Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie 2010. |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie 2010. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie 2010 vervangen de beleidsregels voor het aanwijzen van een W)Z-belanghebbende in een keuzesituatie 2001.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 22-12-2009 Gemeentekrant, 30-12-2009 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van Bergen,
Gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;
Gelet op de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie;
Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie.
Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ belanghebbende in een keuzesituatie gemeente Bergen 2010
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mede dat voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan één van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Bergen hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen, van overeenkomstige toepassing.
Inwerkingtreding en citeertitel
De “Beleidsregel voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie”, van 18 december 2001, vastgesteld door de in artikel 231, tweede lid , onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar, wordt door deze ambtenaar ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.