Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Medemblik

Handhavingsverordening WWB Medemblik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMedemblik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsverordening WWB Medemblik
CiteertitelHandhavingsverordening WWB Medemblik 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 6 bevat een hardheidsclausule.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet werk en bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-201201-01-201201-01-2015nieuwe regeling

24-05-2012

De Medemblikker Courant 07-06-2012

IVR-12-00552

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsverordening WWB Medemblik.

De raad van de gemeente Medemblik, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Wet werk bijstand en op artikel 149 van de Gemeentewet;                                                           B E S L U I T: Vast te stellen de navolgende verordening: Handhavingsverordening WWB Medemblik.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. de raad : de gemeenteraad van de gemeente Medemblik;

b. het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;

c. de wet : de Wet werk en bijstand (WWB);

Hoofdstuk 2 Opdracht aan het college

Artikel 2 opdracht aan het college

Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet waaronder de bestrijding van fraude en ook misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Hoofdstuk 3 Hoogwaardig handhaven

Artikel 3 preventie

1. Om misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand te voorkomen en tegen te gaan verstrekt het college vroegtijdig informatie over de aan het recht op bijstand verbonden rechten en plichten alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand.

2. Het college draagt zorg voor een optimale dienstverlening met het doel de nalevingbereidheid van regels onder bijstandsgerechtigden te vergroten.

Artikel 4 repressie

1.  Het college zet in op vroegtijdige detectie en afhandeling van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand.

2.  Het recht op bijstand en de rechtmatigheid van de verstrekte bijstand wordt gecontroleerd door middel van heronderzoeken en themacontroles.

3.  Het College draagt zorg voor het op efficiënte wijze verkrijgen en onderzoeken van relevante informatie van de belanghebbende en derden met betrekking tot de bijstandsaanvraag of voortzetting van de bijstandsuitkering.

4.  Alle informatie over vermoedelijk misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand, waaronder begrepen informatie van medewerkers en tips, wordt centraal binnen de gemeente Medemblik geregistreerd en onderhouden met inachtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens.

5.  Het college neemt in het kader van fraudebestrijding deel aan door interventieteams aangeboden projecten.

6.  Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het College de bijstand conform hetgeen hierover bepaald is in de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.

Hoofdstuk 4 Verantwoording

Artikel 5 verantwoording

Het college informeert de gemeenteraad minimaal eenmaal per 2 jaar over de uitvoering en de resultaten op het gebied van handhaving.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 6 hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, wanneer onverkorte toepassing van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kan het college gemotiveerd beslissen om af te wijken van een of meer bepalingen van deze verordening.

Artikel 7 onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 januari 2012 .

Artikel 9 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Handhavingsverordening WWB Medemblik 2012".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op   24 mei 2012. De griffier,                             De voorzitter,

 

Nota-toelichting  

Algemeen   Artikel 8a WWB schrijft voor dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als misbruik en oneigenlijk gebruik goed bestreden wordt, vergroot dit het draagvlak van de bijstandsverstrekking onder burgers. Een goed handhavingsbeleid beperkt de uitgaven op het Inkomensdeel, zodat meer kan worden ingezet op armoedebestrijding en reïntegratie. In het kader van effectieve fraudebestrijding is terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand belangrijk. Niet tot terugvordering overgaan, betekent een verlaging van de drempel om tot frauderen over te gaan. Frauderen mag niet lonend zijn. Bovendien komen ontvangsten uit teruggevorderde bijstand volledig ten gunste van de gemeentekas en zouden kunnen worden ingezet voor armoedebestrijding en reïntegratie. Daarnaast is terugvordering belangrijk in het kader van gelijke behandeling. Er moet worden voorkomen dat sommigen in een bevoorrechte positie raken. Terugvordering is een bevoegdheid van het college. Deze bevoegdheid en hoe hier mee om wordt gegaan is opgenomen in het debiteurenbeleid.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Betreft algemene begripsbepalingen, geen toelichting nodig.   Hoofdstuk 2 opdracht aan het college

De verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand wordt neergelegd bij het college.   Hoofdstuk 3 Hoogwaardig handhaven

Om misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand te voorkomen en te bestrijden heeft de gemeente ingezet op het instrument hoogwaardig handhaven. Dit instrument bestaat uit:

a. vroegtijdig informeren   

b. optimale dienstverlening   

c. vroegtijdige detectie en afhandeling van fraude

d. consequente sanctionering   

en draagt bij aan gelijke behandeling van alle bijstandsgerechtigden.

Eenmaal per jaar wordt de bijstandscliënt met een bijstandsuitkering voor de kosten van levensonderhoud door de afdeling Werk en Bijstand gecontroleerd via het statusformulier.

Daarnaast wordt op basis van themaonderzoeken gecontroleerd. Het gaat hierbij om controles op onderwerpen waarbij risicogevoelige zaken worden gecontroleerd.

De periodieke inkomstenverklaring (het maandelijks rechtmatigheidsformulier) wordt alleen gehandhaafd bij onregelmatige inkomsten.

Ook wordt in het kader van fraudebestrijding aangesloten bij landelijke projecten (aangeboden door interventieteams).   Hoofdstuk 4 Verantwoording

In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de aflegging van verantwoordelijkheid over het gehanteerde beleid op het gebied van handhaving van het college aan de gemeenteraad. De gemeenteraad wordt in het kader van de controlerende functie door de kennisneming van het gevoerde beleid in staat gesteld voorstellen te doen tot verbetering of bijsturing van de kaders waarbinnen oneigenlijk gebruik en misbruik van bijstandsvoorzieningen worden bestreden.   Hoofdstuk 5 Slotbepalingen 

In dit hoofdstuk is de mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van (delen van) de verordening opgenomen (doorgaans zal in die situaties alleen worden afgeweken in het voordeel van de belanghebbende).

De gemeenteraad geeft de vrijheid aan burgemeester en wethouders om te beslissen in gevallen waarin de verordening niet voorziet.