Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels uitleg overgangsrecht bestemmingsplan buitengebied 1998 |
Citeertitel | Beleidsregels uitleg overgangsrecht bestemmingsplan buitengebied 1998 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Woningwet
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2008 | Nieuwe regeling | 14-10-2008 Weekblad Gilze en Rijen, 22-10-2008 | College B&W, 14-10-2008 |
BELEIDSREGELS UITLEG OVERGANGSRECHT BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 1998
Overgangsrecht in het bestemmingsplan
De overgangsbepaling van het bestemmingplan Buitengebied 1998 bepaalt over bebouwing het volgende (artikel 37 a):
“Bouwwerken die bestaan op het tijdstip van het terinzageleggen van het ontwerp van dit plan dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning ingevolge artikel 40 Woningwet of krachtens een voor dat tijdstip gedane melding ingevolge artikel 42 Woningwet en die afwijken van het plan mogen behoudens onteigening overeenkomstig de wet mits de planafwijking naar aard niet wordt vergroot en er overigens geen andere afwijkingen van het plan ontstaat:
In de praktijk leidt de zinsnede “gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd” tot veel onduidelijkheden, met name in het geval van een voormalige agrarische schuur op de bestemming “burgerwoning”. De bestemming burgerwoning laat vrijstaande bijgebouwen tot maximaal 75 m² toe (bij sloop van de bestaande bijgebouwen kan eventueel vrijstelling worden verleend tot maximaal 150 m²), terwijl de van oudsher bestaande schuren op deze percelen vaak deze oppervlakte ruim overstijgen.
Omdat een nieuw te bouwen bijgebouw dus kleiner moet zijn dan de bestaande bebouwing, kiezen mensen er vaak voor de schuur te gaan “renoveren”, met andere woorden gedeeltelijk te gaan veranderen of vernieuwen.
Gedeeltelijke vernieuwing of verandering?
Onduidelijk is wat er precies onder gedeeltelijke vernieuwing of verandering moet worden verstaan. Duidelijk is dat een gedeeltelijke vernieuwing of verandering er niet toe mag leiden dat een bouwwerk wordt afgebroken en geheel opnieuw wordt opgebouwd. Evenmin is het de bedoeling dat in een betrekkelijk korte tijd in feite een compleet nieuw bouwwerk wordt gerealiseerd door in opeenvolgende fasen systematisch nagenoeg alles af te breken en te herbouwen. Dergelijke handelwijzen zijn in strijd met het de strekking van het overgangsrecht. Overgangsrecht is er namelijk altijd op gericht het bouwwerk uiteindelijk te doen verdwijnen, omdat het betreffende bouwwerk strijdig is met het geldende bestemmingsplan (en vaak ook met provinciaal beleid).
Er is besloten enkele uitgangspunten te formuleren voor de uitleg van de overgangsbepaling in het bestemmingsplan Buitengebied. De beleidsregels dragen bij aan een eenduidige uitleg van het overgangsrecht en leiden daarmee tot meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor de burger.
Gedeeltelijke vernieuwing of verandering is mogelijk zolang de planafwijking naar aard niet wordt vergroot en er overigens geen andere afwijkingen van het plan ontstaan en:
In bijzondere gevallen kan uiteraard van deze beleidsregels worden afgeweken met gebruikmaking van de inherente afwijkingsbevoegdheid/hardheidsclausule (artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht).