 Huidig Beleid 15

  • 3 Beleid gewenste situatie 16

  • 4 Mogelijkheden en instrumenten 18

  • 5 Beleidsuitspraken en activiteiten 19

  • Thema Bedrijven 20

  • 1 Wettelijk kader 20

  • 2 Ontwikkelingen 20

  • 3 Beleid gewenste situatie 20

  • 4 Mogelijkheden instrumenten 21

  • 5 Beleidsuitspraken en activiteiten 21

  • Overige thema’s 22

  • 1 Groen 22

  • 2 Houtkachels 22

  • 3 Bouwbesluit en bouwverordening 23

  • 4 Beleidsuitspraken en activiteiten 23

  • Organisatie 24

  • 1 Communicatie gemeentelijk luchtbeleid 24

  • 2 Implementatie in het Milieujaarprogramma 25

  • 3 Verankering gemeentelijke organisatie 25

  • 4 Evaluatie 26

  • 5 Financiën 27

     

    1. Verantwoording

    De luchtnota Vianen is een weergave van het gemeentelijke luchtbeleid. De luchtnota is opgesteld in samenwerking met medewerkers van de gemeentelijke afdelingen die betrokken zijn bij de uitvoering van het luchtbeleid. Om te komen tot een breed gedragen luchtbeleid is de luchtnota in samenwerking met de GGD Midden Nederland opgesteld.

     

    1.1. Opbouw nota/leeswijzer

    In hoofdstuk 2 staan de doelstellingen van de nota en de relatie van de nota ten opzichte van andere omgeving gerelateerde plannen zoals de structuurvisie en bestemmingsplannen.

     

    In hoofdstuk 3 staan algemene uitgangspunten en informatie over aspecten die bij luchtbeleid relevant zijn.

     

    In hoofdstuk 4 wordt specifiek ingegaan op monitoring van de luchtkwaliteit binnen de gemeente Vianen.

     

    In de hoofdstukken 5 tot en met 7 worden één voor één de voor de gemeente relevante luchtthema’s behandeld. Aan de hand van het wettelijke kader, de bestaande situatie, de ontwikkelingen, de mogelijke instrumenten en de gewenste situatie zijn beleidsuitspraken geformuleerd. Aan de beleidsuitspraken zijn ter concretisering activiteiten gekoppeld. Hoofdstuk 5 behandelt het wegverkeer, hoofdstuk 6 de bedrijven (inrichtingen Wet milieubeheer) en hoofdstuk 7 de overige thema’s.

     

    In hoofdstuk 8 komt het neerzetten van het luchtbeleid binnen de gemeente als organisatie en de evaluatie daarvan aan de orde en de financiële verantwoording.

     

    Een selectie van de in onderstaande tabel 1 beschreven activiteiten wordt opgenomen in het jaarlijks vast te stellen gemeentelijke milieuprogramma en/of -begroting. In een jaarlijks verslag vindt verantwoording plaats over de uitvoering van de activiteiten.

     

    2. Doelstellingen luchtnota

    Deze luchtnota is een gemeentelijke aanvulling op het speerpuntenprogramma van Vianen en de Wet luchtkwaliteit. De luchtnota is geen wettelijke verplichting, maar Vianen hecht belang aan de gezondheid van de inwoners. Daarom is in het speerpuntenprogramma voor luchtkwaliteit de volgende lange termijndoelstelling opgenomen:

     

    Het blijvend verbeteren van de luchtkwaliteit in Vianen om de inwoners te beschermen tegen de effecten van luchtverontreiniging.

     

    De luchtnota is een uitwerking van deze doelstelling. Met de luchtnota wil de gemeente een leesbare, samenhangende visie neerleggen over de wijze waarop de gemeente met haar bevoegdheden voor het aspect lucht wil omgaan. De luchtnota fungeert als leidraad bij het begin van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en andere ruimtelijke plannen, verkeersplannen, en het is een toetsingskader voor het verlenen van milieuvergunningen en bouwvergunningen. De gemeente wil ook dat het onderwerp luchtkwaliteit actief wordt betrokken bij het maken van integrale verkeerskundige en stedenbouwkundige afwegingen.

     

    De gemeente formuleert het luchtbeleid zo concreet mogelijk. De uitvoering van het beleid gebeurt via activiteiten waarvoor jaarlijks ruimte wordt gereserveerd binnen het gemeentelijke milieuprogramma en bijbehorende begroting. De luchtnota heeft een werkingsduur tot 31 december 2016 en wordt dan na een evaluatie herzien.

     

    De doelstellingen van de luchtnota:

     

    1: Een goede luchtkwaliteit als basis voor een gezonde leefomgeving

    2: Bijdragen aan een duurzame leefomgeving

    3: Een gemeentelijk (afwegings)kader voor de luchtkwaliteit.

     

    Met het opstellen en implementeren van deze luchtnota binnen de gemeentelijke organisatie wil Vianen een bijdrage leveren aan deze drie doelstellingen.

     

    3. Algemene uitgangspunten

    Luchtkwaliteit is een belangrijk onderdeel van de leef- en woonomgeving. Een slechte luchtkwaliteit is van de milieuthema’s doodoorzaak nummer 1. Het voldoen aan de wettelijke grenswaarden biedt geen garantie voor een goede gezondheid. Dit betekent dat het hanteren van aanvullend beleid door de gemeente gewenst is. Voorkomen moet worden dat bestaande gezonde gebieden minder gezond worden door allerlei ontwikkelingen. Van belang is dat er een integrale aanpak wordt toegepast en luchtkwaliteit doorwerkt in andere beleidsstukken en gemeentelijke procedures, zodat binnen Vianen een gezonde luchtkwaliteit wordt behouden dan wel verbeterd.

     

    3.1 Gezondheid en luchtvervuiling

    Luchtvervuiling heeft verschillende effecten op de gezondheid. De effecten waar het meest over bekend is, zijn die op het ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel. De bron van luchtverontreiniging is belangrijk, aangezien tot nu toe duidelijk is geworden dat vooral kleine stofdeeltjes slechter zijn voor de gezondheid dan grotere stofdeeltjes. Dat betekent dat veel van het onderzoek dat tot nu toe gedaan is zich gericht heeft op blootstelling aan verkeersgerelateerde luchtverontreiniging.

     

    In het bevolkingsonderzoek, uitgevoerd door diverse nationale en internationale organisaties, wordt onderscheid gemaakt tussen korte en lange termijneffecten. Duidelijk is geworden dat kortdurende pieken van luchtverontreiniging samenhangen met een verhoogd risico op luchtwegklachten en een tijdelijk verminderde longfunctie. Ook kortdurende pieken in sterftecijfers hangen samen met pieken in luchtverontreiniging. Naar deze kort termijn effecten is vrij veel onderzoek gedaan en daardoor weten we vrij goed dat het hier om weliswaar duidelijke maar relatief kleine gezondheidseffecten gaat. Sinds een jaar of vijftien is duidelijk dat ook langdurige blootstelling aan licht verhoogde concentraties luchtvervuiling (bijvoorbeeld het wonen aan een drukke straat) ook lange termijn effecten kan hebben op de gezondheid. Hierbij gaat het om effecten op de luchtwegen en effecten op hart en bloedvaten, en uiteindelijk ook een verhoogde sterfte. Uit wetenschappelijk onderzoek is duidelijk geworden dat kinderen die wonen op plaatsen waar de verkeersgerelateerde luchtverontreiniging groter is slechter groeiende longen hebben en vaker astma ontwikkelen. Ook hart- en vaatziekten en diabetes komen vaker voor op plaatsen waar meer verkeersgerelateerde luchtverontreiniging is. Onderzoek naar lange termijneffecten op de gezondheid is veel ingewikkelder dan onderzoek naar korte termijneffecten, daardoor is er veel minder onderzoek beschikbaar, maar wat wel duidelijk is dat de consequenties van de lange termijn effecten op de gezondheid veel groter zijn dan die van de korte termijn effecten.

     

    Andere bronnen van luchtverontreiniging (bijvoorbeeld landbouw) kunnen ook zorgen voor meer stof-vormige luchtverontreiniging, maar daarbij gaat het voornamelijk om vrij grote stofdeeltjes. Daarvan wordt aangenomen dat de ermee samenhangende gezondheidseffecten minder ernstig van aard zijn.

     

    3.2 Algemene principes ter beperking van luchtverontreiniging

    Bij maatregelen wordt onderscheid gemaakt in generieke en locatiespecifieke maatregelen. Bij locatiespeciefieke maatregelen wordt onderscheid gemaakt in bron, overdracht en effectmaatregelen.

     

    Generieke maatregelen

    Generieke maatregelen hebben vooral effect op de achtergrondconcentratie. Deze maatregelen worden op grote schaal genomen. Hierbij wordt gedacht aan het vergroenen van de leefomgeving en scherpere emissie-eisen voor wegverkeer en scheepvaart. Deze maatregelen worden vooral op nationaal en Europees niveau genomen en zijn beperkt mogelijk voor lokale en regionale overheden.

     

    Locatiespecifieke maatregelen

    Met een goede ruimtelijke ordening kan een goede omgevingskwaliteit worden bereikt. Dit kan betekenen dat voldoende afstand wordt gehouden tussen de bron van luchtverontreiniging en de ontvanger ter voorkoming van knelpunten van luchtverontreiniging. Om dan te komen tot een goede luchtkwaliteit in de leefomgeving hanteert de gemeente het in de Wet luchtkwaliteit toegepaste principe van bron-overdracht-ontvanger:

     

    • ·

      Bij het nemen van maatregelen tegen luchtverontreiniging wordt de prioriteit gelegd bij maatregelen aan de bron, zoals het toepassen van filters bij inrichtingen (roetfilters bij dieselauto’s) of opwekking van duurzame energie (zonder luchtvervuiling).

    • ·

      Als bronmaatregelen worden toegepast en dit onvoldoende effect heeft of als er redenen zijn om geen bronmaatregelen toe te passen, dan worden overdrachtsmaatregelen overwogen, zoals het plaatsen van (groene) wallen of schermen en het vergroten van de afstand of het plaatsen van een overkapping.

    • ·

      Indien zowel bron- als overdrachtsmaatregelen onvoldoende effectief blijken of als er redenen zijn om deze niet toe te passen, dan komen maatregelen bij de ontvanger in aanmerking (zoals ventilatieroosters met filters).

       

    3.3 Samenhang beleid

    Het algemene uitgangspunt van het luchtbeleid is bescherming van de gezondheid van de inwoners. De luchtnota maakt duidelijk wat de uitgangspunten zijn om de luchtkwaliteit binnen de gemeente te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Het is vooral gericht op een goede borging van luchtkwa-liteit binnen de gemeentelijke taken en procedures. Belangrijk is dat de luchtnota van Vianen ook doorwerkt in andere beleidsstukken van de gemeente Vianen. Als dit niet het geval is, dan is het risico groot dat het luchtbeleid niet wordt uitgevoerd of tegenstrijdig is met andere beleidsstukken. Hierbij wordt gedacht aan de structuurvisie, het vestigingsbeleid voor bedrijven en het verkeersveiligheidplan.

     

    3.3.1 Afbakening van de thema’s en procedures

    Binnen de gemeente Vianen wordt onderscheid gemaakt in procedures en thema’s. Thema’s gaan over een bepaald onderwerp en procedures hebben betrekking op de werk- en projectprocessen binnen de gemeente. Bij een procedure kunnen meerdere thema’s worden behandeld.

     

    Procedures

    Voor de genoemde thema’s gelden procedures. Van belang is te realiseren dat de gemeente Vianen alleen volledig verantwoordelijk is voor de procedures die een sterk lokaal belang hebben. Bij procedures van andere overheden is de gemeente Vianen belanghebbende. Op basis hiervan zijn in ieder geval de volgende gemeentelijke procedures voor de luchtnota relevant:

     

    • ·

      Vaststelling Structuurvisie van de gemeente Vianen

    • ·

      Vaststelling van bestemmingsplannen

    • ·

      Doorlopen van projecten en projectbesluiten

    • ·

      Verlenen van bouwvergunningen

    • ·

      Milieuvergunningverlening aan bedrijven

    • ·

      Vaststelling groenstructuurplan

    • ·

      Verkeersveiligheidsplan 2003

       

    Thema’s

    Voor de luchtkwaliteit zijn de volgende thema’s relevant en daarom opgenomen in de luchtnota:

    • ·

      Wegverkeer

    • ·

      Groen

    • ·

      Bouwen en binnenklimaat

    • ·

      Bedrijven

    • ·

      Kachels en stookinstallaties

    Deze thema’s worden in de hoofdstukken 5, 6 en 7 en nader toegelicht.

     

    3.3.2 Structuurvisie

    De gemeente Vianen werkt momenteel aan een nieuwe en wettelijk voorgeschreven structuurvisie in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening. Luchtkwaliteit is daar onderdeel van. De verankering van de beleidsuitspraken en activiteiten met ruimtelijke gevolgen zal voor een deel plaatsvinden in de nieuw op te stellen stuctuurvisie.

     

    Er wordt in Vianen gewerkt aan een geactualiseerde Structuurvisie Vianen die voldoet aan de eisen van de nieuwe Wro voor de periode 2010 tot 2030. Daarop voortbouwend zal een uitwerking voor Hoef en Haag op het niveau van een globaal stedenbouwkundig plan dienen plaats te vinden, als basis voor een globaal bestemmingsplan met een looptijd van 10 jaar. Zoals door de gemeenteraard is aangegeven richt deze uitwerking zich primair op de uitwerking van 750 woningen.Er wordt een verkenning uitgevoerd naar de maximaal aanvaardbare omvang, waarbij rekening wordt gehouden met de gebiedseigen en programmatische uitgangspunten. Besloten is om een vrijwillige Plan-m.e.r. procedure te doorlopen, waar luchtkwaliteit onderdeel van is. De Structuurvisie biedt het juridisch planologisch kader voor de ontwikkeling van Hoef en Haag en het doorlopen van een plan-m.e.r. procedure beoogt een zorgvuldige afweging van de milieubelangen om te komen tot een ontwerp.

     

    3.3.3 Handreiking Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling

    Om duurzaamheid te verankeren in de ruimtelijke ontwikkelingen is door de gemeente Vianen een handreiking duurzame ruimtelijke ontwikkeling opgesteld. Deze handreiking is bedoeld voor de projectleiders en de ruimtelijke ordenaars. In deze handreiking zijn het beleid, de instrumenten en de werkwijze vastgelegd om duurzaamheid te borgen in ruimtelijke plannen. Een goede luchtkwaliteit is een van de milieuthema’s die wordt meegenomen in het planproces.

     

    3.3.4 Milieubeleid binnen Vianen

    Vianen heeft geen Milieuvisie en/of Milieubeleidsplan, maar beschikt wel over sectoraal beleid en plannen. Hierbij kan worden gedacht aan het afvalbeleidsplan, de bodemkwaliteitskaart, klimaatbeleid en de integrale handhavingnota. Ook past Vianen de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer toe en stelt jaarlijks een milieujaarprogramma en milieujaarverslag op. Voor de lange termijn heeft Vianen een speerpuntenprogramma vast laten stellen door het college, waarvan het milieu onderdeel is en momenteel wordt er gewerkt aan de geluidnota voor Vianen en is er een beleidsregel hogere waarden vastgesteld.

     

    3.3.5 Samenhang en synergie klimaat

    Luchtbeleid heeft ook effecten op andere (milieu)thema’s, waaronder klimaat. Klimaatverandering wordt veroorzaakt door broeikasgassen, waaronder kooldioxide (CO2). Stikstofdioxide, fijn stof en kooldioxide komen vrij bij verbrandingsprocessen. Hierin is een zekere synergie waarneembaar, omdat minder of efficiëntere verbrandingsprocessen zorgt voor minder uitstoot van kooldioxide, stikstofdioxide en fijn stof.

     

    Het klimaat verandert wereldwijd en is het sterkst waarneembaar in gebieden met sterke seizoenswisselingen. Fijn stof in de hogere luchtlagen zorgt voor reflectie van inkomende zonnestraling, waardoor de aarde minder snel opwarmt. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het terugdringen van fijn stof op leeflaagniveau negatief bijdraagt aan het broeikaseffect, echter hierbij moet worden bedacht dat slechts een klein deel van het fijn stof op leeflaagniveau in de hogere luchtlagen terecht komt. De verandering van het klimaat mag dus geen argument zijn voor een slechte luchtkwaliteit.

     

    3.4 Beleid luchtkwaliteit Vianen tot 2010

    Sinds 2001 was het Besluit luchtkwaliteit, als implementatie van de toenmalige Europese richtlijnen van kracht. Dit Besluit was behoorlijk rechtlijnig en bood weinig flexibiliteit voor ruimtelijke ontwikkelin-gen. Het ministerie van VROM gaf aan dat alleen de blootstelling aan luchtvervuiling van belang was, echter dit stond niet vermeld in de Europese richtlijnen. De Raad van State interpreteerde de richtlijnen en het Besluit luchtkwaliteit als zijnde van toepassing voor de algemene buitenlucht, met uitzondering van de werk-plek binnen in gebouwen. Gemeenten stelden zich op het standpunt dat zij weinig konden doen aan de concentraties fijn stof, omdat er sprake was van een hoge achtergrondconcentratie. De Raad van State gaf aan dat ook lokale overheden een bijdrage konden leveren aan het terugbrengen van de concentraties fijn stof. Naar aanleiding hiervan zijn er door diverse gemeenten luchtkwaliteitplannen opgesteld en diverse gemeenten waren voornemens dit te doen. Ook Vianen heeft de noodzaak tot het opstellen van een luchtkwaliteitplan beoordeeld, echter kwam in 2007 tot de conclusie dat een luchtkwaliteitplan niet noodzakelijk was, omdat werd voldaan aan de toenmalige plandrempels.

     

    Tot en met 2008 heeft Vianen jaarlijks de rapportage luchtkwaliteit vastgesteld en beschikbaar gesteld voor de inwoners van Vianen. In 2009 heeft de gemeente Vianen luchtkwaliteitskaarten op laten stellen en laten plaatsen op het Geoloket en periodiek worden de verkeersgegevens van de monitoringstool geactualiseerd. Voor de ruimtelijke ontwikkelingen, wegaanpassingen en milieuvergunningen beperkte Vianen zich tot 2010 tot het volgen van de wettelijke verplichtingen ten aanzien van luchtkwaliteit.

     

    Vianen streeft naar een integraliteit bij alle gemeentelijke thema’s en procedures, zo ook bij luchtkwaliteit. Daarom zijn de effecten van alle grote ruimtelijke projecten gezamenlijk op de luchtkwaliteit geanalyseerd en beoordeeld. De uitkomsten hiervan zijn vastgelegd in de notitie niet in betekenende mate (nibm). Hieruit blijkt dat de effecten van alle projecten gezamenlijk niet in betekenende mate bijdragen aan de concentraties stikstofdioxide en fijn stof en er wordt voldaan aan de criteria van de cumulatieregeling, zoals vastgelegd in het Besluit niet in betekenende mate.

     

    3.5 Beleidsuitspraken samenhang beleid

    • 1.

      Vianen kiest voor een gezonde en duurzame leefomgeving en gaat daarom voor een goede luchtkwaliteit en waar redelijkerwijs mogelijk gaat Vianen voor een betere luchtkwaliteit.

    • 2.

      Luchtkwaliteit wordt, in het kader van duurzame ontwikkeling, verankerd in de structuurvisie.

    • 3.

      Vianen betrekt de luchtkwaliteit vanaf het begin van alle ruimtelijke ontwikkelingen.

    • 4.

      Vianen draagt zorg voor een actueel inzicht van de luchtkwaliteitssituatie vanwege wegverkeer en stelt de gegevens beschikbaar via het Geoloket.

     

    4. Huidige situatie en de Monitoring

    Luchtvervuiling is schadelijk voor de gezondheid. Daarom is er wetgeving opgesteld op Europees niveau voor een aantal vormen van luchtvervuiling. De concentraties luchtvervuilende stoffen worden gemeten bij circa 50 meetstations. Dit zijn minimaal de luchtvervuilende stoffen, zoals genoemd in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Deze metingen worden aangevuld met modelberekeningen.

     

    4.1 Luchtvervuilende stoffen

    Voor luchtkwaliteit zijn stikstofdioxide en fijn stof de belangrijkste vormen van luchtvervuiling. Stikstofdioxide is een irriterende stof en vooral in zeer hoge concentraties schadelijk (van 200 microgram per m3). De stof stikstofdioxide is een belangrijke indicator voor verkeersgerelateerde luchtvervuiling die veelal schadelijk is voor de gezondheid.

     

    Fijn stof is een belangrijke indicator voor de gezondheidseffecten. Fijn stof wordt onderverdeeld in deeltjes van 0,1 tot 10 micrometer (PM10), deeltjes van 0,1 tot 2,5 micrometer (PM2,5) en deeltjes tot 0,1 (PM0,1). De kleinere deeltjes zijn schadelijker omdat deze dieper doordringen in het adem-halingssysteem (zie figuur 1). Deze deeltjes veelal afkomstig van verbrandingsprocessen. De belangrijkste bestandsdelen van fijn stof zijn:

     

    • ·

      Anorganische secundaire bestanddelen (SO4, NO3 en NH4-)

    • ·

      Koolstof (elementair koolstof (PAK) en organische verbindingen)

    • ·

      Zeezout (NaCl, Mg, Ca en K)

    • ·

      Oxiden van metalen en silicium (Al, Fe, K en Ca)

    • ·

      Chemisch gebonden water

       

    Figuur 1inhalatie fijn stof

     

    Bij fijn stof wordt nog onderscheid gemaakt in een primaire bijdrage en secundaire bijdrage. De primaire bijdrage is de bijdrage die rechtstreeks afkomstig is van de diverse bronnen. De secundaire bijdrage ontstaat in de atmosfeer door reacties tussen stoffen, zoals zwaveldioxide, stikstofdioxide en ammoniak. Deze ontstane deeltjes verplaatsen zich in de atmosfeer over afstanden tot 300 kilometer en dalen vervolgens naar leeflaagniveau en dragen zo bij aan de achtergrondconcentratie. Deze bijdrage is tot 2010 veelal onderschat, wat tot gevolg had dat de natuurlijke secundaire bijdrage (ongemodelleerde bijdrage) te hoog werd ingeschat.

     

    De Wereldgezondheidorganisatie (WGO) heeft uitgebreide onderzoeken beschikbaar van diverse wetenschappers. In deze onderzoeken zijn de effecten naar de schadelijkheid van luchtvervuilende stoffen voor de gezondheid uitgebreid beschreven. Op basis van de onderzochte gezondheidseffec-ten heeft de WGO richtwaarden en grenswaarden opgesteld. Zo komt de WGO tot een veilige grenswaarde van 40 microgram per m3 voor stikstofdioxide en 20 microgram per m3 voor fijn stof. Van deze grenswaarde voor fijn stof is door de Europese Unie afgeweken, omdat de concentraties in de Europese landen dermate hoog waren dat deze grenswaarde niet haalbaar was. De in de Europese Unie gehanteerde grenswaarde voor fijn stof is dus geen veilige gezondheidskundige waarde.

     

    4.2 Bronnen van stikstofdioxide en fijn stof

    De bronnen van stikstofdioxide en fijn stof zijn divers en verschillen per regio. Om enigszins inzicht te geven in de bijdrage van de diverse bronnen aan de concentraties stikstofdioxide en fijn stof zijn is in tabel 2 concentratiebijdrage weergegeven voor een aantal meetpunten in de provincie Utrecht.

     

    Tabel 1 bronnen van stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10) en fijner stof (PM2,5)

    Omschrijving bron

    Stikstofdioxide (NO2)

    Fijn stof (PM10)

    Fijn stof (PM2,5)

    μg/m3

    %

    μg/m3

    %

    μg/m3

    %

    Industrie

    0,6

    2,25%

    0,6

    2,34%

    0,3

    1,60%

    Raffinaderijen

    0,1

    0,37%

    0,1

    0,39%

    0,1

    0,53%

    Energiesector

    0,3

    1,12%

    0,1

    0,39%

    0,1

    0,53%

    Afvalverwerking

    0,1

    0,37%

    0,1

    0,39%

    0,1

    0,53%

    Wegverkeer

    12,8

    47,94%

    2,7

    10,55%

    2,3

    12,30%

    Overig verkeer

    4,0

    14,98%

    0,7

    2,73%

    0,7

    3,74%

    Landbouw

    0,3

    1,12%

    1,1

    4,30%

    1,0

    5,35%

    Huishoudens

    1,1

    4,12%

    0,9

    3,52%

    0,9

    4,81%

    HDO en bouw

    1,1

    4,12%

    0,3

    1,17%

    0,2

    1,07%

    Internationale scheepvaart

    1,3

    4,87%

    0,7

    2,73%

    0,6

    3,21%

    Buitenland

    5,0

    18,73%

    5,8

    22,66%

    5,0

    26,74%

    Zeezout

     

     

    2,0

    7,81%

    0,5

    2,67%

    Bodemstof en overig

     

     

    3,5

    13,67%

    2,9

    15,51%

    Secundaire bijdrage (SO2, NO2 en NH4)

     

     

    7,0

    27,34%

    4,0

    21,39%

    Totaal concentratie

    26,7

    100,00%

    25,6

    100,00%

    18,7

    100,00%

     

    Stikstofdioxide komt vrij bij verbrandingsprocessen en is dus voor 99% afkomstig van menselijk han-delen. Het verkeer levert de grootste bijdrage aan de concentraties stikstofdioxide. Het fijnere stof komt vooral vrij bij verbrandingsprocessen, de wat grotere deeltjes zijn voor een groot deel afkomstig van natuurlijke bronnen.

     

    Achtergrondconcentraties

    Zeer bepalend voor de luchtkwaliteit in Vianen is de achtergrondconcentratie. In figuur 2 is de nationale opbouw van de achtergrondconcentratie weergegeven. De achtergrondconcentratie is de aanwezige concentratie, zonder de aanwezigheid van bronnen, zoals wegen en inrichtingen. Uit figuur 2 valt af te leiden dat de achtergrondconcentratie wordt bepaald door de nationale bijdrage en de Europese bijdrage. Overigens transporteert Nederland meer luchtvervuiling over de landsgrenzen dan wordt ontvangen van landen als Duitsland en België en is daarmee een netto exporteur van vooral fijn stof. Voor fijn stof komt daar een onbekende bijdrage bovenop. Dit is de ongemodelleerde bijdrage aan de concentraties fijn stof, waarvan een slechts een deel van natuurlijke afkomst is, zoals zeezout, bodemstof en deeltjes van stuifmeel, bacteriën en virussen.

     

    Ook is sprake van een stedelijke achtergrondconcen-tratie. Binnen Vianen zelf is de stedelijke bijdrage gering, maar Vianen heeft wel te maken met een verhoogde concentratie ten gevolge van de rijkswegen en de stedelijke bijdrage van de stad Utrecht.

     

    Figuur 2 opbouw van concentraties NO2 en PM10

     

    Uit de figuur 2 is af te leiden dat het aandeel van Vianen van de totale concentratie gering is. De concentratiepieken treden vooral op bij hoofdwegen-structuur. De directe invloed van Vianen beperkt zich tot de stedelijke achtergrond en de specifieke bronnen, zoals wegverkeer, maar dat ontslaat Vianen niet van het nemen van de verantwoordelijkheid voor bijdrage. Daarbij komt dat vooral de weggerelateerde bijdrage op korte afstand van de weg schadelijk is voor de volksgezondheid.

     

    4.3 Meting en Modellering

    Om inzicht te krijgen in de luchtkwaliteit worden metingen verricht. Deze metingen worden op nationaal niveau (http://www.lml.rivm.nl) uitgevoerd door het RIVM. Het hiervoor ingezette landelijk meetnet luchtkwaliteit bestaat momenteel uit circa 50 meetstations verdeeld over Nederland. Hierbij is onderscheid gemaakt in regionale stations en straatstations. Daarnaast iser een aantal regio’s met een eigen meetnetwerk, zoals de DCMR en de GGD Amsterdam. De meetstations meten dagelijks de concentraties luchtvervuiling en hieruit komen jaargemiddelde concentraties luchtvervuiling (waaronder stikstofdioxide, ozon, fijn stof en zwaveldioxide) voort.

     

    Om meer differentiatie aan te brengen en de herkomst te bepalen wordt gebruik gemaakt van de nationale emissieregistratie. De nationale emissieregistratie bevat alle grote bronnen binnen Nederland. Hierbij valt te denken aan drukke (snel)wegen, scheepvaartroutes, inrichtingen en vliegtuigvelden. Voor kleinere bronnen zijn aannames gemaakt aan de hand van de bevolkingsdichtheid in het gebied.

     

    Continue uitvoeren van metingen is niet altijd mogelijk en zeker niet bij iedere weg, omdat meetsta-tions kostbaar zijn in aanschaf en bemonstering. Voor toekomstige situaties is het onmogelijk om via metingen de concentraties luchtvervuiling te bepalen. Om toch inzicht te hebben in de concentraties luchtvervuiling wordt in Nederland gemodelleerd met rekenmodellen. Hierbij valt te denken aan modellen als CARII, NNM, ISL2 en GeoMilieu. Bij deze rekenmodellen wordt onderscheid gemaakt in vrijliggende wegen, wegen met bebouwing kort op de weg en bedrijven. Voor de emissies van voertuigen worden gewogen emissiegetallen gehanteerd afkomstig van TNO en beschikbaar worden gesteld door het Milieu en Natuurplanbureau (MNP). De rekenmodellen berekenen de concentraties luchtvervuiling nabij de wegen, waarna het mogelijk is om te toetsen aan het juridische kader en een uitspraak te kunnen doen over de mogelijke gezondheidseffecten.

     

    Voor het uitvoeren van luchtberekeningen schakelt de Vianen de Milieudienst Zuidoost-Utrecht in. De Milieudienst Zuidoost-Utrecht voert berekeningen uit met het rekenprogramma GeoMilieu van softwareontwikkelaar DGMR. In dit programma is de rekenmodule STACKS+ van KEMA opgenomen. Dit rekenmodel houdt rekening met het feit dat gedurende de dag de emissies, meteorologie en achtergrondconcentraties variëren, door berekeningen op een uur-tot-uur basis uit te voeren.

