Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel re-integratie 2012 |
Citeertitel | Beleidsregel re-integratie 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Regeling treedt ipv Beleidsregels reïntegratie
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2012 | 01-07-2015 | Onbekend | 10-04-2012 Almelo's Weekblad 16 april 2012 | Onbekend |
Collegebesluit van 10 april 2012 , houdende vaststelling van de Beleidsregeel re-integratie 2012.
Beleidsregel re-integratie 2012
Aanleiding van het ontstaan van deze beleidsregel
De Beleidsregel re-integratie 2012 bevat nadere regelgeving aangaande het hoofdstuk ‘Re-integratie’ in de ‘Verordening WWB, IOAW en IOAZ: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen’. Deze verordening en daarmee ook deze nieuwe beleidsregel komt voort uit de aanscherping van de Wet werk en bijstand en de intrekking van de Wet investeren in jongeren per 1 januari 2012.
Het doel van deze nieuwe beleidsregel is, dat met behulp van de hierin vastgelegde regels, de capaciteiten en mogelijkheden van mensen aangaande het zelf voorzien in inkomen zoveel mogelijk worden benut. Deze beleidsregel wijkt, vooral aangaande de eigen verantwoordelijkheid van mensen die een beroep doen op de gemeente, af van haar voorganger: ‘Beleidsregels reïntegratie’ (zonder jaartal).
Wijzigingen ten opzichte van de voorganger van deze beleidsregel
De wettelijke zoekplicht van 4 weken voor jongeren die zich melden voor een uitkering in de nieuwe beleidsregel wordt concreet ingevuld.
Een ander nieuw element is de introductie van een inkomens- en vermogensgrens voor niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers). Hiermee wordt enerzijds de eigen verantwoordelijkheid voor het verwerven van inkomen benadrukt en anderzijds wordt hiermee beoogd dat de nog beschikbare middelen voor re-integratie terecht komen bij mensen die het echt nodig hebben. Verwacht wordt dat met de introductie van het gezinsinkomen het aantal Nuggers zal toenemen.
De vrijstelling van een verplichting gaat nu in principe vergezeld met de voorwaarde dat belanghebbende deelneemt aan een traject dat bijdraagt aan de opheffing van de belemmering. Concreet valt hierbij te denken aan het verplichten tot een medische behandeling als de gezondheidstoestand de belemmerende factor is richting de arbeidsmarkt.
Tot slot worden uitkeringsgerechtigden van 57½ jaar en ouder waarvoor geen arbeidsmarktperspectief lijkt te zijn niet langer per definitie vrijgesteld van de arbeidsverplichtingen tot hun 65ste levensjaar. Dit past binnen de ontwikkeling waarin van mensen wordt verwacht dat zij langer doorwerken dan tot nog toe gebruikelijk was.
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorzieningen oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet en hun eventuele wetopvolgers.
Artikel 2 Inkomens- en vermogensgrens niet uitkeringsgerechtigden
Het college geeft in beginsel ondersteuning aangaande toegang tot de arbeidsmarkt aan niet-uitkeringsgerechtigde (Nuggers) die beschikken over een inkomen dat minder bedraagt dat 115% van de voor hen geldende bijstandsnorm en over een vermogen dat minder bedraagt dan betreffende grens in artikel 34 lid 3 WWB.
Artikel 3 Ontheffing van een of meerdere verplichtingen
Een ontheffing gaat in beginsel vergezeld van een verplichting om de omstandigheden, die maken dat een ontheffing noodzakelijk is, teniet te doen. De maximale duur van een ontheffing is in beginsel één jaar. Op basis van een herbeoordeling kan het college besluiten een vooraf vastgestelde periode van ontheffing te verlengen of in te korten.
Richtlijnen voor het in te zetten scholingsaanbod voor alleenstaande ouders met kinderen jongerdan 5 jaar.
Artikel 4 Vereisten voor het scholingsaanbod
Een scholingstraject kent de volgende uitgangspunten:
Het AOC en het ROC Twente zijn preferente partners op het gebied van scholingstrajecten voor alleenstaande ouders met kinderen tot vijf jaar. In aanvulling op, of indien noodzakelijk, kunnen overeenkomsten worden aangegaan met andere scholingspartijen dan het ROC. Voorwaarde is dat met de betreffende opleiding een door het rijk erkend diploma op het niveau van de startkwalificatie wordt behaald.
Het behalen van de startkwalificatie of het Mbo-niveau 4 verdient prioriteit. Deze prioriteit geldt ook wanneer de periode van de ontheffing is afgelopen en de opleiding nog niet helemaal is afgerond. Bij voldoende inzet bestaat de mogelijkheid de opleiding af te ronden. De opleiding wordt beëindigd indien naar het oordeel van het college sprake is van onvoldoende inzet of vermogen het diploma te behalen;
Om competenties en vaardigheden te onderhouden dient de alleenstaande ouder na afloop van het scholingstraject een passende re-integratievoorziening te volgen, gericht op het onderhoud van vaardigheden en competenties. Deze voorziening kan bestaan uit een stage, een leerwerkplek of andere voorzieningen op het gebied van re-integratie.