Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

Mandatenlijst 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandatenlijst 2009
CiteertitelAlgemeen Mandaat-, Volmacht- en Machtigingbesluit (INGETROKKEN PER 24/03/2010)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 75, tweede lid van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-200924-03-2010Onbekend

21-04-2009

De Moerdijkse Bode

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandatenlijst 2009

ALGEMEEN MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGBESLUIT Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Moerdijk, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft, gelet op het bepaalde in artikel 75, tweede lid van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht; besluiten:

I. In te trekken de mandatenlijst 2007, vastgesteld bij besluit van 3 april 2007 en gewijzigd bij besluit van 2 juni 2008.

II. De uitoefening van de bevoegdheden die staan vermeld in het bij dit besluit behorende schema te verlenen aan de daarin genoemde functionarissen onder de daarbij vermelde specifieke bepalingen.

III. Ten aanzien van de uitoefening van de in dit besluit bedoelde mandaten, volmachten en machtigingen een aantal hieronder volgende algemene bepalingen vast te stellen.

Artikel 1Begripsomschrijvingen: In dit besluit wordt een aantal begrippen gehanteerd, waaronder het volgende wordt verstaan:

Mandaat: Mandaat is volgens artikel 10:1 Awb de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of enig ander persoon of college met openbaar gezag bekleed) een besluit te nemen. Dit laatste zijn volgens artikel 1:3 Awb schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, gericht dus op rechtsgevolg, bijvoorbeeld het afgeven van vergunningen en ontheffingen op grond van de algemene plaatselijke verordening. Kenmerk van mandaat is dat de bevoegdheid niet overgaat, maar in naam van de mandans wordt uitgeoefend. De mandans blijft dan ook verantwoordelijk voor de uitoefening van de bevoegdheid. Mandaat is eigenlijk de publiekrechtelijke tegenhanger van de volmacht uit het privaatrecht.

Volmacht: Volmacht heeft betrekking op het besluiten tot en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen in naam van het bestuursorgaan bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst. Artikel 10:12 verklaart de hele afdeling 10.1.1 over mandaat van de Awb van overeenkomstige toepassing op de volmacht.

Machtiging: Hiervan is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Dit zijn weer handelingen die geen privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn of geen besluiten zijn in de zin van artikel 1:3 Awb. Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie, het vragen van inlichtingen, het uitbrengen van advies of het afsluiten van een straat. Artikel 10:12 verklaart de hele afdeling 10.1.1 over mandaat van de Awb van overeenkomstige toepassing op de machtiging.

Algemeen het college : college van burgemeester en wethouders van Moerdijk;

A. Ten aanzien van mandaat

a. mandaat : de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de mandans) een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3 Awb;

b. mandans : degene die het mandaat verleent;

c. mandataris : degene die het mandaat ontvangt;

B. Ten aanzien van volmacht

a. volmacht : de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de volmachtverlener) te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen en deze te verrichten;

b. volmachtverlener : degene die de volmacht verleent;

c. volmachtontvanger : degene die de volmacht ontvangt;

C. Ten aanzien van machtiging

a. machtiging : de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de machtigingverlener) feitelijke handelingen te verrichten;

b. machtigingverlener : degene die de machtiging verleent;

c. machtigingverkrijger : degene die de machtiging ontvangt;

Artikel 2Algemeen:

1. Het college c.q. de burgemeester kan mandaat, volmacht of machtiging verlenen aan de volgende mandatarissen, volmachtontvangers of machtigingverkrijgers: portefeuillehouders, directeuren, managers en teamhoofden of voor de uitvoering van een taak speciaal aangewezen medewerkers/adviseurs. Er kan ook mandaat, volmacht of machtiging worden verleend aan personen die niet in een ondergeschikte positie tegenover de mandans, volmachtverlener of machtigingverlener verkeren. Bij mandaat aan een manager wordt de manager bedoeld van afdeling die aan het begin van het hoofdstuk genoemd wordt. In het hoofdstuk “Algemeen” wordt met manager alle managers bedoeld.

