Organisatie | Hellendoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Hellendoorn 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Omdat de bekendmaking van de nieuwe regeling niet is te achterhalen, is de datum van in werking treden bij benadering gekozen. Hierbij is uitgegaan van het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 13-3-1998, SFB 98/519
N.v.t..
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2002 | artt. 6 en 7 | 25-06-2002 Onbekend. | 02.5131 | ||
24-03-1998 | 12-02-2011 | nieuwe regeling | 27-01-1998 Onbekend. | 97.14315 |
De raad van de gemeente Hellendoorn;
gelezen het voorstel van Burgemeesters en Wethouders van 13 januari 1998;
gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
Verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Kosten van exploitatie
Voor de berekening ten behoeve van de begroting van kosten en ten behoeve van de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond begrepen:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten worden ten minste verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen van structuurplannen en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied. Onder de te verhalen kosten vallen ook de planschadevergoedingen en de aan de desbetreffende procedures toe te rekenen kosten. Hiervoor kunnen de kosten worden geraamd in de exploitatieberekening, doch het is partijen toegestaan hiervoor per geval een regeling te treffen;
HOOFDSTUK 2 IN EXPLOITATIE BRENGEN OP INITIATIEF VAN DE GEMEENTE
Artikel 3 Vaststelling bekostigingsbesluit
Voordat op initiatief van de gemeente met het treffen van voorzieningen van openbaar nut in een exploitatiegebied wordt aangevangen, wordt door de gemeenteraad een bekostigingsbesluit voor dat exploitatiegebied vastgesteld en bekend gemaakt op de wijze zoals bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.
Partijen kunnen overeenkomen dat ze het nemen van een bekostigingsbesluit niet noodzakelijk achten voor het aangaan van een exploitatie-overeenkomst.
Het bekostigingsbesluit bevat in ieder geval de onderdelen a t/m e, terwijl onderdeel f aangeeft op welke wijze de kosten worden berekend:
een begroting van de ten laste van de onroerende zaken in het exploitatiegebied komende kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond, en van de ten gunste van het in exploitatie nemen van gronden komende opbrengsten. De opbrengsten bestaan uit:
Artikel 4 Wijze van toerekening naar mate van profijt
Onder de grondoppervlakte wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin het profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Artikel 5 Vaststelling exploitatiebijdrage
De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, het bedrag dat volgens de in de begroting als bedoeld in artikel 3, tweede lid onder f. uitgewerkte wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de gronden bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, en verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de in het eerste lid bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht, wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
Indien de exploitant zelf conform artikel 6, derde lid, onder e. voorzieningen van openbaar nut aanlegt, bestaat de exploitatiebijdrage uit de bijdrage, zoals deze op grond van het eerste lid van dit artikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door exploitant uit te voeren werkzaamheden, voorzover deze kosten corresponderen met de begroting van kosten zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder f..
HOOFDSTUK 3 IN EXPLOITATIE BRENGEN OP VERZOEK VAN EXPLOITANT
Artikel 7 Indiening aanvraag voor medewerking
In geval door Burgemeester en Wethouders -in het kader van dit artikel- een aanvraag voor een bouwvergunning, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.
Indien de gemeente zelf binnen het exploitatiegebied eigendommen heeft of indien er binnen het exploitatiegebied meerdere grondeigenaren zijn, danwel in geval er binnen het exploitatiegebied werken moeten worden uitgevoerd die (ook) van belang zijn voor aangrenzende gebieden, kan de gemeente verlangen dat de werkzaamheden binnen het exploitatiegebied door of vanwege de gemeente zelf worden gerealiseerd.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 9 Weigeringsgronden voor een exploitatie-overeenkomst
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft niet te worden verleend indien:
Artikel 10 Uitzonderingsbepalingen
De artikelen 2, eerste lid, 3, 5 en 6 van deze verordening zijn niet van toepassing op voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op het openbare riool. In dergelijke gevallen besluiten Burgemeester en Wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op exploitatiegebieden welke kleiner zijn dan 1000 m2.
HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 11 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat reeds op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit is genomen, een exploitatie-overeenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing.