Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opmeer

Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2010
CiteertitelVerordening begrafenisrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageTarieventabel 2010 begrafenisrechten.pdf

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200914-01-2014nieuwe regeling

17-12-2009

De Koggenlander, 23-12-2009

Raadsvoorstel 9.61, 17-11-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2010

De raad van de gemeente Opmeer;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2009;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a

    begraafplaats : de algemene begraafplaatsen te Aartswoud, Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek;

  • b

    grafruimte : een ruimte als bedoeld onder c tot en met g, alsmede j;

  • c

    eigen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke

      overschotten;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • d

    algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • e

    eigen urnengraf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • f

    algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • g

    urnennis : een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h

    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

  • i

    urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • j

    verstrooiingsplaats : een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Er zijn geen vrijstellingen

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste termijn (met een minimum van 50% van het totale aanslagbedrag) vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in ten hoogste acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Betaling door middel van automatische incasso is slechts mogelijk voor bedragen van € 10,00 of hoger.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt kwijtschelding verleend overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsverordening 2007.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    De “Verordening begrafenisrechten 2009”, vastgesteld in de vergadering van 18 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening begrafenisrechten 2010’.

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer van 17 december 2009.

mevrouw M.C.G.M. de Vree-Bekker

griffier gemeenteraad Opmeer

de heer G.J.A.M. Nijpels

voorzitter gemeenteraad Opmeer

Tarieventabel Begrafenisrechten 2010

Tarieventabel 2010 begrafenisrechten.pdf