Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling activiteiten cultuurparticipatie Zaanstad |
Citeertitel | Subsidieregeling activiteiten cultuurparticipatie Zaanstad |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Cultuur |
Geen
Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Zaanstad
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2013 | Onbekend | 16-11-2009 Gemeenteblad 2009, 101 | Z/2009/182660 |
Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad,
dat de raad in november 2004 de Cultuurnota 2005 – 2008 en in november 2008 de notitie Cultuur in Uitvoering, maatregelenpakket 2009 – 2012 heeft vastgesteld;
dat het gemeentelijk Programma Cultuurparticipatie (Z/2008/80995 d.d. 14 november 2008) in december 2008 geaccordeerd is door het Fonds voor Cultuurparticipatie;
dat de gemeente het belang onderkent dat activiteiten, die bijdragen aan de in deze beleidskaders geformuleerde doelstellingen voor een subsidie in aanmerking kunnen komen;
dat het wenselijk is om in dat kader nadere regels voor subsidiëring vast te stellen;
de Algemene Subsidieverordening Zaanstad en de Algemene wet bestuursrecht;
Subsidieregeling activiteiten cultuurparticipatie Zaanstad
Deze regeling is, mede gelet op artikel 3 lid 1 van de Verordening, van toepassing op door het college gedurende een subsidiabele periode te verstrekken geldelijke bijdragen ten behoeve van de stimulering van cultuurparticipatie door organisaties op de programmalijnen amateurkunst, cultuureducatie, volkscultuur en mix, als nader aangeduid in bijlage 1.
Artikel 4 Subsidiabele periode, subsidieplafond en wijze van verdeling
De ingevolge deze regeling beschikbare subsidie wordt verdeeld in de volgorde van binnenkomst van de aanvragen met dien verstande dat, indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht gelegenheid tot aanvulling van de aanvraag heeft gekregen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.
In bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het bepaalde in deze regeling.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) geeft een wettelijk kader voor alle subsidies die het Rijk en de lagere overheden toekennen. De eis dat een subsidie in beginsel steeds een wettelijke grondslag heeft, staat hierbij centraal. Voor de gemeente betekent dit dat toekenning van subsidies gebaseerd moet zijn op een verordening. Daarvoor is de Algemene Subsidieverordening Zaanstad vastgesteld.
De Subsidieregeling activiteiten cultuurparticipatie Zaanstad is gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening. Deze regeling bevat nadere subsidieregels ten behoeve van de stimulering van cultuurparticipatie door organisaties.
Op 13 november 2008 heeft de wethouder Cultuur namens het college een ‘Verklaring van deelname Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten 2009 -2012’ van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie getekend. Daartoe was de wethouder Cultuur gemachtigd in het collegebesluit van 14 oktober 2008 (Z/2008/69114). Deze verklaring hoort bij het Programma Cultuurparticipatie, waarin de subsidieaanvraag bij het Fonds voor Cultuurparticipatie (Z/2008/80995) is beschreven. Het Fonds voor Cultuurparticipatie is ingesteld op basis van een besluit van de Minister van OC&W met als doel het bevorderen van de cultuurparticipatie langs de programmalijnen amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur. Zaanstad heeft daar nog de categorie mix aan toegevoegd. Hierin zijn activiteiten opgenomen die overstijgend zijn op de eerder genoemde programmalijnen.
De Subsidieregeling activiteiten cultuurparticipatie Zaanstad vormt het juridische kader voor het verstrekken van geldelijke bijdragen ten behoeve van de stimulering van cultuurparticipatie door organisaties.
Het adviespanel cultuur Zaanstad adviseert het college over toekenning van subsidies, onder andere subsidies die vallen onder deze regeling.
De meest relevante specifieke begrippen voor deze regeling zijn gedefinieerd. De Algemene Subsidieverordening Zaanstad is aanvullend van toepassing.
In dit artikel is het doel vastgelegd. Het gaat om het verstrekken van subsidie voor het uitvoeren van activiteiten die passen in de programmalijnen (hoofdthema’s) amateurkunst, cultuureducatie, volkscultuur en mix uit het Programma Cultuurparticipatie.
Artikel 3 Structurele en eenmalige subsidies
Organisaties kunnen in aanmerking komen voor een jaarsubsidie of incidentele subsidie. Een incidentele subsidie kan worden aangevraagd voor een éénmalige activiteit.
Artikel 4 Subsidiabele periode, subsidieplafond en wijze van verdeling
De subsidie wordt verstrekt voor het kalenderjaar waarin activiteiten plaatsvinden. Het college heeft het subsidieplafond vastgesteld voor een periode van 4 jaren, 2009, 2010, 2011 en 2012, conform bijlage I bij deze regeling. Voor de volledigheid is het jaar 2009 ook in de tabel opgenomen vanwege het feit dat nog niet gebruikte gelden in de jaren 2010, 2011 en 2012 onder bepaalde voorwaarden een jaar later besteed kunnen worden.
De organisatie vraagt de subsidie schriftelijk aan door het volledig invullen en ondertekenen van een daarvoor bestemd formulier dat via de website is te downloaden. Een jaarsubsidie moet vóór 1 juli van het voorafgaande jaar worden aangevraagd en een incidentele subsidie 17 weken voordat de activiteit is gestart. Het kan zijn dat aanvullende informatie nodig is om de aanvraag goed te kunnen beoordelen.
De aanvraag sluit aan bij de thema’s amateurkunst, cultuureducatie, volkscultuur en mix uit het Programma Cultuurparticipatie. Hieronder volgt een toelichting per thema:
II. een en ander met als doelgroepen:
II een en ander met als doelgroepen:
II een en ander met als doelgroepen:
De jaarsubsidie en de incidentele subsidie wordt geweigerd als de activiteit niet in Zaanstad plaatsvindt. Bovendien gaat het om organisaties die geen winstoogmerk nastreven.
De jaarsubsidie en de incidentele subsidie kunnen worden geweigerd als een zelfde activiteit al wordt gesubsidieerd. Ook kan de subsidie worden geweigerd als de financiële haalbaarheid van de activiteit wordt betwijfeld of dat de kosten niet in verhouding staan tot de omvang van de activiteit.
Op een aanvraag voor een jaarsubsidie beslist het college vóór 1 januari van het volgend jaar. Op een aanvraag voor incidentele subsidies beslist het college binnen 13 weken.
Indien nodig kan het college nadere regels vaststellen.
Het is denkbaar dat in uitzonderlijke gevallen de toepassing van de regeling tot onbillijke situaties leidt. In die gevallen kan het college afwijken van de regeling.