Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening 2010 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
diverse uitvoeringsbesluiten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2015 | 10-09-2019 | artikel 2 (invoering uitsluitend recht) | 22-01-2015 | 004/2015 | |
03-02-2011 | 30-01-2015 | wijziging artikel 25 | 27-01-2011 PN 04-07-2012 | 2011/004 | |
15-07-2010 | 01-01-2010 | 10-09-2019 | nieuwe regeling | 01-07-2010 PN 14-07-2010 | 2010/044 |
De raad van de gemeente Papendrecht;
gelezen het voorstel van het college van
gelet op artikel en 149 en 160, eerste en tweede lid, Gemeentewet en artikel 10.23, eerste lid en artikel 21.7 Wet milieubeheer, het Europees Verdrag, artikel 4 Vrijstellingsbeschikking inzake staatsteun, Richtlijn 2004/18/EG inzake overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten, artikel 17 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten,
Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2010
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 2 Vestiging uitsluitend recht en aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars.
Huisvuilcentrale N-H nv (HVC) wordt voor onbepaalde tijd exclusief (met uitsluiting van andere instellingen) belast met:
het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij elk woonperceel, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, sub a, c, e, g, j, l en m van de Afvalstoffenverordening 2010. Dit betreft het inzamelen van groente-, fruit- en tuinafval, verpakkingsglas, kunststofverpakkingen, elektrische en elektronische apparatuur, grof tuinafval, grof huishoudelijk afval en huishoudelijk restafval, voor zover deze afvalstromen ter inzameling worden aangeboden bij de huis aan huis inzameling dan wel de inzameling op wijkniveau met uitzondering van de inzameling van het afvalbrengstation.
HVC een uitsluitend recht te verlenen als bedoeld in artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012 voor (i) de op- en overslag, het transport en de verdere be- en verwerking van huishoudelijk restafval, GFT afval en grof huishoudelijk restafval, alsmede voor (ii) de op- en overslag, het transport en de verdere sortering en afzet van de huishoudelijke afvalfractie kunststof verpakkingen (KFF+).
Artikel 3 Afzonderlijke inzameling
Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Het verbod op het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die de afvalstoffen aanbiedt, beschikt over een contract met de inzameldienst waarin geregeld is dat gebruik mag worden gemaakt van de gemeentelijke voorzieningen voor huishoudelijk restafval.
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Op het verlenen van ontheffing op het verbod, zoals bedoeld in het tweede lid, wordt paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Op het verlenen van ontheffing op het verbod, zoals bedoeld in het tweede lid, wordt paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de gemeentelijke opsporingsambtenaar, de ambtenaren van politie van de politieregio Zuid-Holland Zuid en de krachtens artikel 5.10, derde lid, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in Afvalstoffenverordening 2005.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2005.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening 2005.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2005.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.