2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het schema wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3: Bevoegde personen bij mandaatverlening

1. Het aan een bepaalde functionaris opgedragen mandaat, volmacht of machtiging wordt geacht eveneens opgedragen te zijn aan diens leidinggevende en aan de door het college als zodanig benoemde plaatsvervanger. Teamhoofden kunnen horizontaal worden vervangen door een teamhoofd van dezelfde afdeling. Managers worden vervangen door de teamhoofden van hun afdeling.

2. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden “bij afwezigheid” of ‘’plv (plaatsvervanger) ’’.

3. Indien een bevoegdheid aan een externe functionaris wordt gemandateerd wordt daarmee het mandaat eveneens geacht te zijn opgedragen aan de manager van de betrokken functionele afdeling binnen de gemeentelijke organisatie.

Artikel 4Grenzen aan mandaat, volmacht of machtiging:

1. Een in mandaat-, volmacht- of machtigingverhouding te nemen besluit dient vooraf aan het college c.q. de burgemeester te worden voorgelegd, indien:

a. het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het dan toe gevoerde beleid;

b. het besluit niet past binnen de daartoe bestemde budgetten;

c. de betrokken portefeuillehouder of de burgemeester dit kenbaar heeft gemaakt;

d. bij betrokkenheid van meerdere afdelingen één van de afdelingen over het te nemen besluit een afwijkend of negatief advies heeft uitgebracht;

e. voorzienbaar is, dat het besluit politiek gevoelige en publicitaire consequenties heeft;

f. er persoonlijke betrokkenheid van de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger bij het te nemen besluit bestaat;

g. artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is; of indien de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger enige twijfel koestert of zulks het geval is.

2. Ingeval de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger op basis van het bepaalde in het eerste lid een te nemen besluit voorlegt aan het college c.q. de burgemeester, nemen deze bestuursorganen het besluit zelf of geven de condities, waaronder de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger gebruik mag maken van zijn bevoegdheid, zulks onverminderd het bepaalde in het vierde lid.

3. Ingeval artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is neemt het college het besluit zelf.

4. Indien door de mandataris wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, doet dit niets af aan de rechtsgeldigheid van het in mandaat genomen besluit, met uitzondering van het besluit dat is genomen in strijd met het eerste lid onder f van dit artikel.

5. De bevoegdheden in het kader van het budgethouderschap dienen in acht te worden genomen.

Artikel 5Reikwijdte mandaat-, volmacht- of machtigingverstrekking:

1. Indien het college c.q. de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woord, onverminderd het bepaalde in het tweede lid van artikel

2. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:- Het nemen van alle voorbereidende besluiten cq ontwerpbesluiten;- Het uitreiken van een gespecificeerd bewijs van ontvangst e.d.;- Het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen e.d.- Verdagen en/of uitstellen;- Verzoeken om aanvullende informatie;- Het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;- Het stellen van nadere voorwaarden;- Het toekennen van bedragen in termijnen;- Het toekennen van voorschotten;- Het afleggen van verantwoording aan het rijk;- Het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in dewetgeving is opgenomen;- Het toezenden van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;- Alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de verleende bevoegdheid.

2. Correspondentie in het kader van de voorbereiding en/of uitvoering van door het gemeentebestuur te nemen/genomen besluiten, kortom alle gewone correspondentie die geen rechtsgevolgen heeft, kan de ambtenaar zelf (in eigen naam) ondertekenen, tenzij in dit besluit anders is geregeld. Tevens is de ambtenaar bevoegd tot algemene voorbereidingshandelingen die geen besluit opleveren. Dit is inherent aan de uitoefening van de functie van de betreffende ambtenaar. Onder algemene correspondentie en algemene handelingen worden bijvoorbeeld verstaan:

a. Het schriftelijk verstrekken en toezenden van gegevens en informatie;

b. Het opvragen van inlichtingen, bescheiden en kosteloze adviezen aan derden;

c. Het versturen van uitnodigingen voor een hoorzitting;

d. Het horen van belanghebbenden tijdens een hoorzitting;

e. Kennisgeving ter inzage legging besluit/aanvraag;

f. Het uitreiken van een algemen bewijs van ontvangst;

g. Het toezenden/doorzenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

h. Het bekend maken van besluiten.;

i. Verzoeken om aanvullende informatie;

j. Geven van algemene informatie, geen besluiten zijnde.

3. Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een volmachtontvanger wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.

Artikel 6Ondertekening:

1. Daar waar door het college c.q. de burgemeester een bevoegdheid is verleend tot het nemen van een besluit, wordt tevens de bevoegdheid tot ondertekening verleend, voor zover dit niet wettelijk is uitgesloten.

2. In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, dat het besluit is genomen krachtens mandaat, volmacht of machtiging. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden: Het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester, namens dezen c.q. namens deze, en dan de functie en naam van de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger

Artikel 7: Vertegenwoordiging en procesbesluiten

1. Aan de managers, ieder voor zover het hun afdeling betreft, wordt de bevoegdheid verleend tot het instellen van gerechtelijke middelen, waaronder begrepen verhaals- en incassoprocedures, het nemen van procesbesluiten en het aanspannen van civielrechtelijke procedures. Tevens wordt aan de managers de bevoegdheid verleend tot het voeren van verweer in administratiefrechtelijke, strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures.

2. Aan de medewerkers, ieder voor zover het hun afdeling betreft, wordt de bevoegdheid verleend tot het aanspannen van administratiefrechtelijke procedures en het voeren van verweer in administratiefrechtelijke procedures.

3. De managers en de medewerkers wordt daarbij de bevoegdheid verleend tot het verrichten van alle proceshandelingen, die het belang van de gemeente dienen.

4. Aan de managers, ieder voor zover het hun eigen afdeling betreft, wordt de bevoegdheid verleend om bij geschillen te besluiten tot het volgen, uitvoeren en bewaken van een mediationtraject.

5. Aan de managers wordt de bevoegdheid verleend tot het doen van aangifte, indien aan de gemeente schade is veroorzaakt, het verhalen van die schades op de veroorzaker daarvan, waaronder begrepen het desgewenst voegen in eventuele strafrechtelijke procedures.

6. De managers zijn bevoegd bovengenoemde bevoegdheden over te dragen aan hun medewerkers.

Artikel 8Aanhaling en inwerkingtreding:

1.Dit besluit wordt aangehaald als het “Algemeen Mandaat-, Volmacht- en Machtigingbesluit”

2. Het besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de vergadering van het college d.d 21 april 2009,de gemeentesecretaris, de burgemeester,

drs. A.E.B. Kandel Drs. W.M.J. Denie

Toelichting bij de artikelen

Artikel 1 Deze bepaling is opgenomen om duidelijk te maken, wat onder mandaat, volmacht en machtiging wordt verstaan. Het gebruik van het begrip “college” is geheel in overeenstemming met de benaming in de Gemeentewet.

Artikel 2 lid 1 Het eerste lid geeft aan welke functionarissen een bevoegdheid kan worden verleend. Ook aan functionarissen die niet ondergeschikt zijn aan de gemeente als werkgever kan worden gemandateerd.

Artikel 2 lid 2 Het tweede lid spreekt voor zich. De mandataris zal zich bij de uitoefening van de bevoegdheden moeten houden aan bijvoorbeeld het gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid, de geldende APV of geldend beleid met betrekking tot subsidieverstrekkingen. Ook mag hij natuurlijk niet in strijd handelen met Europese, nationale, provinciale en gemeentelijke wetgeving, waaronder begrepen strijd met regelgeving van andere bestuursorganen zoals bijvoorbeeld hoogheemraadschappen en waterschappen, en de daarbij behorende jurisprudentie.

Artikel 3 In dit artikel wordt geregeld dat bij afwezigheid van gemandateerde functionarissen de direct leidinggevende of de plaatsvervanger van de functionaris in ieder geval ook bevoegd zijn de betreffende besluiten af te doen. Met betrekking tot de plaatsvervangers dient het college een lijst vast te stellen waarop de functionarissen en hun plaatsvervangers met name genoemd worden.

