Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Noord-Beveland 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening is vervangen door de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gemeente Noord-Beveland.
Wet maatschappelijke ondersteuning
- Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 30-10-2014 | 20141030/10 | |
01-06-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 24-05-2012 Noord-Bevelands Advertentie en Informatieblad, 2012, 23 | 20120524/8 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
a) Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.
b) College: College van burgemeester en wethouders.
c) Compensatieplicht: De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.
d) Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.
e) Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.
f) Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
g) Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.
h) Huisgenoot: Iedere meerderjarige met wie de aanvrager gemeenschappelijk een woning bewoond.
i) Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.
j) Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.
k) Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.
l) Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
m) Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet duurder is dan vergelijkbare producten.
n) Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk kan worden gebruikt.
o) Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.
p) Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
q) Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.
r) Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura en waarop de in deze verordening en het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn.
s) Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.
t) Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.
u) Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
v) Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn.
Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie
Artikel 2 De te bereiken resultaten
De op basis van artikel 4, lid 1. van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:
a. een schoon en leefbaar huis;
b. wonen in een geschikt huis;
c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
f. zich verplaatsen in en om de woning;
g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of culturele activiteiten.
Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten
Artikel 3 Scheiding aanmelding en aanvraag
Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1. aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:
a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;
b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;
Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek
Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente Noord-Beveland of een door haar aangewezen derde partij door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.
Hoofdstuk 4 Beoordeling van de te bereiken resultaten
Artikel 7 Het maken van een afweging
Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.
Paragraaf 2 De te bereiken resultaten
Artikel 10 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.
Artikel 12 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
In verband met het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
Artikel 14 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Het college stelt in het gemeentelijk Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning een inkomen vast waarboven het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk wordt geacht, zodat een auto of een voorziening die qua gebruik- en verplaatsingsmogelijkheden daarmee vergelijkbaar is en de daarbij behorende kosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 15 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of culturele activiteiten
In verband met de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te kunnen nemen aan recreatieve, maatschappelijke of culturele activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau.
Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel
Paragraaf 1 Verstrekking van voorzieningen
Artikel 16 Mogelijke verstrekkingwijzen
De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Paragraaf 2 Verstrekking in natura
In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. De hoogte van de maximale vergoeding wordt jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in het Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente (naam gemeente).
Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:
a) Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.
b) Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.
c) Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is
d) Welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.
Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming
Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:
a) voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;
b) wat de duur van de verstrekking is;
c) of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;
Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel
Artikel 22 Eigen bijdragen en eigen aandeel
Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:
a) een schoon en leefbaar huis;
b) wonen in een geschikt huis;
c) beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;
d) beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
e) het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;
f) zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;
g) zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;
h) de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of culturele activiteiten.
Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering
De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:
a. Een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken.
b. Een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken.
c. Een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken.
d. Een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken.
e. Een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:
I. als het gaat om een voorziening waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken;
II. als het gaat om voorzieningen waar wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 16 weken.
f. Een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 16 weken.
g. Een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken.
h Een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken.
Geen voorziening wordt toegekend:
a) Als er een andere oplossing is.
b) Indien de voorziening algemeen gebruikelijk is.
c) Indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente (gemeentenaam).
d) Voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserend aan te merken valt.
e) Voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.
f) Indien de belanghebbende door gedrag het verstrekken dan wel onderhouden of verantwoorden onmogelijk maakt.
Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:
a) Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.
b) Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.
Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:
a) Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.
b) Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:
a) Niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
b) Een besluit is genomen op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende gemeentelijk Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noord-Beveland geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie.