Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting: de Stichting
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVN)
te Hoevelaken;
- b.
subsidie: in deze verordening wordt onder subsidie verstaan de
aanspraak op financiële middelen in de vorm van laagrentende
stimuleringsleningen voor de in het beleidskader vastgelegde
voorzieningen aan monumenten;
- c.
het college: het college van burgemeester en wethouders van
Delft;
- d.
revolverend fonds: het geheel van de fondsdelen waaruit de
gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar
aanvullende overeenkomst met het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting, stimuleringsleningen kan toekennen, en waarin
de rente en de aflossingen over deze leningen worden
teruggestort;
- e.
stimuleringslening: een laagrentende lening voor doeleinden
zoals omschreven in deze verordening, die door het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting wordt verstrekt ten laste van
het gemeentelijk revolverend fonds, een en ander op voordracht
van de gemeente;
- f.
marktrente: het gemiddelde rentepercentage dat het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting hanteert voor hypothecaire
leningen met een rentevaste periode van 10 en 15 jaar, zoals dit
geldt op het moment van het uitbrengen van de toekenning van de
stimuleringslening;
- g.
eigenaar: een natuurlijk persoon met het meest omvattende recht
op een zaak, waaronder mede begrepen:
- -
degene die het recht van erfpacht heeft;
- -
de houder van een recht van opstal;
- -
de houder van een appartementsrecht;
- -
degene die een beperkt zakelijk recht (vruchtgebruik)
heeft;
- -
degene die kan aantonen in de nabije toekomst hieraan te
voldoen;
- -
een vereniging van eigenaars als representant van
bovengenoemde natuurlijke personen;
- h.
monumenten: panden die zijn opgenomen in de monumentenlijst
zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;
- i.
plan of werk: het totaal van de te treffen voorzieningen;
- j.
goedgekeurde kosten: de goedgekeurde subsidiabele kosten
waarover een stimuleringslening wordt toegekend;
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Artikel 2
- 1.
de gemeenteraad van Delft heeft een revolverend fonds ingesteld
waaruit laagrentende stimuleringsleningen kunnen worden
toegekend voor herstel en restauratie van monumenten;
- 2.
het revolverend fonds is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting;
- 3.
het college stelt het plafond vast tot welk maximum jaarlijks
stimuleringsleningen kunnen worden verstrekt;
- 4.
het college is bevoegd om nadere beleidsregels vast te stellen
ten aanzien van werken en werkzaamheden aan monumenten die onder
de reikwijdte van deze verordening vallen;
Artikel 3
- 1.
het college is bevoegd om in het belang van het behoud van
monumenten een stimuleringslening toe te kennen, zulks met
inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze verordening nader
is bepaald;
- 2.
het college kan aan het toekennen van stimuleringsleningen
voorschriften verbinden;
Artikel 4
- 1.
uit het revolverend fonds kunnen slechts leningen worden
toegewezen tot het maximum dat door het college op grond van
artikel 2, lid 3, is bepaald, dan wel maximaal tot het bedrag
van de in het fonds aanwezige middelen;
- 2.
aanvragen om steun op voet van deze verordening worden in
volgorde van binnenkomst afgehandeld;
Hoofdstuk 3 Restauratie van monumenten
Artikel 5
- 1.
Aan de eigenaar van een monument kan een stimuleringslening
worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen
van de voorzieningen voor zover deze zijn opgenomen in de
beleidsregel als genoemd in artikel 2, lid 4.
- 2.
Een stimuleringslening kan worden toegekend voor het treffen van
voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische
gebreken, indien de voorzieningen in het belang van de
instandhouding van het monument met spoed dienen te worden
getroffen.
- 3.
het college is bevoegd om, in afwijking van het eerste lid, een
stimuleringslening te verstrekken aan andere dan natuurlijke
personen indien dit uit de aard van de werkzaamheden
gerechtvaardigd is en de betrokken rechtspersoon naar het
oordeel van het college zonder de verlening van de
stimuleringslening niet in staat wordt geacht om de
noodzakelijke werkzaamheden te doen verrichten.
Hoofdstuk 4 Stimuleringslening, toekenning en leningbedrag
Artikel 6
- 1.
Het college kent geldelijke steun toe in de vorm van een
stimuleringslening ter tegemoetkoming in de door hen vast te
stellen kosten van voorzieningen voor de in de beleidsregel ex
artikel 2, lid 4, genoemde categorieën van voorzieningen.
- 2.
Een stimuleringslening wordt alleen toegekend voor plannen
waarvan de goedgekeurde kosten van voorzieningen € 5.000 of meer
zijn per aanvraag.
- 3.
Voor voorzieningen wordt geen stimuleringslening toegekend over
dat deel waarvoor op grond van enige regeling al financiële
steun is of wordt toegekend.
- 4.
Het college stelt de subsidiabele kosten voor de toekenning van
een stimuleringslening vast.
- 5.
