Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellendoorn

Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellendoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
CiteertitelProcedureverordening Planschadevergoeding 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 49
  3. Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 72

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-2002art. 5

16-04-2002

Twents Volksblad, 23-04-2002

99.10950/00.9250/00.7639/00.12985
24-04-2002art. 2a

16-04-2002

Twents Volksblad, 23-04-2002

99.10950/00.9250/00.7639/00.12985
01-05-199504-07-2015nieuwe regeling

18-04-1995

Twents Volksblad, 25-04-1995

95.2227

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

De raad van de gemeente Hellendoorn;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van april 1995;

 

gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

 

b e s l u i t :

 

  • I.

    in te trekken de bij raadsbesluit van 28 januari 1969, nummer 28.610, vastgestelde "Procedureverordening planschadevergoeding 1968";

     

  • II.

    vast te stellen de navolgende "Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening".

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    artikel 49: artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • -

    commissie: de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • -

    aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 49, die een aanvraag om toekenning van schadevergoeding heeft ingediend.

Artikel 2

Indien een belanghebbende meent, dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerde aanvraag om toekenning van schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad.

Artikel 2a

Voor het in behandeling nemen van verzoeken om planschadevergoeding zijn leges verschuldigd als bedoeld in de tarieventabel van de van kracht zijnde Legesverordening.

Artikel 3
  • 1.

    De gemeenteraad kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag vergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan de artikelen 4 en volgende indien de aanvraag kennelijk ongegrond is.

  • 2.

    De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad éénmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.

  • 3.

    Afschrift van het besluit, als bedoeld in het eerste lid, wordt de aanvrager zo spoedig mogelijk bij aangetekende brief toegezonden.

Artikel 4
  • 1.

    Indien geen toepassing heeft plaatsgevonden van het eerste lid van artikel 3 geeft de gemeenteraad aan de commissie opdracht ter zake advies uit te brengen.

  • 2.

    De in het voorgaande lid bedoelde opdracht geschiedt binnen vier weken na het verstrijken van de - eventueel verlengde - termijn, bedoeld in het eerste lid van artikel 3.

Artikel 5

Als schadebeoordelingscommissie treedt een commissie op die dient te voldoen aan de volgende criteria:

  • -

    onafhankelijk;

  • -

    objectief;

  • -

    ter zake deskundig.

De Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam wordt in ieder geval als een zodanige schadebeoordelingscommissie aangemerkt.

Artikel 6
  • 1.

    De commissie hoort de aanvrager en/of gemachtigde en één of meer vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2.

    Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/of zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de commissie een kort verslag gemaakt, dat als bijlage aan het advies wordt gehecht.

  • 3.

    De commissie neemt de situatie ter plaatse op.

Artikel 7
  • 1.

    De commissie gaat allereerst na of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van een besluit als bedoeld in artikel 49 schade lijdt, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.

  • 2.

    Leidt dit onderzoek tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de commissie de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding.

Artikel 8
  • 1.

    De commissie brengt schriftelijk advies uit aan de gemeenteraad binnen 18 weken na verzending van de opdracht als bedoeld in het eerste lid van artikel 4.

  • 2.

    Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn, stelt de commissie zowel de gemeenteraad als de aanvrager schriftelijk in kennis.

  • 3.

    Een afschrift van het rapport wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vier weken voor de beslissing van de gemeenteraad van gemeentewege aan de aanvrager toegezonden.

  • 4.

    Aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld - schriftelijk of mondeling via de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en grondzaken - eventuele opmerkingen naar aanleiding van het advies van de schadebeoordelingscommissie vóór de behandeling in de gemeenteraadsvergadering ter kennis van de raad te brengen.

Artikel 9
  • 1.

    Binnen tien weken nadat de commissie het advies genoemd in het vorige artikel heeft uitgebracht, beslist de gemeenteraad.

  • 2.

    Indien de gemeenteraad een schadevergoeding vaststelt, bepaalt hij de datum vóór welke de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.

  • 3.

    Artikel 3, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening Planschadevergoeding 1995".

 

  • III.

    Het onder I. en II. bepaalde treedt op 1 mei 1995 in werking.

De raad voornoemd,

de secretaris, de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2

Geadviseerd wordt de aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 door middel van een schriftelijke aanvraag te laten indienen en daarin de motieven te laten vermelden, opdat de gemeenteraad zal kunnen beoordelen of de aanvraag verband houdt met één van de in artikel 49 genoemde planologische maatregelen, een en ander met het oog op mogelijke toepassing van artikel 3 (zogenaamde "verkorte procedure").

Artikel 3

Een ook voor de aanvrager duidelijke motivering van een besluit als bedoeld in het derde lid is uiteraard nodig, evenals vermelding van de mogelijkheid om bezwaren (bij de gemeenteraad) en beroep in te stellen bij de sector Bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank te Almelo en hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te 's Gravenhage). Hiervoor zij verwezen naar de respectievelijke artikelen 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede naar artikel 37 van de Wet op de Raad van State

Artikel 4

Het verdient uit oogpunt van tijdsbesparing aanbeveling om aan de commissie naast een fotokopie van de aanvraag ook de volgende stukken reeds toe te zenden:

  • -

    toepasselijke procedureverordening;

  • -

    fotokopie planvoorschriften en plankaart van het door verzoeker gewraakte bestemmingsplan, voorzien van data van vaststelling door de raad, goedkeuring Gedeputeerde Staten van Overijssel en mogelijk Koninklijk Besluit (indien de beweerdelijk geleden schade het gevolg is van andere planologische maatregelen: de dan van toepassing zijnde gegevens en data);

  • -

    gegevens van de planologisch vastgelegde situatie voordat de door verzoeker gewraakte situatie ontstond, eveneens voorzien van genoemde data.

Artikel 8

Het derde en het vierde lid beogen, dat de gemeente niet eerder een eindbeslissing neemt alvorens de aanvrager ten minste vier weken over het rapport heeft kunnen beschikken en de gemeenteraad van mogelijke opmerkingen over het advies van de commissie in kennis heeft kunnen stellen. Indien een aanvrager schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen naar aanleiding van het advies van de schadebeoordelingscommissie vóór de behandeling in de gemeenteraadsvergadering ter kennisneming van de raad wenst te brengen, wordt hij in een vergadering van de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en grondzaken in de gelegenheid gesteld zijn opmerkingen toe te lichten.