Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stichtse Vecht

Coffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieStichtse Vecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCoffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht
CiteertitelCoffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Opiumwet, art. 13b
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2011Nieuwe regeling

10-05-2011

Nieuwsblad voor Vecht-, Amstel- en Rijnstreek, 01-06-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Coffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht 2011

De burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht;

 

gelet op artikel 13b van de Opiumwet; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gehoord de driehoek;

 

overwegende dat er in de voormalige gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen reeds een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops werd gevoerd;

dat het gewenst is dit beleid te herijken en beleidsregels vast te stellen;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen:

 

Coffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht 2011

 

Het in stand houden van het nulbeleid ten aanzien van coffeeshops in de gemeente Stichtse Vecht

1.Inleiding

Het coffeeshopbeleid van Stichtse Vecht bevat de lokale uitwerking van het landelijke cannabisbeleid. Het coffeeshopbeleid wordt binnen de kaders van het landelijke beleid en de wet- en regelgeving ingevuld door de burgemeester in afstemming met de lokale driehoek. De voormalige gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen die samen de gemeente Stichtse Vecht vormen hanteerden allemaal een nulbeleid ten aanzien van coffeeshops. Met het onderhavige coffeeshopbeleid wordt het nulbeleid ten aanzien van de vestiging van coffeeshops in Stichtse Vecht bekrachtigd.

2.Landelijk drugsbeleid

Het drugsbeleid in Nederland richt zich op het voorkomen en beperken van de risico's van drugsgebruik voor de gebruiker, voor zijn directe omgeving en voor de samenleving. Gedogen vormt daarin de rode draad. Drie doelstellingen staan hierbij centraal:

  • -

    De vraag naar drugs wordt ontmoedigd door voor goede preventie, hulpverlening en ‘harm reduction’ te zorgen;

  • -

    Bestrijding van drugscriminaliteit is gericht op de aanpak van productie van drugs en de handel hierin;

  • -

    Waar drugsgebruik leidt tot verstoring van de openbare orde of zorgt voor andere overlast wordt dit aangepakt.

2.1 Wet- en regelgeving

De belangrijkste bepalingen over drugs zijn vastgelegd in de Opiumwet. In het beleid wordt een verschil gemaakt tussen softdrugs en harddrugs en de aanpak hiervan. Harddrugs zijn middelen met een veel te groot gezondheidsrisico, zoals XTC, cocaïne en heroïne en zij vormen een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid. Softdrugs zijn cannabisproducten als marihuana en hasj en dragen een minder groot risico met zich mee.

Het bezit, handel in, verkoop en de productie van alle drugs zijn strafbaar. Alleen als het voor medische, diergeneeskundige, instructieve en wetenschappelijke doeleinden is, geldt hier een uitzondering op. Het gebruik van drugs is niet strafbaar.

2.2 Gedoogbeleid

Door de verkoop van cannabis te gedogen en streng op te treden tegen de verkoop van harddrugs, worden deze twee markten uit elkaar getrokken. Dit wordt het gedoogbeleid genoemd. Door de handel in harddrugs en cannabis van elkaar te scheiden, kunnen gebruikers van cannabis beter worden afgeschermd van drugs die veel schadelijker voor de gezondheid zijn. Tegelijkertijd wordt het bezit of de verkoop van harddrugs harder aangepakt.

2.3 Pijlers drugsbeleid volksgezondheid

De vier pijlers van het drugsbeleid op het terrein van de volksgezondheid zijn:

  • -

    Voorlichting;

  • -

    Preventie;

  • -

    Behandeling;

  • -

    ‘Harm reduction’ (Een drugsverslaafde wordt niet gezien of behandeld als een crimineel, maar als een patiënt die zorg en behandeling nodig heeft).

2.4 Coffeeshops algemeen

Coffeeshops worden gedoogd vanuit het oogpunt van gezondheidsbescherming. Het doel is een scheiding tussen de markten van soft- en harddrugs te bewerkstelligen, zodat mensen die cannabis willen gebruiken, niet gaandeweg in aanraking komen met harddrugs. De regelgeving voor coffeeshops is zeer streng. Door coffeeshops te gedogen kan de (gemeentelijke) overheid regels opstellen. Verder doen zich er meer mogelijkheden voor preventie voor en neemt de overlast op straat af. Tot slot voorkomt het ’Gedoogbeleid Coffeeshops‘ criminalisering van cannabisgebruikers.