Het college legt de toekenning van de stimuleringslening vast in
een toewijzingsbrief waarin wordt vastgelegd:
- -
- -
- -
- -
een vast rentepercentage voor de stimuleringslening
gedurende de gehele looptijd;
- -
- -
- -
of en in hoeveel termijnen voor finale gereedmelding
aanspraak gedaan kan worden op deeluitkeringen van de
geldlening uit het bouwkrediet als bedoeld in lid
8;
- -
of er wel of niet sprake is van vestiging van een hypotheek door
het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
- 6.
Op basis van de toewijzingsbrief kan de aanvrager bij
het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting een offerte
aanvragen voor de stimuleringslening. De aanvrager
ontvangt daartoe van de gemeente bij de toewijzingsbrief
een aanvraagformulier voor de Stimuleringslening.
- 7.
De stimuleringslening wordt vastgelegd in een
onderhandse of notariële akte. Voor een
stimuleringslening hoger dan € 10.000 is hypothecaire
zekerheid vereist. Voor stimuleringsleningen gelijk of
lager dan € 10.000 is geen hypothecaire zekerheid
vereist, tenzij het college bepaalt dat wel hypothecaire
zekerheid vereist is.
- 8.
De toegekende stimuleringslening wordt gestort in een
bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting te openen
bouwkrediet. Declaraties uit een geopend bouwkrediet
behoeven de goedkeuring van het college. De eigen
financiële middelen worden in het rekening courant
gestort, tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 7
- 1.
Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde
kosten € 7.500 of minder bedragen wordt een stimuleringslening
toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd
van 5 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van
4% beneden de 10 jaars marktrente met een minimumpercentage van
1½ %.
- 2.
Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde
kosten € 10.000 of minder maar meer dan € 7.500 bedragen wordt
een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde
kosten, met een looptijd van 10 jaar, een annuïtaire aflossing
en een rentepercentage van 4% beneden de 10 jaars marktrente met
een minimumpercentage van 1½ %.
- 3.
Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde
kosten meer dan € 10.000, maar minder of gelijk aan € 40.000
bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de
goedgekeurde kosten, met een looptijd van 15 jaar, een
annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 4% beneden de 15
jaars marktrente met een minimumpercentage van 1½ %.
- 4.
Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde
kosten meer bedragen dan € 40.000 wordt voor het meerdere geen
stimuleringslening verstrekt. Het college is bevoegd om in het
toewijzingsbesluit de in het restauratieplan begrepen
werkzaamheden te prioriteren;
- 5.
Ingeval een monument na restauratie uit meerdere zelfstandige
eenheden bestaat, dan wel dat de omvang van het monument zulk
een beslissing anderszins kan rechtvaardigen, is het college
bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 4. een
restauratielening te verlenen tot een hoger bedrag met als
maximum € 80.000
Artikel 8
- 1.
De stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende
voorschriften:
- a.
binnen zes maanden na toekenning met het treffen van de
voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;
- b.
de voorzieningen zijn getroffen en gereed gemeld binnen
twee jaar na de toekenning;
- c.
aan de door het college met controle belaste personen op
de door die personen te bepalen tijdstippen:
- -
toegang wordt verleend tot het gebouwde
onroerend goed;
- -
inzage wordt verleend van de op het treffen van
de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en
tekeningen
- -
de op het treffen van de voorzieningen
betrekking hebbende gegevens worden
verstrekt;
- -
de gelegenheid wordt gegeven tot het controleren
van de op het treffen van de voorzieningen
betrekking hebbende gegevens;
- -
de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de
juiste toepassing van deze verordening, worden
verstrekt;
- d.
het pand of object na oplevering deugdelijk wordt
onderhouden;
- e.
niet eerder met een werk wordt begonnen dan nadat het
college de bestaande situatie heeft beoordeeld, dan wel
dat van het college toestemming is verkregen met het
werk te beginnen vooruitlopend op de toekenning van de
stimuleringslening;
- 2.
het college verleent de stimuleringslening onder de voorwaarde
dat de toetsing van de financiële draagkracht van de aanvrager
door of namens de geldgever tot een positief resultaat
leidt;
- 3.
het college kan afwijking van de in het eerste lid, onder a,
genoemde termijn toestaan.
Artikel 9
Een stimuleringslening wordt niet toegekend indien:
- a.
het restauratieplan niet is goedgekeurd door het college;
- b.
de eigenaar van het monument naar het oordeel van het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting niet in staat is de
financiële lasten verbonden aan een stimuleringslening te
dragen;
- c.
door de verlening het in artikel 2, lid 3, genoemde
subsidieplafond wordt overschreden;
- d.
het voorzieningen betreffen die niet als sober en doelmatig
worden gezien;
- e.
met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat het
college de bestaande situatie heeft beoordeeld. In bijzondere
gevallen kan het college hiervan afwijken;
- f.
in de periode van 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag door de
gemeente geldelijke steun is verleend voor werkzaamheden aan het
pand tot het maximum aan goedgekeurde kosten als genoemd in
artikel 7 onder respectievelijk 4. en 5.;
- g.
de in de aanvraag begrepen goedgekeurde werkzaamheden op andere
voet in de afgelopen 15 jaar met geldelijke steun van
overheidswege zijn uitgevoerd;
Hoofdstuk 5 indieningsvereisten
Artikel 10
- 1.