     

    Modellering is echter een benadering van de werkelijkheid en kan dus afwijken. Het is zo dat de concentraties luchtvervuiling van dag tot dag behoorlijk kunnen verschillen en dat de meteorologie een belangrijke invloed heeft op de concentraties. Zo zijn de concentraties hoog bij hoge temperaturen en zuidoostelijke wind en/of weinig wind en zijn de concentraties laag bij regenachtig weer en westelijke wind. Dit hangt sterk samen met de stabiliteit van de atmosfeer. Ook metingen kunnen afwijken van de werkelijkheid en dan vooral bij fijn stof, omdat de meettechnieken complex zijn.

     

    4.4 Situatie in 2010

    Voor de luchtkwaliteit zijn twee stoffen van belang, namelijk stikstofdioxide en fijn stof. De Milieudienst Zuidoost-Utrecht heeft voor Vianen luchtkwaliteits-kaarten opgesteld voor 2010, 2015 en 2020. De luchtkwaliteitskaarten voor stikstofdioxide en fijn stof zijn weergegven in figuur 3 en 4. In deze lucht-kwaliteitskaarten is de achtergrondconcentratie weergegeven en de bijdrage van de wegen met meer dan 1.000 voertuigen per etmaal.

     

    Figuur 3: Totale concentraties stikstofdioxide 2010

     

    In 2009 heeft de Milieudienst Zuidoost-Utrecht in samenwerking met het ministerie van VROM, TNO en het Planbureau voor de Leefomgeving een inventarisatie uitgevoerd naar bedrijven met rele-vante emissies naar de lucht. Doel hiervan was om de heersende achtergrondconcentratie nauwkeu-riger te kunnen bepalen. Hierbij is vooral gefocust op de directe uitstoot van stikstofdioxide en fijn stof naar de lucht ten gevolge van het bedrijfsproces. Gedacht kan worden aan bedrijven in de categorie puinbrekers, afvalverwerkers, op- en overslag van bulkgoederen, intensieve veehouderij en metaal-verwerkingsbedrijven. De uitkomst uit dit project was dat er binnen Vianen geen bedrijven aanwezig waren met dit typebedrijfsprocessen of dat de omvang van deze bedrijven te gering was om mee te nemen in de bepaling van de bijdrage aan de achtergrondconcentraties. Bedrijven zijn daarom niet opgenomen in de luchtkwaliteitskaarten. Indien er grote bedrijven, zoals intensieve veehouderijen, worden gerealiseerd binnen de gemeentegrenzen van Vianen of kort daarbuiten, dan worden deze opgenomen in de luchtkwaliteitskaarten.

     

    Figuur 4: Totale concentraties fijn stof 2010

     

    Binnen de gemeente zijn twee vaarwegen aanwezig. De rivier de Lek begrenst het noordelijk grondgebied van de gemeente. Het Merwedekanaal stroomt door de kom van Vianen naar het zuidwesten in richting van de gemeenten Lexmond en Zederik. Rijkswaterstaat beheert de Lek en Provincie Zuid-Holland het Merwedekanaal. De aanwezige scheepvaart heeft een significant negatieve invloed op de concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Binnenvaart stoot vooral veel stikstofdioxide uit en de zeescheepvaart stoot vooral veel fijn stof uit. De bijdrage van de scheepvaart is opgenomen in de achtergrondconcentraties. Op korte afstand van deze watergangen kunnen de concentraties fijn stof verhoogd zijn, echter het rekenmodel GeoMilieu kan deze bijdrage niet direct berekenen en daarom zijn deze bronnen niet opgenomen in de luchtkwaliteitskaarten. Vanwege de effecten van scheepvaart op de luchtkwaliteit zal Vianen deze meenemen binnen de planontwikkeling binnen de gemeente.

     

    De bijdrage van de overige bronnen, zoals houtkachels van consumenten en luchtvaart is, is niet afzonderlijk opgenomen in de luchtkwaliteitskaarten, omdat de directe bijdrage op leeflaagniveau gering is. De bijdrage van deze bronnen is al meegenomen in de achtergrondconcentratie.

     

    Uit deze luchtkwaliteitskaarten blijkt dat binnen Vianen de concentraties stikstofdioxide en fijn stof hoog zijn nabij de snelwegen A27 en de A2. De luchtkwaliteit is hier niet optimaal voor langdurig verblijf. Algemeen geldt dat langdurig verblijf bij drukke wegen slecht is voor de gezondheid.

     

    4.5 Gewenste Situatie

     

    Vianen hecht er waarde aan de inwoners goed en volledig te informeren over de luchtkwaliteit. Daarom wil Vianen een betrouwbaar en volledig beeld hebben van de bronnen van luchtvervuiling binnen de gemeentegrenzen en de effecten daarvan op de luchtkwaliteit. Vianen actualiseert daarom integraal eens in de twee jaar de luchtkwaliteitseisen. Daarom worden de luchtkwaliteitskaarten eens in de twee jaar geactualiseerd en worden deze beschikbaar gesteld via de website van de gemeente Vianen en het Geoloket van de Milieudienst zuidoost-Utrecht.

     

    Vianen realiseert zich dat berekeningen en rekenmodellen een benadering zijn van de werkelijkheid. Vianen hecht waarde aan een meetstation binnen de gemeentegrenzen, maar realiseert zich dat ede kosten hiervan hoog zijn. Vianen zal daarom informeren bij het RIVM en hogere overheden of het mogelijk is dat het RIVM een meetpunt in Vianen plaatst binnen

     

    Voor de berekeningen wordt in Nederland gebruik gemaakt van de aftrek van natuurlijke stoffen die niet schadelijk zouden zijn voor de gezondheid. In de diverse wetenschappelijke onderzoeken die beschikbaar zijn bij de WGO is de aftrek van natuurlijke stoffen niet toegepast. Er kan dus niet vanuit worden gegaan dat dit zonder meer onschadelijk is. Vianen kiest daarom voor een zorgvuldige bepaling van de concentraties fijn stof en de gezondheidseffecten en neemt daarom ook de natuurlijke stoffen mee in de berekening.

     

    4.6 Beleidsuitspraken en activiteiten

     

    Om het beleid ten aanzien van de monitoring van de luchtkwaliteit nader te concretiseren zijn er door Vianen een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Deze zijn hieronder weergegeven.

     

    Beleidsuitspraken monitoring:

     

    • 5.

      Vianen wil een actueel en volledig inzicht in de concentraties stikstofdioxide en fijn stof

    • 6.

      Vianen neemt de gevolgen van de scheepvaart op de luchtkwaliteit mee in de planontwikkeling.

     

    5. Thema verkeer en vervoer

     

    Het wegverkeer is in Vianen de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Vooral de grote verkeersaders, zoals de A27 en de A2 en de scheepvaart op het Merwedekanaal en de Lek beïnvloeden de luchtkwa-liteit negatief. Op deze bronnen kan Vianen geen directe invloed uitoefenen, maar zal in het belang van de inwoners inzetten op aanvullende maatregelen, zoals schermen of een overkapping, ter verbetering van de luchtkwaliteit bij de wegbeheerders.

     

    Voor het gemeentelijk wegennet heeft Vianen een verkeersveiligheidsplan opgesteld. Bij het opstellen van het verkeersveiligheidsplan is luchtkwaliteit niet meegenomen als randvoorwaarde. Het verkeers-veiligheidsplan is vooral gericht op veiligheid en doorstroming. Maatregelen gericht op een betere doorstroming van het verkeer en het verminderen van de mobiliteit dragen positief bij aan de luchtkwaliteit. Als aanvullende maatregelen voor de leefbaarheid zijn wel de diverse doseerinstallaties in de spitsen operationeel om het sluipverkeer te ontmoedigen.

     

    Bij de herziening van het verkeersveiligheidsplan wordt luchtkwaliteit als een van de randvoorwaarden meegenomen en daarom worden maatregelen die positief zijn voor de mobiliteit binnen Vianen, maar slecht zijn voor de luchtkwaliteit kritisch beschouwd. Maatregelen die positief zijn voor luchtkwaliteit, zoals een goede fietsinfrastructuur en openbaar vervoer, worden gestimuleerd.

     

    5.1 Wettelijk kader

     

    Tussen de luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening is een koppeling gelegd. Zo dienen ruimtelijke plannen te worden getoetst aan de in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarden.

     

    Wet luchtkwaliteit

    Voor deze ontwikkeling is de Wet luchtkwaliteit (hoofdstuk 5 Wet milieubeheer) van toepassing. Deze Wet is onder meer verder uitgewerkt in het “Besluit en de Regeling niet in betekenende mate”. Zo is de bouw van 1.500 woningen vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden voor stikstofdioxide (40 microgram per m3) en fijn stof (31,3 microgram per m3).

     

    Besluit gevoelige bestemmingen

    Op basis van dit Besluit mogen er geen gevoelige functies voor kinderen, ouderen en zieken op minder dan 50 meter van provinciale wegen en 300 van rijkswegen worden gerealiseerd, indien de grenswaarden worden overschreden.

     

    Wet ruimtelijke ordening

    Naast bovenstaande dient de luchtkwaliteit vanuit het beginsel van een goede ruimtelijke ordening geschikt te zijn voor de beoogde functie. Om tot een goede en duurzame ruimtelijke ordening te komen moeten alle ruimtelijk relevante aspecten en belangen worden afgewogen, waaronder de aspecten luchtkwaliteit en de gezondheid van de inwoners.

     

    5.2 Huidig Beleid

     

    Europees/Rijksbeleid

    Het Europese en het daarmee samenhangende Rijksbeleid is erop gericht om de luchtverontreiniging bij de bron zoveel mogelijk tegen te gaan. Hierbij kan worden gedacht aan voorgeschreven maatre-gelen voor producenten van voertuigen en schepen om motoren te ontwikkelen die schoner zijn. Ook wordt ingezet op alternatieve energiebronnen bij het wegverkeer zoals elektriciteit (elektrische auto’s), aardgas, biobrandstoffen en brandstofcellen op basis van waterstof. Het Rijk werkt aan programma’s om schonere elektriciteit te produceren dan wel schone elektriciteit te importeren. Daarbij kan worden gedacht aan kernenergie, wind en zonne-energieopwekking en geothermische energie (aardwarmte).

