Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening WWB 2012 |
Citeertitel | Re-integratieverordening WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening vervangt de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2010, vastgesteld op 26 juni 2010 en de Verordening Werkleeraanbod WIJ, vastgesteld op 28 september 2009. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 in werking.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-05-2012 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 23-04-2012 De Rotonde 18-05-2012 | Raadsbesluit 2012/27 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), het Bijstandsbesluit zelfstandigen (2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de WWB, de IOAW en de IOAZ.
b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemnes.
c. de raad: de gemeenteraad van Eemnes.
d. trajectplan: een stapsgewijze en planmatige beschrijving, niet zijnde een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de WWB, van wederzijdse verplichtingen, afspraken en in te zetten tussen voorzieningen tussen de belanghebbende en de gemeente.
e. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden;
f. Startkwalificatie: (minimaal) een HAVO-, VWO-, of MBO-2-diploma.
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Bij de keuze van de mogelijkheden van het aanbieden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij wordt gekeken of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.
Deze beleidsregels omvatten in elk geval:
a. een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en
prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;
b. het flankerend beleid ten aanzien van zorg, kinderopvang en hulpverlening;
Hoofdstuk 3 Voorwaarden en verplichtingen
De Anw-er of Nugger heeft recht op een volledige bijdrage in de kosten van aangeboden voorzieningen ingevolge deze verordening indien het gemiddelde netto gezinsmaandinkomen gedurende de 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag minder bedraagt dan 130% van de van toepassing zijnde uitkering als genoemd in de WWB.
Artikel 10 Algemene bepalingen
Het college kan een voorziening herzien of beëindigen:
a. Indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de wet niet nakomt;
b. Indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;
c. Indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;
e. Indien naar oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;
f. Indien de persoon niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;
Het college kan één of meer van de volgende voorzieningen aanbieden:
a. ondersteuning bij een beroep op maatschappelijke opvang of medische zorg;
b. ondersteuning bij maatschappelijke participatie;
c. arbeidsactivering en –toeleiding;
e. stages bij bedrijven of instellingen;
f. opleidingen die de toegang tot de arbeidsmarkt bevorderen;
h. nazorg bij arbeidsinschakeling;
i. voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid;
k. ondersteunende instrumenten, waaronder kinderopvang, schuldhulpverlening, onderzoeken door deskundigen en taal- en beroepsgerichte scholing.
Het college verstrekt aan de persoon die additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in dit artikel een premie van telkens € 300,00 per zes maanden, conform artikel 10a lid WWB, artikel 38 lid 6 van de IOAW en artikel 38 lid 6 van de IOAZ, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Aan een uitkeringsgerechtigde die op grond van artikel 9a van de wet of artikel 38 van de IOAW of de IOAZ is vrijgesteld van de arbeidsverplichting wordt door het college een scholingsaanbod gedaan dat leidt tot het behalen van een startkwalificatie of een opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert.
Voor een uitkeringsgerechtigde, die onbeloonde additionele werkzaamheden verricht, als bedoeld in artikel 10a van de wet, artikel 38 a van de IOAW of de IOAZ en artikel 13 van deze verordening en die niet beschikt over een startkwalificatie, wordt binnen 6 maanden na aanvang van de onbeloonde additionele werkzaamheden door het college bekeken in hoeverre scholing of opleiding kan bijdragen aan de vergroting van de kans op arbeidsinschakeling.
Hoofdstuk 5 Subsidie en vergoedingen
Het college kan aan de persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening, onverminderd het bepaalde in artikel 8 en 9 van deze verordening een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de arbeidsinschakeling dan wel (maatschappelijke) participatie, voor zover deze niet worden vergoed door de werkgever