2.5 Regels voor coffeeshops

Op dit moment mogen coffeeshops softdrugs verkopen, mits ze zich aan strikte voorwaarden houden. Het verkopen en consumeren van alcohol is bijvoorbeeld niet toegestaan. Ook moeten coffeeshops zich aan de AHOJ-G criteria houden:

  • -

    Geen Affichering (reclame);

  • -

    Geen Harddrugs verkopen;

  • -

    Geen Overlast veroorzaken;

  • -

    Geen toegang bieden voor Jeugdigen onder de 18 jaar;

  • -

    Geen verkoop van Grote hoeveelheden (meer dan 5 gram cannabis per persoon per dag).

 

Gemeenten kunnen zelf bepalen hoeveel coffeeshops ze binnen hun grenzen toelaten. De maximale handelsvoorraad is 500 gram, maar gemeenten kunnen een lager maximum vaststellen. Ook kunnen ze aanvullende eisen stellen aan coffeeshops om overlast voor de omgeving te voorkomen.

 

De Vereniging Nederlandse Gemeenten en de ministers van Justitie en BZK hebben in 2008 afgesproken dat alle gemeenten in 2011 voor coffeeshops een afstandscriterium van minimaal 250 meter tot scholen voor voortgezet onderwijs hanteren of andere drempelverhogende maatregelen treffen. Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn het vaststellen van openingstijden, opstellen van een gezamenlijk convenant en het in de Algemene Plaatselijke Verordening opnemen van een verbod op gebruik en verkoop van drugs in de omgeving van scholen. Het doel van een afstandcriterium is de schoolgaande jongeren niet met coffeeshops te confronteren.

3. Juridisch kader gemeentelijk coffeeshopbeleid

Het primaire belang om als gemeente de vestiging van coffeeshops te regelen is gelegen in de bescherming van het woon- en leefklimaat (openbare orde) en minder in het belang van de volksgezondheid. Dit laatste is primair een taak en verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en is geregeld in de Opiumwet.

3.1 Bevoegdheid burgemeester

In algemene zin geldt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De burgemeester is het bevoegd gezag wat het coffeeshopbeleid betreft. Hij is bevoegd om het beleid ten aanzien van coffeeshops vast te stellen. Op basis van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare gebouwen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Coffeeshops zijn "voor het publiek openstaande gebouwen" zoals bedoeld in artikel 174 Gemeentewet. Ook 174a Gemeentewet, 13b Opiumwet en Apv-bepalingen over drugsoverlast wijzen de burgemeester aan als bevoegd gezag. Niet de raad, maar de burgemeester is bevoegd om het beleid omtrent de vestiging van coffeeshops vast te stellen.

3.2 Handhaving

Welke optie er door een gemeente ook gekozen wordt, nulbeleid, 1-beleid of anderszins, het is en blijft belangrijk om waar nodig handhavend op te treden. Op het moment dat er in een woning of lokaal dan wel in of bij woningen of zondanige behorende ervan een middel zoals genoemd in de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, is er sprake van een strafbaar feit. Uitzonderingen hierop zijn woningen, lokalen en erven die gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, geneeskunst, tandheelkunst of diergeneeskunde.

 

De handhaving kan zowel strafrechtelijk als op grond van het bestuursrecht (op basis van de Opiumwet, Victoria en Victor) plaatsvinden. Waar mogelijk zal zowel het bestuursrecht als het strafrecht ingezet worden zodat zij elkaar versterken.

4.Coffeeshopbeleid binnen het politiedistrict Rijn en Venen

In het politiedistrict Rijn en Venen, bestaande uit de gemeenten Montfoort, Stichtse Vecht, Oudewater, Woerden en De Ronde Venen is afgesproken dat zich in iedere gemeente maximaal één coffeeshop mag vestigen. Iedere gemeente kan autonoom beleid vaststellen waarbij de keuze is een nulbeleid of een 1-beleid. Gemeenten De Ronde Venen en Woerden hanteren op dit moment een maximumbeleid van één. Aan dit maximumbeleid is binnen die gemeenten invulling gegeven waarmee er in die gemeenten allebei één coffeeshop gevestigd is. De andere gemeenten hanteren een nulbeleid.