     

    Provinciaal beleid en Bestuur Regio Utrecht

    De provincie Utrecht is vooral faciliterend bij het verbeteren van de luchtkwaliteit. Zo stelt de provincie gelden beschikbaar voor regionale of lokale initiatieven zoals groengas vulstations en campagnes gericht op meer fietsgebruik. Daarnaast houdt de provincie rekening met de luchtkwaliteit bij de aanbesteding van het openbaar vervoer. Dit is geregeld via het Bestuur Regio Utrecht (BRU). Tot slot is de provincie de trekker van het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Utrecht (RSLU). Het RSLU is onderdeel van het zogenaamde nationale samenwerkingsverband luchtkwaliteit.

     

    De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) wil graag dat de 'Blue Ports', binnenhavens en logistieke knooppunten langs de vaarwegen worden ontwikkeld. De laad- en loshaven van Vianen maakt daar ook onderdeel van uit. Als de plannen van NVB concreter worden zal mogelijk de laad- en loshaven intensiever worden gebruikt, mits dat past binnen de voorschriften in de Wet milieubeer en de geluidszone van het bedrijventerrein en de wensen van de Raad ten aanzien van woningbouw, zoals vastgelegd in de structuurvisie.

     

    5.3 Beleid gewenste situatie

    In het algemeen geldt bij milieu dat wordt gestreefd naar behoud van de bestaande situatie, ook wel het stand-still beginsel genoemd. Dit is echter niet altijd mogelijk en de praktijk is vaak dat de grenswaarden maximaal worden opgevuld, zo ook bij luchtkwaliteit.

     

    Omgang met wetgeving luchtkwaliteit

    Voor toetsing aan de grenswaarden van de Wet luchtkwaliteit dient de bijdrage aan de concentraties stikstofdioxide en fijn stof volgens het Besluit niet in betekenende mate minimaal 1,2 microgram per m3 te bedragen. De Regeling niet in betekende mate gaat ervan uit dat de realisatie van 1.500 woningen, ofwel 7.500 verkeersbewegingen (uitgaande van 5 verkeersbewegingen per woning), niet meer dan 1,2 microgram per m3 bedraagt. Dit garandeert echter niet dat de bewoners van Vianen worden blootgesteld aan een gezonde lucht. Daarom beoordeelt Vianen bij ieder ruimtelijke ontwikkeling of de luchtkwaliteit geschikt is voor de beoogde ontwikkeling.

     

    Te beschermen objecten en inwoners

    Naast afbakening van thema’s en procedures is het belangrijk om te bepalen welke objecten binnen het luchtbeleid moeten worden beschermd. Bepaalde groepen mensen zijn gevoeliger voor luchtvervuiling, zoals ouderen, kinderen en zieken. Ouderen en zieken zijn gevoeliger, omdat zij zwakker zijn. Vooral personen met astma en bronchitis worden beperkt in hun mogelijkheden. Voor kinderen is luchtvervuiling van vooral verbrandingsprocessen schadelijk, omdat zij zich in de groeifase bevinden. Van belang bij kinderen is dat vooral de ontwikkeling van de longen door luchtvervuiling wordt belemmerd. De gebouwen waar deze Deze groepen worden beschermd als zij zich in een gebouw met een gevoelige bestemming bevinden. Vianen verstaat hieronder de volgende voorzieningen:

     

    • ·

      Scholen voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs;

    • ·

      Voorzieningen voor kinderen, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, creches en peuterspeelzalen;

    • ·

      Voorzieningen voor langdurige zorg, uitgezonderd ziekenhuizen;

    • ·

      Voorzieningen voor ouderen, zoals bejaarden-, verzorgings- en verpleegtehuizen.

    • ·

      Woningen in zijn algemeenheid, omdat hier kinderen en ouderen langere tijd verblijven.

       

    Bouwontwikkelingen nabij wegen

    Om de inwoners van Vianen beter te beschermen en om te komen tot een goede en duurzame ruimtelijke ordening, betrekt de gemeente Vianen het aspect luchtkwaliteit in de fase van het formuleren van de startnotitie en de nota van uitgangspunten voor de ruimtelijke planontwikkeling. Bij de ontwikkeling van een bestemming worden de luchtkwaliteit onderzocht en de maatregelen die kunnen worden getroffen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Doel hiervan is om tijdig te anticiperen op luchtkwaliteit en de inwoners aan zo laag mogelijke concentraties luchtvervuiling bloot te stellen.

    Bij het hoofdwegennet is de leefkwaliteit vanwege een slechtere luchtkwaliteit beduidend minder dan in een groene woonwijk. Langdurig verblijf in woningen en verblijfsgebouwen op korte afstand van het hoofdwegennet is daarom onaangenaam en schadelijk voor de gezondheid. Zo blijkt uit onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) dat concentraties fijn stof vanaf 10 microgram (PM10) per m3 schadelijk zijn voor de gezondheid. De kleinere fractie fijn stof tot 2,5 microgram (PM2,5) per m3 is nog schadelijker. De WGO geeft aan dat deze fractie een factor twee schadelijker is, wat betekent dat concentraties vanaf 5 microgram per m3 al schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid. De verkeersgerelateerde uitstoot bestaat vooral uit PM2,5.

     

    Vianen legt de focus op de bijdrage van de rijkswegen A27 en A2 en stelt daarom dat binnen 100 meter geen gevoelige bestemmingen mogen worden gerealiseerd. Voor de ontwikkeling van gevoelige bestemmingen binnen 300 meter van de rijkswegen en binnen 50 meter van drukke wegen (meer dan 5.000 voertuigen per etmaal) geldt dat dient te worden aangetoond dat er sprake is van een acceptabele luchtkwaliteit door maatregelen of dat er andere zwaarwegende belangen zijn.

     

    Scheepvaart

    De watergangen de Lek en het Merwedekanaal worden gebruikt voor de beroepsvaart en de pleziervaart. Dit heeft een negatief effect op de concentraties stikstofdioxide en fijn stof, echter de gemeente Vianen kan geen directe invloed uitoefenen op deze uitstoot.

     

    Figuur 5: scheepvaart in Merwedekanaal

     

    Figuur 6: losplaats aan de Stuartweg

     

    Ook zijn er binnen Vianen een aantal laad- en loswalen aanwezig. De provincie heeft bij de ligplaatsen aan de Jan Blankenweg, het Sluiseiland en de Havenweg walstroomkasten geplaatst. Binnenvaartschepen die hier afmeren kunnen gebruikmaken van walstroom als ze elektriciteit nodig hebben. De schepen hoeven op deze manier niet langer hun dieselgeneratoren te laten draaien. Vanaf 2011 is dat zelfs verboden. Voor omwonenden betekent dat schonere lucht en minder geluidsoverlast. Met het aanbieden van deze en andere voorzieningen voor binnenvaartschepen wil de provincie onder meer het goederenvervoer over water stimuleren.

     

    Scheepvaart heeft een negatief effect op de luchtkwaliteit. Op grond van een goede ruimtelijke ordening en de Algemene Wet bestuursrecht moet het bevoegd gezag bij haar besluitvorming alle relevante feiten verzamelen. De effecten op de luchtkwaliteit ten gevolge van de scheepvaart zijn hier onderdeel van en daarom neemt Vianen deze mee in de integrale belangenafweging.

     

    Vianen neemt deze effecten kwalitatief mee, omdat er nog geen goedgekeurd of beschikbaar rekenmodel voor is ontwikkeld. De gemeente zal alleen bij het ontwikkelingen van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen die direct aan de vaarwegen liggen, rekening houden met het aspect scheepvaart.

     

    5.4 Mogelijkheden en instrumenten

     

    Generiek niveau

    Bij nieuwe beleidsproducten, zoals de structuurvisie en het verkeersveiligheidsplan, wordt vanaf het begin een luchtdeskundige betrokken die input geeft aan deze beleidsproducten om te komen tot een optimale luchtkwaliteit. Hierbij kijkt Vianen samen met de luchtdeskundige naar mogelijk maatregelen, zoals maatregelen gericht op het verkeer, functiescheiding, waarbij wordt gedacht aan het verplaatsen van verkeersintensieve bedrijven met een regionale functie naar de Rijkswegen. Ook worden hierbij bovenlokale maatregelen meegenomen, zoals gezamenlijk goederen- en personenvervoer. Ook wordt gedacht aan de alternatieve vormen van verkeer en vervoer, zoals hoogwaardig openbaar vervoer. Hierbij wordt gedacht aan voldoende bushaltes, goede busverbindingen en een hoogwaardige fietsinfrastructuur. Afsluitend worden er maatregelen genomen om het verkeer goed door de laten stromen en schoon wegverkeer. Bij doorstromingsmaatregelen worden de publicaties van het CROW met als titel Solve toegepast. Bij de inrichting wordt gedacht aan het LARGAS principe (Langzamer rijden gaat sneller) en doelmatig inzetten van de juiste verkeersdrempels. Bij duurzame vormen van vervoer wordt gedacht aan het bevorderen van aardgas door onderzoek naar realisatie van aardgasvulpunten en van elektrisch vervoer door onderzoek naar mogelijkheden snellaadpunten. Afschermende constructies en maatregelen bij de ontvanger worden op projectnivau getroffen en daarmee gelden deze maatregelen vooral voor nieuwe situaties.

     

    Vianen ondervindt hinder van sluipverkeer. De oorzaak hiervan is dat verkeer dat in de file staat op de A27 of de A2 een alternatieve route neemt naar hun plaats van bestemming. Daarbij komt dat er bij het knooppunt Everdingen geen compleet klaverblad is. Het gevolg is dat het verkeer via het woondeel van Vianen gaat rijden. Om de doorstroming te verbeteren verbreedt Rijkswaterstaat de A27 en de A2. De verwachting is dat het sluipverkeer daarmee afneemt.

     

    Locatiespecifiek niveau

    Bij grootschalige nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen betrekt Vianen vanaf het begin een luchtdeskundige die adviseert over de luchtkwaliteit en mogelijke maatregelen, zodat een optimale luchtkwaliteitssituatie wordt gerealiseerd en aanpassingen achteraf niet nodig zijn. Hierbij inventariseerd Vianen samen met de luchtdeskundige eerst naar mogelijke bronmaatregelen en de eventuele generieke maatregelen. Gedacht kan aan maatregelen om het verkeer te verminderen of het verkeer om te leiden. Ook wordt gedacht aan het optimaliseren van de rijomstandigheden, waarbij wordt gedacht aan een goede doorstroming door een constante rijsnelheid, waardoor het verbrandingsproces van de motor efficiënt verloopt en er geen schadelijke bijproducten ontstaan. Het bevorderen van openbaar vervoer en het fietsverkeer is een mogelijke bronmaatregel.

     

    Indien bronmaatregelen niet voldoende zijn worden ook de mogelijke overdrachtmogelijkheden en maatregelen bij de ontvanger onderzocht. Bij overdrachtsmaatregelen denkt Vianen aan schermen, groene afscherming, afstandvergroting en overkapping van Rijkswegen. Bij maatregelen aan de ontvanger wordt gedacht aan luchtzuivering of het situeren van de inzuigopening op een locatie waar de concentraties stikstofdioxide en fijn stof laag zijn en het sluiten van te openen delen, zoals ramen van woningen als de luchtkwaliteit buiten slecht is.

     

    Gemeentelijke organisatie

    Vianen gaat ook maatregelen treffen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Hierbij wordt gedacht aan groene energie voor het gebouw en een duurzaam gemeentelijk wagenpark. Hierbij valt te denken aan het gebruik van hybride voertuigen, roetfilters op gemeentelijke voertuigen en werktuigen. Ook zal Vianen ambtenaren en politici van Vianen stimuleren te kiezen voor alternatieve vormen van vervoer.

     

    5.5 Beleidsuitspraken en activiteiten

    Om het beleid ten aanzien van verkeer en vervoer nader te concretiseren zijn er door Vianen een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Deze zijn hieronder weergegeven.

     

    Beleidsuitspraken wegverkeer:

     

    • 8.

      Vianen gaat voor een goede luchtkwaliteit en treft maatregelen conform het principe van bron-overdracht-ontvanger bij nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige plannen

    • 9.

      Vianen houdt in haar verkeersbeleid en in de structuurvisie (Wro) expliciet rekening met het onderwerp lucht en het gemeentelijke luchtbeleid.

    • 10.

      Vianen beoordeelt of de luchtkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie

    • 11.

      Vianen realiseert geen gevoelige bestemmingen op minder dan 100 meter afstand van de rijkswegen en voor gevoelige functies binnen 300 meter van rijkswegen en binnen 50 meter vanaf overige drukke wegen geldt een zwaardere motiveringsplicht. Voor deze zwaardere motiveringsplicht vraagt de gemeente Vianen advies van de GGD Midden Nederland.

    • 12.

      Bij de ruimtelijke planontwikkeling neemt de gemeente Vianen de effecten van de scheepvaart op de luchtkwaliteit kwalitatief mee in de belangenafweging.

    • 13.

      Vianen gaat voor een overkapping van de A27 en de mogelijkheden om het sluipverkeer tegen te gaan.

    • 14.

      Vianen gaat voor duurzame vormen van vervoer, waaronder voertuigen op elektriciteit en waterstof en zal hiervoor voorzieningen realiseren.

       

    6. Thema Bedrijven

     

    Bedrijven stoten enerzijds direct luchtvervuiling uit door het bedrijfsproces, de werktuigen en de ver-warmingsinstallaties en anderzijds indirect via het verkeer en vervoer van en naar het bedrijf. De bedrijfsprocessen van de in Vianen gevestigde bedrijven zijn voor luchtkwaliteit niet of nauwelijks relevant. De meeste bedrijven zijn kleinschalig of zijn gericht op dienstverlening. Dit betekent dat vooral de indirecte uitstoot relevant is.

     

    Bepaalde bedrijven veroorzaken veel verkeersbewegingen. Hierbij valt te denken aan transport-bedrijven of grote kantoorpanden. Deze bedrijven veroorzaken luchtvervuiling in de leefomgeving. Dit hoofdstuk gaat vooral in op deze indirecte uitstoot.

     

    6.1 Wettelijk kader

    In de Wet milieubeheer wordt onderscheid gemaakt in concentratiebijdrage (immissie) in microgram per m3 en de toegestane uitstoot (emissie) in (kilo)gram per tijdseenheid. De toegestane uitstoot wordt geregeld via de milieuvergunning. Het luchtkwaliteitsbeleid heeft hier indirect effect op, maar de kaders worden gesteld via de milieuvergunning of de op de Wet milieubeheer gebaseerde Algemene maatregel van Bestuur (AmvB). Er wordt met deze luchtnota vooral ingezet op de werkelijke concentraties in de buitenlucht, wat wettelijk is onderbouwd via hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer.

     

    Wet algemene bepalingen omgevingrecht

    Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) van kracht. Dit is een zogenaamde procedurewet die gericht is op het verminderen van procedures en effectievere regels. Op basis van de Wabo kan een omgevingsvergunning worden afgegeven. Dit is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu die beoogt tegenstrijdigheid in de regels te voorkomen. Voordeel van de Wabo is dat er een vergunningaanvraag is, een loket om de aanvraag in te dienen en een bevoegd gezag. Veelal zal Vianen het bevoegde gezag zijn voor de omgevingsvergunning. De milieuvergunning kan een onderdeel zijn van deze omgevingsvergunning.

     

    6.2 Ontwikkelingen

    Zowel in Europees als landelijk verband is er een trend gaande van duurzamere productie en vervoermethoden. Op nationaal niveau zijn er ontwikkelingen gaande voor gezamenlijke distributiecentra en gecombineerd personenvervoer, zodat het aantal verkeersbewegingen wordt teruggebracht. Ook kan worden gedacht aan duurzamere brandstoffen, zoals aardgas en biobrandstof, gecombineerde verwarming van ruimtes door gebruikmaking van koudewarmte opslag,het plaatsen van roetfilters op werktuigen en windturbines.

     

    Vianen gaat eisen stellen aan het personen- en goederenvervoer. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de verruimde reikwijdte van de Wet milieubeheer, waarmee het mogelijk wordt gemaakt om nadere eisen te stellen aan vervoermanagement. Gedacht wordt aan gezamenlijke vormen van personen- en goederenvervoer voor de bedrijven in Vianen.

     

    6.3 Beleid gewenste situatie

    Bedrijven stoten stikstofdioxide en fijn stof naar de lucht vanuit het bedrijfsproces en het indirecte bedrijfsproces, ofwel de verkeers- en transportbewegingen. Vanwege de kleinschaligheid van de bedrijven is er weinig winst te behalen door het productieproces te optimaliseren. Vianen gaat ervan uit dat door de voorschrijdende techniek de bedrijven in Vianen schoner zullen worden. Hetzelfde geldt voor de werktuigen. Vianen zet vooral in op het management van de verkeer- en transportbe-wegingen ten gevolge van de bedrijven en het verwarmen van de bedrijfsruimten door het toepassen van technieken die niet of nauwelijks stikstofdioxide en fijn stof emitteren naar de buitenlucht.

     

    Verminderen indirecte uitstoot van bedrijven

    Om deze indirecte uitstoot te verminderen is met de bedrijven al een contract gesloten voor vervoersmanagement. Vervoersmanagement heeft tot doel de keuze van de werknemers zodanig te beïnvloeden, zodat men vaker voor een milieuvriendelijk alternatief, zoals de fiets, openbaar vervoer of carpoolen kiest. Daarnaast kan samen met bedrijven worden gekeken naar alternatieve vormen van bedrijfsvervoer of logistieke samenwerkingverbanden. Hierdoor neemt niet alleen de hoeveelheid verkeer in de directe omgeving van een bedrijf af, maar ook in de gehele gemeente Vianen en omringende gemeenten.

     

    Beperken verkeersbewegingen bedrijven

    Het situeren van deze bedrijven (transportbedrijven of grote kantoorpanden) nabij de rijkswegen verkort de af te leggen afstand binnen de gemeentegrenzen en daarmee de luchtkwaliteit binnen Vianen. Daarnaast zijn er de grote publiekstrekkende bedrijven met een regionale functie, zoals grote supermarkten en bouwmarkten. Het verkeer ten gevolge van deze bedrijven heeft een negatief effect op de lokale luchtkwaliteit, omdat deze veel verkeer van buiten de wijk aantrekken. Om dit te voorko-men wil Vianen deze bedrijven zoveel mogelijk op bedrijventerreinen situeren en stimuleert dit actief. Er zijn ook bedrijven met een sterk lokale functie, zoals buurtsupermarkten en cafés. Vianen kiest ervoor om deze te behouden. Dit zorgt ervoor dat inwoners van Vianen minder snel de auto pakken voor de dagelijkse boodschappen naar het centrum.

     

    Intensieve veehouderij

    Grootschalige intensieve veehouderij draagt negatief bij aan de concentraties fijn stof. Dit fijn stof is afkomstig van de veren, haren, huid en uitwerpselen (ammoniak) van de dieren. Hierdoor kan de concentratie lokaal significant verhoogd zijn, maar ook de bijdrage aan de achtergrondconcentratie is niet gering. Het aantal effectieve technieken om het fijn stof effectief te verwijderen is zeer gering. Vanwege aanpassingen aan het wetgevende kader voldoen deze bedrijven wel aan het wetgevende kader voor luchtkwaliteit, echter de uitstoot zelf is hierdoor niet verminderd. Momenteel zijn er binnen Vianen geen grootschalige intensieve veehouderijen aanwezig. Ook de vestiging of uitbreiding van intensieve veehouderijen in de buurgemeenten kan van invloed zijn op Vianen. Vianen ziet daarom toe op de vergunningverlening van dit type bedrijven in de buurgemeenten.

     

    6.4 Mogelijkheden instrumenten

     

    Naast het wettelijke spoor stimuleert Vianen ook nieuwe ontwikkelingen. Hierbij wordt gedacht aan het stimuleren van vervoersmanagement bij bedrijven, vergroening van bedrijventerreinen en samenwer-king met bedrijven in Vianen. Vianen zet hierbij in op een gezamenlijke aanpak met de bedrijven in de diverse (ruimtelijke) projecten. Bij een nieuw bedrijventerrein of een herinrichting wordt gekeken naar de mogelijkheden om het aantal verkeers- en transportbewegingen tot een minimum te beperken.

     

    6.5 Beleidsuitspraken en activiteiten

     

    Om het beleid ten aanzien van bedrijven nader te concretiseren zijn er door Vianen een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Deze zijn hieronder weergegeven.

     

    Beleidsuitspraken bedrijven

     

    • 15.

      Vianen gaat voor een duurzame bedrijvigheid met zo min mogelijk emissies naar de lucht.

    • 16.

      Vianen realiseert verkeersintensieve bedrijven zoveel mogelijk bij de hoofdwegenstructuur.

    • 17.

      Vianen staat geen intensieve veehouderij toe die meer bijdragen dan 2 μg/m3 en geen biologische veehouderij toe die meer bijdragen dan 5 μg/m3 aan concentraties fijn stof bij aanliggende gevoelige bestemmingen.

     

    7. Overige thema’s

     

    In dit hoofdstuk worden de resterende thema’s behandeld. De informatie is beknopt weergegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met beleidsuitspraken en bijbehorende activiteiten.

     

    7.1 Groen

    Van bomen en planten is bekend dat dit stikstofdioxide op kan nemen en fijn stof vastlegt. Als maatregel voor een specifiek knelpunt is dit weinig effectief, maar op grootschalig niveau draagt deze maatregel positief bij aan de luchtkwaliteit. Het effect is afhankelijk van de wijze van beplanting en het soort groen. Zo is bekend van bepaalde naaldbomen dat deze vooral fijn stof vastleggen en van bepaalde loofbomen dat deze vooral stikstofdioxide opnemen. Groen kan op vele manieren worden toegepast, zo kan worden gedacht aan groene daken, bossen, groene muren en laanbomen structuren. In het groenstructuurplankiest Vianen voor bomen met een zo groot mogelijk kroonvolume. Door bomen ruimte te geven, treedt er turbulentie op zodat de luchtvervuiling beter wordt gemengd. Bij het vervangen of realiseren van nieuw groen neemt Vianen de opname van luchtvervuiling mee als een van de criteria. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan naaldbomen en soorten met behaarde bladeren. Ook neemt Vianen de mogelijkheden mee voor het toepassen van groene daken en groene gevels in de ruimtelijke planontwikkeling en stimuleert Vianen het gebruik van zogenaamde groene schermen. Groene schermen zijn schermen van vlechtwerk, waarop soorten als de klimop en hedera groeien.

     

    Voor de toepassing van groen en het effect hiervan zijn de afgelopen jaren veel onderzoeken uitgevoerd, omdat er veel onzekerheden over waren. Nu er veel onderzoek beschikbaar is kan Vianen haar keuze voor het al dan niet toepassen van groen goed motiveren. Het is daarom van belang om de beschikbare informatie te analyseren en een standpunt in te nemen.

     

    Het toepassen van groene daken en groene gevels wordt uitgewerkt op projectniveau. Het luchtkwaliteitsbeleid en het groenstructuurplan van Vianen worden met elkaar in overeenstemming gebracht. In het groenstructuurplanvormt het effect van groen op de luchtkwaliteit een van de randvoorwaarden voor het te volgen beleid en onderhoud van het groen in Vianen. De gemeente gaat zich hiermee profileren om de luchtkwaliteit positief te beïnvloeden. Hierbij wordt opgemerkt dat er ook positieve effecten zijn op het rioolstelsel, omdat de capaciteit minder hoog hoeft te zijn en de verdroging wordt tegengegaan.

     

    7.2 Houtkachels

    Houtkachels en allesbranders stoten flinke hoeveelheden fijn stof uit. Onderzoek wijst uit dat wanneer er in een wijk veel houtkachels aanwezig zijn de bijdrage aan de concentraties fijn stof tot 40% kan bedragen en de grenswaarden mogelijk worden overschreden. Opgemerkt wordt dat allesbranders niet bestaan, maar feitelijk houtkachels zijn waar van alles in wordt gestookt. Het gevolg hiervan is dat houtkachels die worden ingezet als allesbrander een factor 3 meer fijn stof uitstoten dan wanneer er alleen hout wordt toegepast. Deze situatie acht Vianen niet wenselijk en daarom zal Vianen het gebruik van energiezuinige en uitstootarme kachels stimuleren en communiceren over goed stookgedrag.

     

    Vianen zal onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden om de uitstoot te verminderen, zoals afstelling van de houtkachel en te gebruiken houtsoorten. Zodra hier meer bekendheid over is zal het beleid worden aangepast en communiceert Vianen de voor- en nadelen van houtkachels richting de inwoners.

     

    7.3 Bouwbesluit en bouwverordening

     

    Het Bouwbesluit bevat voorschriften voor de bouwkundige constructie van gebouwen, waaronder woningen. Voor het onderdeel luchtkwaliteit is vooral ingegaan op de verversingsnelheid van de binnenlucht en de capaciteit van de ventilatie om te waarborgen dat er sprake is van een goede kwaliteit van de binnenlucht. Ook wordt er ingegaan op de positionering van de inlaatopening voor de ventilatie en de uitlaatopening voor de verbrandingsgassen. Zo mag de inlaatopening op niet minder dan 2 meter afstand van de perceelsgrens zijn gelegen of 2 meter vanuit het midden van de weg. Deze criteria zijn onvoldoende om te garanderen dat de instromende lucht voldoende schoon is. Vianen past daarom de bouwverordening aan op dit punt door te stellen dat de instroomopening van de ventilatie aan de zijde van de woning is gelegen met de grootst mogelijke afstand tot de openbare weg.

     

    Vooral in de nabijheid van drukke verkeersaders kunnen de concentraties stikstofdioxide en fijn stof hoog zijn. Dit is niet bevorderlijk voor de gezondheid en daarom zijn in deze situaties aanvullende filtersystemen gewenst. Op dit moment is de werking onzeker van filtersystemen en zijn er vragen bij de financiële haalbaarheid. Vianen zal daarom onderzoek doen naar de haalbaarheid en effectiviteit. De uitkomsten hiervan zal Vianen gebruiken om een voorstel voor een aanpassing van de bouwverordening.

     

    7.4 Beleidsuitspraken en activiteiten

    Om het beleid ten aanzien van groen, houtkachels en het binnenmilieu nader te concretiseren zijn er door Vianen een aantal beleidsuitspraken opgesteld. Deze zijn hieronder weergegeven.

     

    Beleidsuitspraken overige thema’s:

     

    • 18.

      Vianen kiest voor kwalitatief passend groen en neemt de effecten op de luchtkwaliteit mee als een van de randvoorwaarden.

    • 19.

      Vianen vindt overschrijding van de grenswaarden voor fijn stof niet wenselijk en stimuleert daarom het gebruik van energiezuinige en uitstootarme kachels.

    • 20.

      Vianen gaat voor lage concentraties verkeersgerelateerde luchtvervuiling en zal daarom nader onderzoek uitvoeren en naar aanleiding van de uitkomsten de bouwverordening aanpassen.

     

    8. Organisatie

     

    In de luchtnota is het beleid van de gemeente Vianen ten aanzien van luchtkwaliteit vastgelegd. Dit beleid is niet vrijblijvend en uit de opgenomen beleidsuitspraken komen acties voort die door de gemeentelijke organisatie van Vianen uitgevoerd dienen te worden. De acties zijn opgenomen in tabel 2 en de gevolgen van deze acties en de beleidsuitspraken worden in dit hoofdstuk nader toegelicht.

     

    Tabel 2: activiteiten ten gevolge van beleidsuitspraken

    Beleidsuitspraak

    Omschrijving activiteit

    Frequentie

    1, 2 en 3

    Bij deze procedures/activiteiten wordt van meet af aan de luchtnota betrokken:

    ·Structuurvisie van de gemeente Vianen

    ·Vaststelling van het bestemmingsplan

    ·Doorlopen van projecten en projectbesluiten

    ·Verlenen van bouwvergunningen

    ·Milieuvergunningverlening aan bedrijven

    ·Vaststelling groenbeheersplan

    ·Beleidsstukken van andere omgevingsgerelateerde beleidsvelden

    Afhankelijk van de activiteit of product

    4

    Projectontwikkelaars van ruimtelijke plannen worden direct geïnformeerd over het gemeentelijke luchtbeleid en in hoeverre de inbreng van een luchtdeskundige noodzakelijk is

    Doorlopend

    5

    Informeren mogelijkheden meetstation van het RIVM in Vianen

    Eenmalig

    6

    Opstellen en updaten van de luchtkwaliteitskaarten op Geoloket

    2-jaarlijks

    8

    Bij grootschalige reconstructies, ggvp en verkeersaanpassingsbesluiten de kosten opnemen voor luchtonderzoeken en mogelijk te treffen maatregelen binnen de (meerjaren)begroting van de afdeling verkeer en vervoer

    Doorlopend

    12

    Meenemen van effecten van scheepvaart op de luchtkwaliteit in de planontwikkeling

    Doorlopend

    13

    Aandringen bij Rijkswaterstaat en het BRU voor een overkapping van de A27

    Eenmalig

    14

    Realisatie van parkeerplaatsen en oplaadpunten voor elektrische voertuigen

    Doorlopend

    14

    Vervanging van de gemeentelijke voertuigen door schonere voertuigen op een natuurlijk moment en bij diensten en aanbesteding.

    Doorlopend

    15

    Project vervoersmanagement stimuleren bij bedrijven

    Doorlopend

    15

    Voorkomen van vestiging bedrijven met emissies die duidelijk slecht zijn voor de luchtkwaliteit in relatie tot de gezondheidsnormen door middel van regulering via het spoor van de ruimtelijke ordening/structuurvisie/bestemmingsplannen

    Doorlopend

    16

    Vestiging verkeersintensieve bedrijven bij hoofdstructuur vastleggen in structuurvisie

    10-jaarlijks

    18

    Synchroniseren van het groenstructuurplan met de luchtnota

    Eenmalig

    19

    Publicatie richting inwoners in Vianen over toepassen van houtkachels

    Eenmalig

    20

    Aanpassing bouwverordening op het onderdeel inlaatpunt voor ventilatie

    Eenmalig

    20

    Uitvoeren van onderzoek naar filter- en ventilatievoorzieningen bij nieuwe gebouwen enwoningen

    Eenmalig

     

    8.1 Communicatie gemeentelijk luchtbeleid

    Om ervoor te zorgen dat het luchtkwaliteitbeleid en de activiteiten genoemd in deze nota daadwerkelijk worden uitgevoerd is het belangrijk dat de juiste personen bekend zijn met de aanwezigheid en inhoud van de luchtnota.

     

    De wijze waarop binnen en buiten de gemeentelijke organisatie over deze luchtnota wordt gecommuniceerd wordt hieronder beknopt weergegeven.