De aanvraag om toekenning van een stimuleringslening wordt op
een door het college beschikbaar te stellen formulier bij hen
ingediend.
- 2.
voorzover van belang wordt geacht door het college, bevat de
aanvraag naast het aanvraagformulier:
- -
een gespecificeerde begroting van de kosten;
- -
- -
een door de Monumentenwacht of een daaraan gelijk te
stellen van de
aanvrager onafhankelijke organisatie opgesteld rapport
over bouwkundige en
monumentale staat van het pand en de staat van
onderhoud.
- -
tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te
maken toestand (schaal 1:100);
- -
een eventuele lijst van eerder gesubsidieerde
voorzieningen;
- -
- -
voorzover van toepassing een afschrift van de akte van
splitsing;
- -
voorzover van toepassing een verklaring van de
Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen
gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappelijk
zijn;
- -
alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel
van het college nodig zijn voor een juiste beoordeling
van de aanvraag.
- 3.
het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na
indiening van de aanvraag. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met
ten hoogste acht weken verdagen.
Hoofdstuk 6 Gereedmelding en vaststelling
Artikel 11
- 1.
definitieve vaststelling van het bedrag van de
stimuleringslening en de afsluiting van het bouwkrediet bij het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting vindt plaats nadat:
- a.
de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden gereed zijn
gemeld;
- b.
de onder a bedoelde werkzaamheden door het college is
gecontroleerd en akkoord bevonden;
- c.
de bij de gereedmelding behorende gegevens en
bescheiden, genoemd in het tweede lid, zijn overgelegd
en door het college zijn gecontroleerd en akkoord
bevonden;
- d.
er is voldaan aan de opgelegde voorschriften;
- e.
een overzicht is overgelegd van de getroffen
gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking
hebbende kosten.
- 2.
Deze gereedmelding bevat:
- a.
- b.
alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot
de werkzaamheden.
- 3.
het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van
rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een
registeraccountant overlegt waaruit blijkt, dat het overgelegde
kostenoverzicht juist en volledig is.
Artikel 12
- 1.
Na uitvoering en gereedmelding van het plan stelt het college
binnen acht weken na de dag waarop de gereedmelding is gedaan de
definitieve stimuleringslening vast. Zij kunnen hun beslissing
éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen.
- 2.
De hoogte van de vast te stellen stimuleringslening wordt
berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van
de voorzieningen, of op basis van de werkelijke kosten van de
voorzieningen als deze lager zijn.
- 3.
het college stelt de stimuleringslening vast met inachtneming
van de goedgekeurde kosten van meer- en minderwerk.
- 4.
De vastgestelde stimuleringslening bedraagt niet meer dan het
voorlopig toegekende leningsbedrag.
Artikel 13
Als het definitieve leningsbedrag lager is dan het bedrag dat ik de
initiële toekenning is opgenomen, wordt het verschil in mindering
gebracht op het voorlopig toegekende leningsbedrag.
Hoofdstuk 7 Intrekken van de stimuleringslening
Artikel 14
- 1.
het college kan een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de
toekenning of vaststelling van een stimuleringslening geheel of
gedeeltelijk intrekken als:
- a.
er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze
verordening gestelde voorschriften;
- b.
de stimuleringslening is toegekend of vastgesteld op
grond van onjuiste gegevens;
- c.
er binnen zes maanden geen gebruik van is gemaakt.
- 2.
het college trekt deze toewijzingsbrief in ieder geval in als de
aanvrager meldt dat het werk niet door zal gaan.
- 3.
Bij de intrekking kan het college de al betaalde
stimuleringslening geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van
de marktrente terugvorderen en de nog openstaande
stimuleringslening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met
de mogelijkheid van beslaglegging.
- 4.
De ontvanger van de stimuleringslening is verplicht om, onder
het gestelde in dit artikel, binnen 30 dagen na de schriftelijke
mededeling van de gemeente de stimuleringslening in zijn geheel
af te lossen en het genoten rentevoordeel terug te betalen.
- 5.
In geval overtreding van de voorschriften in dit hoofdstuk de
eigenaar verschoonbaar is, kan het college besluiten de in het
eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege
te laten.
Hoofdstuk 8 Aflossing van de stimuleringslening
Artikel 15
- 1.
Aflossingen worden verricht volgens het in de
leningsovereenkomst bepaalde.
- 2.
Extra aflossing op de stimuleringslening is altijd en zonder
boete mogelijk.
- 3.
Bij verkoop van de woning moet het schuldrestant altijd afgelost
worden.
Hoofdstuk 9 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen
Artikel 16
Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze
verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten
gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Artikel 17
Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2012
Artikel 18
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Restauratiefonds Delft
2012.