5.Coffeeshopbeleid Stichtse Vecht

Op dit moment is er in Stichtse Vecht geen coffeeshop gevestigd. Er is tot op heden ook geen formele aanvraag ingediend voor de vestiging van een coffeeshop in Stichtse Vecht. Bij de gemeente zijn geen signalen bekend dat er vraag is naar een coffeeshop in de gemeente Stichtse Vecht. De mensen die drugs gebruiken kunnen in omliggende steden, zoals Utrecht en Amsterdam, terecht.

5.1 Cijfers

In Nederland gebruiken ongeveer 363.000 mensen tussen de 15 en 64 jaar cannabis. Frequent gebruik van cannabis (marihuana, wiet en hasj) kan leiden tot psychotische stoornissen, met name bij mensen die hier aanleg voor hebben. Jongeren zijn in het algemeen een kwetsbare groep voor negatieve gevolgen van drugsgebruik.

 

 

Hasj- of wietgebruik ooit, percentrage 12-19 jarigen

Hasj- of wietgebruik afgelopen 4 weken, percentage 12-19 jarigen

Harddrugs gebruik ooit, percentage 12-19 jarigen

Breukelen

21%

8%

3%

Loenen

14%

6%

2%

Maarssen

18%

9%

3%

Gemiddeld in de provincie

14%

6%

2%

Bron: GGD Midden Nederland, onderzoek ‘Schoolkracht’, 2008

 

Nulbeleid

Zoals eerder vermeld was er in de voormalige gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen reeds een nulbeleid van toepassing voor wat betreft de vestiging van coffeeshops.

 

Argumenten voor het behoud van een nulbeleid zijn in het kort de volgende:

  • -

    Er blijkt geen of in geringe mate een markt te zijn voor softdrugs in onze gemeente gelet op cijfers van de GGD Midden Nederland onder jongeren in onze gemeente. Ook is er geen expliciete wens vanuit ondernemers om een coffeeshop te vestigen in Stichtse Vecht;

  • -

    In de gemeenten Utrecht, Woerden en Amsterdam zijn coffeeshops aanwezig om aan de behoeften van gebruikers te voldoen;

  • -

    Omliggende gemeenten, met uitzondering van Utrecht, De Ronde Venen en Woerden hanteren een nulbeleid. Door ook het nulbeleid te hanteren wordt een aanzuigende werking voorkomen;

  • -

    Het maatschappelijk draagvlak in de gemeente Stichtse Vecht ontbreekt voor de vestiging van een coffeeshop;

  • -

    Ervaringen in andere gemeenten in den lande hebben aangetoond dat een verkooppunt van softdrugs in de omgeving de nodige overlast kan veroorzaken;

  • -

    De gemeente staat voor alcohol- en drugspreventie, door de nuloptie wordt voorkomen dat jongeren direct de gelegenheid wordt geboden in aanraking te komen met softdrugs;

 

Evaluatie van het huidige nulbeleid:

  • -

    Er zijn geen (extra) argumenten ontstaan die het afwijken van het nulbeleid voorstaan;

  • -

    Voor zover bekend is er geen expliciete wens noch vanuit ondernemers nog vanuit inwoners die drugs gebruiken om een coffeeshop te vestigen in Stichtse Vecht;

  • -

    Er bevindt zich momenteel geen coffeeshop in Stichtse Vecht.

 

Kort samengevat is er tot op heden geen reden om het nulbeleid van de voormalige gemeenten aan te passen.

6.Advies driehoek

Zowel de politie als het Openbaar Ministerie stemmen in met het nulbeleid voor de gemeente Stichtse Vecht.

7. Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Coffeeshopbeleid gemeente Stichtse Vecht 2011;

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking de dag volgend op die van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld d.d. 10 mei 2011

De burgemeester voornoemd,

Mw. drs. M.M. van 't Veld

wnd. Burgemeester