Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Minimafonds 2010. |
Citeertitel | Verordening Minimafonds 2010. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 10-12-2009 Gemeentelijke informatiekrant, 21-01-10 | Onbekend |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
* Voor de belanghebbenden van 18 tot 21 jaar de toepasselijke norm als bedoeld in artikel 20 WWB (exclusief vakantietoeslag);
* Voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar, de toepasselijke norm als bedoeld in artikel 21 WWB.
* Voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder te verhogen met het in artikel 25 lid 2 WWB
genoemde maximumbedrag (Totale norm exclusief vakantietoeslag);
* Bij verblijf in een inrichting de toepasselijke norm als bedoeld in artikel 23 WWB (exclusief vakantietoeslag);
* voor de belanghebbenden van 65 jaar of ouder de toepasselijke norm als bedoeld in 22 WWB (exclusief vakantietoeslag).
Deze verordening beoogt, door middel van het toekennen van een financiële bijdrage, te voorkomen ofte doorbreken dat personen vanwege hun financiële positie in een situatie van maatschappelijk isolement dreigen te geraken. De financiële bijdrage wordt verleend in de kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten.
Geen recht op een financiële tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie heeft degene dieweliswaar tot de doelgroep behoort maar die:
De financiële tegemoetkoming in het kader van het Minimafonds wordt vastgesteld op de volgende bedragen:
Artikel 8 Periode van toekenning
De bijdrage wordt eenmaal per jaar voor de periode van twaalf maanden op aanvraag toegekend tot maximaal de bedragen als genoemd in artikel 7.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbendeafwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.