Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Welzijn gemeente Beesel |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening welzijn gemeente Beesel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidieverordening welzijn |
Deze verordening vervangt de subsidieverordening welzijn 2008-2011.
Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 08-10-2018 | nieuwe regeling | 19-12-2011 Gemeenteblad, 2012, 4c | Onbekend. |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 A. reikwijdte verordening
een instelling komt volgens deze verordening alleen voor subsidie in aanmerking als het tot doel heeft het welzijn van de burger te bevorderen door activiteiten op het gebied van:
- maatschappelijke ondersteuning, educatie, recreatie, emancipatie, sport, cultuur en kunst, jeugd, ouderen en mensen met een beperking.
- Subsidieverzoeken in het kader van toerisme vallen buiten de reikwijdte van deze verordening.
Artikel 2 B: algemene subsidievoorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een instelling in elk geval voldoen aan de volgende voorwaarden:
De instelling moet aantonen dat haar activiteiten in een duidelijke behoefte voorzien. De instelling moet aantonen dat in deze behoefte niet op andere wijze wordt voorzien. De instelling moet aantonen dat zij de doelstelling waarvoor ze subsidie vraagt niet met eigen middelen op een voldoende niveau kan realiseren.
De instelling die een vrij besteedbaar bedrag heeft dat meer bedraagt dan 25% van de exploitatie over het voorgaande jaar komt niet in aanmerking voor subsidie. We kijken hierbij naar het vrij besteedbaar vermogen op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Reserves gevormd met goedkeuring van het college vallen niet onder het vrij besteedbaar bedrag. De definitie van vrij besteedbaar bedrag is: Liquide middelen + kortlopende vorderingen (korter dan 1 jaar) – schulden korte termijn (korter dan 1 jaar) – reserveringen.
HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE
Het college kan, binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan, de gevraagde subsidie weigeren of de verleende subsidie intrekken. Dit kan het college doen in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 12. tussentijdse rapportage
Bij subsidies, hoger dan 25.000 euro, voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording. Het gaat om rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording vragen wij niet vaker dan één keer per jaar.
HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 16. verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 25.000 euro
Als de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 25.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college. Bij jaarlijkse subsidies dient de aanvrager jaarlijks voor 1 juni de benodigde stukken in.
HOOFDSTUK 8. OVERIGE BEPALINGEN
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2a, 3 en 8. Dit kan voor zover toepassing van deze artikelen leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.