Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 |
Citeertitel | Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | aanscherping WWB |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-12-2013 | 01-01-2012 | 13-12-2013 | intrekking | 26-11-2013 Zaankanter, 11 December 2013 | - |
28-06-2012 | 01-01-2012 | 13-12-2013 | nieuwe regeling | 17-04-2012 Zaankanter, 20 juni 2012 | - |
De raad van de gemeente Wormerland
overwegende dat de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009 aanpassing behoeft;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8, lid 1, sub c, juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand;
de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 vast te stellen.
Hoofdstuk 3. Criteria voor het verhogen van de norm
Artikel 3. Alleenwonende alleenstaande (ouder)
De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft en dientengevolge de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen, wordt verhoogd met een toeslag, die is bepaald op het in artikel 25, lid 2, van de wet genoemde maximumbedrag behoudens het bepaalde in artikel 6, lid 1, en artikel 7 van deze verordening.
Artikel 4. Niet alleenwonende alleenstaande (ouder)
De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen in wiens woning een ander zijn hoofdverblijf heeft of die in de woning van een ander zijn hoofdverblijf heeft en die de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen, wordt verhoogd met een toeslag die is bepaald op de helft van het in artikel 25, lid 2 van de wet genoemde maximumbedrag behoudens het bepaalde in artikel 6, lid 1, en artikel 7 van deze verordening.
In afwijking van lid 1 wordt de norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder verhoogd met een toeslag, die is bepaald op het in artikel 25, lid 2, van de wet genoemde maximumbedrag behoudens het bepaalde in artikel 6, lid 1, en artikel 7 van deze verordening, indien de woning wordt bewoond met een ander of die in de woning van een ander woont en die de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen.
In afwijking van lid 1 wordt er geen toeslag verstrekt aan de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen, indien de woning wordt bewoond met meer dan een ander of die in de woning van een ander woont met meer dan een ander en die de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen.
Van het niet kunnen delen van de algemeen noodzakelijk kosten is in ieder geval sprake, indien de woning wordt bewoond met uitsluitend:
een ongehuwd kind dat aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en over een inkomen beschikt dat niet hoger is dan het bedrag in artikel 20, lid 1, sub b, van de wet;
Hoofdstuk 4. Criteria voor het verlagen van de norm of de toeslag
In afwijking van lid 1 wordt de norm voor een gezin bij wie meer dan een ander zijn hoofdverblijf heeft of dat
in de woning van een ander met meer dan een ander zijn hoofdverblijf heeft en de algemene noodzakelijke
kosten van het bestaan kan delen, wordt verlaagd met het maximale van het in artikel 25, lid 2, van de wet
Van het niet kunnen delen van de algemeen noodzakelijk kosten is in ieder geval sprake, indien de woning
wordt bewoond met uitsluitend:
een ongehuwd kind dat aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 dan wel een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en over een inkomen beschikt dat niet hoger is dan het bedrag in artikel 20, lid 1, sub b, van de wet;
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012”.
De “Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009”, vastgesteld in de openbare vergadering van 27 november 2008,
de ”Verordening tot wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009”, vastgesteld in de openbare vergadering van 24 september 2009, alsmede
de “Verordening tot 2e wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009”, vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2010, vervallen op 1 januari 2012.