Overheidsorganisatie | Gemeente Bergen (NH) |
---|---|
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen 2010 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen 2010 vervangt de uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen 2009
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 05-07-2012 | nieuwe regeling | 22-12-2009 Gemeentekrant, 30-12-2009 | Onbekend |
Uitvoeringsregeling toeristenbelasting
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;
Gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 237 van de Gemeentewet en het bepaalde in de verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting Bergen;
Besluit:
vast te stellen de volgende regeling:
Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen
Daar waar in deze uitvoeringsregeling sprake is van ‘verordening toeristenbelasting’ wordt de verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting van de gemeente Bergen bedoeld die bij raadsbesluit is vastgesteld.
Voor de toepassing van de forfaitaire maatstaf van heffing bij vakantieonderkomens op huurgrond als bedoeld in artikel 6 van de verordening geldt dat de forfaitaire maatstaf van heffing voor het vakantieonderkomen alleen dan toegepast wordt indien het vakantieonderkomen is gelegen op een kampeer- of recreatieterrein, en gedurende het seizoen of belastingjaar uitsluitend of nagenoeg uitsluitend door de eigenaar van het vakantieonderkomen of zijn of haar gezin wordt gebruikt.
1. Belastingplichtige kan per soort standplaats (vaste jaarplaats, vaste seizoensplaats en seizoensplaats) opteren voor de niet-forfaitaire maatstaf van heffing.
2. Indien belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid, dient belastingplichtige dit per soort standplaats gespecificeerd en voldoende duidelijk aan te geven op het aangiftebiljet.
1. De belastingplichtige die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte, is gehouden binnen 14 dagen na afloop van die twee maanden bij de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
2. Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage A opgenomen model.
3. Het biljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden binnen 4 weken na ontvangst van het aangiftebiljet ingeleverd of toegezonden.
1. In afwijking van de verordening toeristenbelasting heeft belastingplichtige aan de aanmeldingsplicht voldaan, indien belastingplichtige reeds als belastingplichtige voor de toeristenbelasting is aangemeld bij de gemeente Bergen.
2. Door de gemeente wordt kosteloos een aanmeldingsformulier ter beschikking gesteld om te voldoen aan de aanmeldingsplicht.
1. Voor de toepassing van de verordening toeristenbelasting en onderhavige uitvoeringsregeling wordt onder ‘nachtverblijfregister’ verstaan een gegevensverzameling, waarin met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt geboden, wordt bijgehouden:
a. naam en woonplaats;
b. aantal personen en geboortedata;
c. datum van aankomst en datum van vertrek;
d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.
2. Het nachtverblijfregister dient te worden bijgehouden conform de bijlagen bij deze uitvoeringsregeling.
3. Van de verplichting bedoeld in het vorige lid kan door het college van burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend.
4. Aan het verlenen van de ontheffing bedoeld in het vorige lid kunnen voorwaarden worden gesteld door het college van burgemeester en wethouders.
5. Voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in het derde lid geldt in ieder geval als voorwaarde, dat een eigen nachtverblijfregister wordt bijgehouden, aan de hand waarvan over dezelfde gegevens kan worden beschikt als bedoeld in het eerste lid.
6. Een bonnensysteem wordt niet aanvaard als eigen nachtverblijfregister als bedoeld in het vijfde lid.
7. In het geval het nachtverblijfregister wordt bijgehouden voor mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen, vaste seizoenplaatsen en seizoenplaatsen, dient het nachtverblijfregister te worden bijgehouden per standplaats.
8. Indien belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, hoeft hij uitsluitend een nachtverblijfregister bij te houden voor de standplaatsen waarvoor de maatstaf van heffing wordt vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.
9. Het nachtverblijfregister dient op verzoek van de heffingsambtenaar onmiddellijk te worden overgelegd.
10. Het nachtverblijfregister wordt niet met de aangifte meegezonden.
11. Het nachtverblijfregister wordt door belastingplichtige zelf bewaard.
12. Voor zover op grond van andere wet- of regelgeving geen langere bewaartermijn geldt, geldt voor het nachtverblijfregister een bewaartermijn van 3 jaar.
1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De “Uitvoeringsregeling met betrekking tot de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2009” van 23 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
3. De regeling wordt voor het eerst toegepast op 1 januari 2010.
4. Deze regeling kan worden aangehaald als: “Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Bergen”.
Aldus besloten in de vergadering van het college van de gemeente Bergen van
22 december 2009.
de secretaris, de burgemeester,