Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening WWB 2012 |
Citeertitel | Toeslagenverordening WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening vervangt de Toeslagenverordening WIJ, vastgesteld op 22 september 2009, en de Verordening toeslagen en verlagingen WWB 2010, vastgesteld op 22 juni 2010. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 in werking.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-05-2012 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 17-04-2012 Hei en wei 11-05-2012 | Raadsbesluit 2012/17 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijving en bereik
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet werk en bijstand
b. toeslag: de toeslag genoemd in artikel 25, lid 2 van de wet
c. bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 van de wet op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3. van de wet, door het college vastgestelde verhoging of verlaging;
d. norm: de normen als bedoeld in artikel 20 en 21 van de wet;
1. Indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;
2. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder
Hoofdstuk 4 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag
Artikel 5 Verlaging bij ontbreken woonkosten
De norm of de toeslag wordt verlaagd met 75 procent van de toeslag als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet als gevolg van het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden of het niet aanhouden van een woning.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
De bijstandsnorm van de alleenstaande of alleenstaande ouder bedraagt:
1. minimaal de norm genoemd in artikel 20, lid 1 sub b of artikel 20 lid 2 sub b van de wet.
2. maximaal de norm genoemd in artikel 20, lid 1 sub b of artikel 20 lid 2 sub b van de wet, verhoogd met de maximale toeslag van artikel 25, lid 2.