     

    Binnen de gemeentelijke organisatie

    Na vaststelling van de luchtnota wordt de inhoud toegelicht bij de werkoverleggen van de in paragraaf 8.3 genoemde afdelingen. De afdelingen informeren elkaar over de toepassing van de luchtnota.

     

    Buiten de gemeentelijke organisatie

    Voor dit luchtbeleid is de mogelijkheid aangeboden om in te spreken conform de gemeentelijke inspraakverordening, zoals vastgesteld op 21 oktober 2008. Ingezetenen en belanghebbenden hebben tijdens de inspraakperiode kennis kunnen nemen van de concept luchtnota. Hiervan is een eindverslag opgesteld met de ingediende zienswijzen en de gemeentelijke reactie daarop.

     

    8.2 Implementatie in het Milieujaarprogramma

     

    Een milieujaarprogramma dient ter uitvoering van het gemeentelijk milieubeleid. Het milieujaarpro-gramma legt helder vast welke luchttaken, acties en mogelijke projecten jaarlijks worden uitgevoerd.

     

    De luchtnota gaat over de periode 2011 tot en met 2016. De uit de luchtnota voortkomende solitaire acties worden verdeeld over de jaarprogramma’s en vastgelegd. Indien een actie niet kan worden uitgevoerd of niet is afgerond wordt deze opgenomen in het jaarprogramma van het daarop volgende jaar. In het jaarlijks op te stellen milieujaarverslag wordt de voortgang van het milieubeleid en de luchtnota opgenomen. Dit betekent dat er uren beschikbaar dienen te worden gesteld vanuit de gemeente Vianen om de acties vanuit de luchtnota te kunnen uitvoeren.

     

    8.3 Verankering gemeentelijke organisatie

    De luchtnota heeft ook gevolgen voor de werkzaamheden en de te volgen procedures binnen de gemeente. De gevolgen voor de diverse gemeentelijke afdelingen zijn hieronder weergegeven.

     

    Afdeling Vergunning en Handhaving

    De afdeling Vergunning en Handhaving is verantwoordelijk voor het verlenen van diverse vergunningen aan inwoners en bedrijven. De belangrijkste voor luchtkwaliteit zijn de bouwvergunningen. Bij de bouwvergunningen zal moeten worden getoetst of de aanvragen voor bouwvergunning in overeenstemming zijn met de luchtnota en de bouwverordening. Minimaal zal inzicht moeten worden gegeven in de luchtkwaliteit in het plangebied. Hiervoor kunnen de luchtkwaliteitskaarten en de Milieudienst worden geraadpleegd.

     

    Sector Stedelijke ontwikkeling

    Binnen de sector stadsontwikkeling wordt onder meer het ruimtelijk beleid geformuleerd. Dit wordt vervolgens uitgewerkt in de diverse beleidsplannen en de bestemmingsplannen. Bij het opstellen van de diverse beleidsstukken zal aandacht moeten worden besteed aan de gevolgen voor de luchtkwaliteit en zullen de belangen van een goede lucht moeten zijn gewaarborgd. Concreet betekent dat er minimaal een luchtparagraaf zal moeten worden opgenomen in onder meer de structuurvisie, het verkeersveiligheidsplan en het groenstructuurplan. In deze beleidsstukken zal een goede afweging dienen te worden gemaakt van een goede luchtkwaliteit en de overige belangen en de gevolgen voor de luchtkwaliteit dienen kwalitatief te worden beschreven. Voor de structuurvisie betekent dit bijvoorbeeld dat er een kaart in zal moeten worden opgenomen met de zone van 100 meter aan weerszijden van de rijkswegen waarbinnen geen gevoelige functies mogen worden gerealiseerd.

     

    Afdeling Stedelijke Ontwikkeling en Projecten

    De afdeling stedelijke ontwikkeling houdt zich bezig met de stedelijke vernieuwing binnen Vianen en voert diverse ruimtelijke projecten uit. Bij deze ruimtelijke projecten zal moeten worden getoetst aan het beleid voor de luchtkwaliteit, zoals vastgelegd in de luchtnota. Concreet betekent dat de luchtkwaliteit grafisch inzichtelijk dient te worden gemaakt en de effecten dienen kwalitatief te worden beschreven en ook dient een afweging te worden gemaakt voor mogelijk in te zetten maatregelen. Om het thema luchtkwaliteit goed te waarborgen dient de luchtkwaliteit vroegtijdig in het planproces (bijv. tijdens het stedenbouwkundig programma van eisen) te worden ingebracht. Hierbij kan de luchtdeskundige input en ondersteuning verlenen. Indien blijkt uit de beoordeling door de Milieudienst dat er significant negatieve gevolgen kunnen zijn voor de gezondheid wordt de GGD Midden Nederland geraadpleegd en brengt de Milieudienst gezamenlijk met de GGD Midden Nederland een advies uit.

     

    Afdeling Beheer Openbare Ruimte

    De afdeling Verkeer valt onder de afdeling Beheer Openbare Ruimte. Bij de afdeling Verkeer worden projecten uitgevoerd ter verbetering van de infrastructuur. Hierbij vormt de luchtnota een van de randvoorwaarden en dient de luchtkwaliteit grafisch inzichtelijke te worden gemaakt en de gevolgen dienen kwalitatief in kaart te worden gebracht en ook dient een afweging te worden gemaakt voor mogelijk in te zetten maatregelen.

     

    Voor de bouwplantoetsing geldt eveneens dat de luchtkwaliteit grafisch inzichtelijk dient te worden gemaakt en de effecten dienen kwalitatief te worden beschreven en ook dient een afweging te worden gemaakt voor mogelijk in te zetten maatregelen.

     

    Ook de afdeling groen valt onder deze afdeling. De afdeling groen houdt zich bezig met de aanplant en vervanging van groen en raadpleegt daarvoor het groenstructuurplan en de luchtnota.

     

    Milieudienst Zuidoost-Utrecht

    Bij specialistische vragen of voor het uitvoeren van luchtkwaliteitberekeningen of metingen aan de luchtkwaliteit kan de Milieudienst worden ingeschakeld. Ook actualiseert de Milieudienst periodiek de luchtkwaliteitskaarten en plaatst deze op het Geoloket van de website van de Milieudienst. Daarnaast kan de Milieudienst adviseren bij de ruimtelijke projecten. De Adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu overlegt met de Specialist Luchtkwaliteit over maatregelen of de toepassing van de luchtnota. Daarnaast verleent de Milieudienst Zuidoost-Utrecht de milieuvergunningen en daarbij kan luchtkwaliteit een onderdeel zijn.

     

    Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)

    De GGD houdt zich bezig met de gezondheid van de inwoners in Vianen. De GGD heeft hierbij vooral een adviserende rol richting de gemeente Vianen. In deze rol wordt de GGD gevraagd om advies bij ruimtelijke plannen door de Milieudienst of de gemeente Vianen. De GGD maakt hierbij gebruik van de GES systematiek (Gezondheid Effect Screening). Hierbij worden de effecten van een slechte luchtkwaliteit, de geluidsbelasting en externe veiligheid gecumuleerd bepaald, waarna een uitspraak wordt gedaan over mogelijke gezondheidsschade voor de inwoners van Vianen.

     

    8.4 Evaluatie

     

    De voortgang van de acties zie zijn opgenomen in de luchtnota worden jaarlijks beoordeeld en de uitkomsten hiervan zullen worden opgenomen in het milieujaarverslag.

     

    De bekendheid en de toepassing van de luchtnota bij de betrokken afdelingen binnen Vianen zal in 2012 worden geïnventariseerd en beoordeeld. Indien blijkt dat de luchtnota niet voldoende of juist wordt toegepast worden hiervoor nadere acties ondernomen. Gedacht kan worden aan een presentatie gedurende de werkoverleggen.

     

    Begin 2016 zal de luchtnota worden geëvalueerd door de gemeente Vianen in samenwerking met de Milieudienst Zuidoost-Utrecht. Naar aanleiding hiervan zal worden besloten hoe er een vervolg zal worden gegeven aan de luchtnota 2011 tot 2016.

     

    8.5 Financiën

    De bronnen waaruit het gemeentelijk luchtbeleid en de uitvoering daarvan worden gefinancierd zijn:

     

    • 1.

      Gemeentelijke begroting betreffende het beleid voor de ruimtelijke ordening

    • 2.

      Budgetten die gerelateerd zijn aan bestemmingsplannen en bouwplannen

    • 3.

      Externe financieringsbronnen zoals projectontwikkelaars en particulieren

    • 4.

      Subsidies van de provinciale en nationale overheid

    • 5.

      Milieubijstandcontract

       

    Toelichting:

     

    Ad 1: De gemeente stelt jaarlijks financiële middelen beschikbaar voor de sector Stadsontwikkeling. Een gedeelte hiervan wordt ingezet om het gemeentelijke beleid, waaronder het luchtkwaliteitsbeleid, te implementeren in de bestemmingsplannen.

    Ad 2: Voor de toetsing aan het luchtkwaliteitsbeleid bij de bestemmingsplannen en bouwplannen worden financiële middelen ingezet om te waarborgen dat het luchtkwaliteitsbeleid wordt gevolgd.

    Ad 3: Externe ontwikkelaars betalen leges aan de gemeente voor de bouwaanvragen. Daarnaast kan de gemeente ontwikkelaars stimuleren om extra maatregelen te nemen om een optimale luchtkwaliteit voor de inwoners te realiseren.

    Ad 4: De provincie heeft diverse subsidies beschikbaar voor projecten die zijn gericht op de regionale luchtkwaliteit of gericht op het stimuleren van samenwerking tussen de diverse gemeenten. Indien Vianen een interessant project heeft om de luchtkwaliteit te verbeteren, kan een subsidieaanvraag worden ingediend bij de provincie Utrecht of bij VROM.

    Ad 5: De gemeente Vianen heeft met de Milieudienst Zuidoost-Utrecht een bijstandscontract afgesloten. Dit Milieubijstandcontract vormt het grootste deel van de begroting voor milieuzaken. In het MBC zijn uren gereserveerd voor de diverse milieuthema’s, waaronder luchtkwaliteit. De toetsing aan het luchtkwaliteitsbeleid wordt dan meegenomen in de toetsing en advisering ten aanzien van de ruimtelijke planontwikkeling en de aanvragen voor bouwvergunningen.