Artikel 4 lid 1 Dit artikel geeft de belangrijkste randvoorwaarden aan voor het uitoefenen van de verleende bevoegdheid. De situaties worden beschreven waarin teruggekoppeld moet worden naar het college of de burgemeester. Opgemerkt wordt dat het criterium als bedoeld onder e niet 100% waterdicht zal zijn. De voorzienbaarheid is namelijk een subjectief criterium. Bovendien hoeft een besluit op het moment van het nemen daarvan nog geen politieke of publicitaire consequenties te hebben, maar kunnen die consequenties in de loop der tijd ontstaan. Voorbeeld van persoonlijke betrokkenheid als bedoeld onder f doet zich bijvoorbeeld voor als de mandataris een vergunning aanvraagt voor het kappen van een eigen boom.

Artikel 4 lid 2 In het tweede lid zijn de gevolgen neergelegd van de situatie, die zich voordoet in het eerste lid bijvoorbeeld: de mandans neemt dan zelf het besluit of laat de bevoegdheid aan de mandataris al dan niet onder oplegging van nadere instructies.

Artikel 4 lid 3 In artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet is opgenomen, dat het college de raad vooraf inlichtingen moet verstrekken over de uitoefening van onder andere de bevoegdheden als opgenomen in artikel 160, eerste lid onder e (besluiten tot en verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen) en onder f (voeren van rechtsgedingen), indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening van die bevoegdheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Voorts is in dat artikel bepaald, dat in het laatste geval het college geen besluit neemt dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Een en ander laat weinig ruimte om de bevoegdheid over te dragen. Vandaar de inhoud van de redactie van het derde lid.

Artikel 4 lid 4 Het vierde lid maakt duidelijk, dat in het eerste lid wordt gedoeld op een terugkoppelingsplicht van de mandataris, volmachtontvanger of machtigingverkrijger. Deze terugkoppelingsplicht betreft een interne kwestie, die niet naar buiten werkt. Het zegt namelijk niets over de bevoegdheidstoedeling an sich. Daarmee wordt voorkomen, dat het niet voldoen aan de terugkoppelingsverplichting voor vervelende, gerechtelijke procedures kan zorgen. De uitzondering aan het slot van dit lid is vanzelfsprekend.

Artikel 4 lid 5 Indien een gemandateerde niet tevens de budgethouder is zal beoordeeld moeten worden of het mandaat in stand kan blijven en er onderling afspraken gemaakt kunnen worden.

Artikel 5 lid 1 Voor de duidelijkheid is in dit artikel bepaald, dat het verlenen van een bevoegdheid niet alleen betreft het nemen van een besluit, bijvoorbeeld het beslissen op een aanvraag om subsidie, of het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen of het verrichten van een feitelijke handelingen, maar dat daaronder ook vallen het voeren van correspondentie en alle andere voorbereidingshandelingen die worden verricht in de aanloop tot de totstandkoming van het besluit, de privaatrechtelijke rechtshandeling of de feitelijke handeling en de afhandeling daarvan, bijvoorbeeld het afleggen van verantwoording aan het rijk bij de besteding van overheidsgelden. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt, dat hieronder tevens valt het besluit om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren, een beschikking niet te nemen of de overeenkomst niet aan te gaan dan wel de informatie niet te verstrekken. Voor wat betreft het bekend maken geldt als voorbeeld het bekend maken van een besluit tot aanhouding van de aanvraag om een bouwvergunning (artikel 2.2.3 van de Bouwverordening). Een voorbeeld van toezending is het toezenden van een vrijstelling ex artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de inspecteur van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel 5 lid 2

Het verrichten van algemene voorbereidingshandelingen en het verstrekken van informatie etc. bij niet gemandateerde bevoegdheden, wordt geacht te behoren tot de reguliere taakuitoefening van de betrokken ambtenaren, voorzover daar geen publiekrechtelijke of privaatrechtelijke binding uit voort vloeit.

Artikel 8Het nieuwe mandaatbesluit dient conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht openbaar bekend te worden gemaakt.

Voor de volledige mandatenlijst klik op de volgende link:

Externe verwijzing naar http://intranet.gov.moerdijk.nl/bis/verordeningen/069.mandatenlijst.pdf