Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunnik

Verordening Wet inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunnik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering
CiteertitelVerordening Wet Inburgering gemeente Bunnik
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wijzigingen, vastgesteld in de vergadering van de raad op 23 oktober 2008 zijn in de geconsolideerde tekst meegenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-200701-01-2007Nieuwe regeling

22-03-2007

Trefpunt, 28 maart 2007

Bunn-7420

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering

De raad van de gemeente Bunnik

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 2007; inzake de Verordening Wet Inburgering,

 

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;

 

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING WET INBURGERING

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      de regeling: de regeling Vrijwillige Inburgering;

    • d.

      inburgeraar: de persoon die onder de regeling 'Vrijwillige Inburgering' valt;

    • e.

      de regeling GP: de regeling 'Afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet', ook wel genoemd Regeling 'Generaal Pardon';

    • f.

      de GP-er: de persoon die onder de Regeling Generaal Pardon valt;

    • g.

      oudkomer:

      1. de vreemdeling die sedert het tijdstip van de Wet inburgering rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8, onderdelen a t/m e, dan wel I, van de Vreemdelingenwet 2000 en die op grond van de artikelen 3 en 5 inburgeringsplichtig wordt; dan wel

      2. de Nederlander die sedert het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet inburgering ingezetene in de zin van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is en die op grond van de artikelen 4 en 5 inburgeringsplichtig wordt, voor zover die vreemdeling of Nederlander op die dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet geen nieuwkomer was in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers;

    • h.

      uitkeringsgerechtigde: de persoon die jonger is dan 65 jaar die algemene bijstand of een uitkering op grond van een van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen sociale zekerheidswetten of sociale zekerheidsregelingen als bedoeld in artikel 19,lid l,sub a van de wet ontvangt;

    • j.

      RSD: Gemeenschappelijke regeling 'Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug'.

  • 2.

    De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen zoals bedoeld in artikel 8 van de wet bevat in elk geval de volgende onderwerpen:

    • a.

      de rechten en plichten voor de inburgeringsplichtige vanuit de wet;

    • b.

      het aanbod van inburgeringsvoorzieningen binnen de regio;

    • c.

      de toegang tot de voorzieningen.

  • 2.

    Informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen aan wie een inburgeringsvoorziening wordt aangeboden vindt plaats tijdens de oproep, zoals bedoeld in artikel 25 van de wet.

  • 3.

    Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      de publieksbalie van de gemeente;

    • b.

      de gemeentelijke web-site;

    • c.

      informatiefolders en -brochures;

    • d.

      publicaties in de gemeentepagina 'Van 't Rond' en andere lokale, regionale media;

    • e.

      de RSD/CWI-balie op het Werkplein te Zeist;

    • f.

      de web-site van de RSD

  • 4.

    Informatieverstrekking vindt in elk geval plaats op aanvraag van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het college beoordeelt tenminste eens in de 4 jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

Het college wijst in overeenstemming met artikel 19 van de wet onderstaande doelgroepen aan bij het bij voorrang aanbieden van een inburgeringsvoorziening:

  • 1.

    nieuw- en oudkomers die algemene bijstand of een uitkering ontvangen die is aangewezen in het Besluit inburgering;

  • 2.

    oudkomers die zelf geen inkomsten uit werk, algemene bijstand of uitkering hebben.

  • 3.

    nieuwkomers (houders van een verblijfsvergunning regulier met een niet-tijdelijk doel, zoals gezinsvormers en -herenigers) zonder werk en zonder uitkering;

  • 4.

    nieuwkomers en oudkomers met regulier werk (voltijd of deeltijd);

  • 5.

    nieuwkomers en oudkomers die sedert 01-01-2007 inburgeringsplichtig zijn en tot 01-11-2007 niet in aanmerking kwamen voor een inburgeringsvoorziening;

  • 6.

    inburgeringsbehoeftigen vallend onder de Regeling 'Vrijwillige inburgering', zoals met name (genaturaliseerde) Nederlanders, EU/EER-onderdanen, Zwitsers en onderdanen uit de landen van Midden- en Oost-Europa;

  • 7.

    GP-ers, tenzij zij zelf hun inburgering ter hand nemen met een Persoons Volgend Budget.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3.

    Het college kan Inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars, indien zij daartoe in staat worden geacht, vanaf 01-01-2008 binnen de inburgeringsvoorziening de mogelijkheid bieden hen toe te leiden naar het staatsexamen Nt2 I of II.

    In die gevallen omvat het inburgeringsexamen óók het staatsexamen.

  • 4.

    Inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars kunnen zelf hun inburgering ter hand nemen en daartoe van het rijk een Persoonlijk Inburgerings Budget (PIB) verstrekt krijgen.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet, wordt in beginsel in één keer voldaan.

  • 2.

    Op aanvraag van de inburgeringsplichtige mag de eigen bijdrage in ten hoogste 18 maandelijkse termijnen worden betaald.

  • 3.

    Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betalingen vast.

  • 4.

    Voor een inburgeringsplichtige die een WWB-uitkering geniet, wordt de eigen bijdrage verrekend met de uitkering. Dit wordt per beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Vastleggen van rechten en plichten

  • 1.

    Het college stelt bij beschikking aan de inburgeringsplichtige aan wie een aanbod is gedaan de rechten en plichten vast.

  • 2.

    De in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichtingen kunnen onder andere bestaan uit:

    • a.

      het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus en het uitvoeren van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden;

    • b.

      het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider e/o consulent RSD;

    • c.

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • d.

      voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

    • e.

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

    • f.

      ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

  • 3.

    De beschikking waarin een inburgeringsvoorziening wordt toegekend bevat in ieder geval een beschrijving van de inhoud van de inburgeringsvoorziening.

Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling; en

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 150,— indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden datdeze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 200,— indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 350,— indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 400,-- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 450,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 550,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag van publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

  • 2.

    Deze Verordening tot wijziging van de Verordening WI treedt in werking 1 dag na de dag van publicatie en werkt terug tot en met 1 november 2007

Artikel 12 Citeertitel

De gewijzigde verordening wordt aangehaald als: 'Verordening Wet Inburgering gemeente Bunnik'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik op 22 maart 2007.

De raad voornoemd,

drs. B.M.A. van Asperdt,

Griffier,

mw. H van Rijnbach – de Groot,

voorzitter,