Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING NEDERWEERT 2010 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Nederweert 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Algemene Subsidieverordening Nederweert 2019.
Uitvoeringsregeling Waarderingssubsidies 2010
Uitvoeringsregeling Prestatiesubsidie en representatie 2010
Uitvoeringsregeling Investeringssubsidie 2010
Uitvoeringsregeling Incidentele en Projectsubsidies 2010
Uitvoeringsregeling subsidies ontwikkelingssamenwerking
Uitvoeringsregeling Peuterprogramma
Beleidsregel subsidie legeskosten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 24-11-2009 | 2009-77 |
De raad van de Gemeente Nederweert,
Overwegende dat het gewenst is om de algemene subsidieverordening, zoals die eind 2004 is vastgesteld te evalueren en de actualiseren op basis van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
dat tevens waarmogelijk gestreefd is het aantal regels te verminderen maar dat toch de wijze van subsidieverstrekking en de voorwaarden daartoe op een rechtmatige wijze wordt uitgevoerd;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2009, nr. 2009-77;
Gelet op het bepaalde in de gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht,
Vast te stellen de navolgende:
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. subsidie: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.;
b. activiteit: iedere vorm van menselijk handelen, voor zover het gemeentebestuur dit wil bevorderen;
c. budgetsubsidie: een subsidie in de vorm van een vast bedrag of een vast bedrag per prestatie voor de uitvoering van activiteiten die het gemeentebestuur naar aard, inhoud, omvang en/of beoogde effecten wil beïnvloeden;
d. projectsubsidie: een subsidie ter uitvoering van een project ter realisering van een specifieke gemeentelijke beleidsprioriteit;
e. waarderingssubsidie: een subsidie als waardering voor activiteiten die de gemeente van belang acht, zonder deze – of slechts in beperkte mate – naar aard, inhoud, omvang en/of beoogde effecten te willen beïnvloeden;
f. incidentele subsidie: een subsidie die voor een bepaalde activiteit wordt verleend;
g. investeringssubsidie: een subsidie in de kosten van aankoop, verbouw, uitbreiding van accommodaties en/of materiële aanschaffingen ten behoeve van die accommodaties die voor de uitvoering van activiteiten noodzakelijk zijn;
h. subsidieplafond: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:22 van de algemene wet bestuursrecht;
i. uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die tussen de ontvanger van een budgetsubsidie of een projectsubsidie wordt gesloten ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening;
j. subsidieverlening: de beschikking met een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het subsidiebedrag wordt vermeld, dan wel de wijze wordt aangegeven waarop dit bedrag wordt bepaald, alsmede de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;
k. subsidievaststelling: de beschikking waarin definitief wordt beslist dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen het gemeentebestuur tot uitbetaling verplicht;
l. directe subsidievaststelling: het vaststellen van het subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt;
m. subsidietijdvak: het in de subsidieverlening genoemde tijdvak waarvoor subsidie is verleend;
n. boekjaar: kalenderjaar, tenzij met de subsidieontvanger een ander tijdvak is overeengekomen;
o. uitvoeringsregeling: een door het college vastgestelde nadere regeling van subsidies voor bepaalde activiteiten, waarin subsidiegrondslagen en –criteria en verdeelregels zijn opgenomen;
p. voorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 2:374 Burgerlijk Wetboek
q. reserve: een reserve als bedoeld in artikel 2:373 Burgerlijk Wetboek;
r. egalisatiereserve: reserve als bedoeld in artikel 4:72 Awb om de negatieve verschillen tussen de subsidie en de kosten van de gesubsidieerde activiteiten op te vangen;
Burgemeester en wethouders stellen voor te onderscheiden subsidievormen uitvoeringsregelingen vast een omschrijving kunnen omvatten van de volgende zaken:
a. de beleidsdoelen die op het beleidsterrein worden nagestreefd;
b. de grondslag voor subsidiëring;
c. de subsidiabele activiteiten of prestaties;
De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:
a. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zullen zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks aanwijsbaar ten goede zullen komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan de activiteit waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
d. de aanvrager ook zonder subsidietoekenning over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, te dekken;
e. de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente, dan wel de betreffende activiteiten in dat kader onvoldoende prioriteiten hebben;
Artikel 1.9 Subsidievaststelling
Met in achtneming van het bepaalde in artikel 4:46 lid 2 van de Awb kunnen burgemeester en wethouders de subsidie lager vaststellen indien:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet geheel hebben plaatsgevonden.
b. de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;
c. de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.
Artikel 2.2 Eerste subsidieaanvraag
Bij een eerste subsidieaanvraag dient de aanvrager die een rechtspersoon is, op verzoek van burgemeester en wethouders, een exemplaar van de statuten, een exemplaar van het huishoudelijk reglement, een opgave van de bestuurssamenstelling en een inzicht in de financiële situatie van de subsidieaanvrager voor zover noodzakelijk ter beoordeling van de subsidieaanvraag, over te leggen.
De subsidieontvanger brengt het voornemen tot ontbinding van de rechtspersoon of het aanvragen van faillissement of surséance van betaling respectievelijk van en voor de rechtspersoon, alsmede het geheel of gedeeltelijk staken van gesubsidieerde activiteiten onverwijld ter kennis van burgemeester en wethouders.
Voor zover de subsidieaanvrager voor dezelfde activiteiten tevens subsidie, respectievelijk een financiële bijdrage, heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, respectievelijk private organisaties, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag onder vermelding van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
De subsidieontvanger is verplicht haar roerende en onroerende eigendommen en bezittingen te verzekeren tegen herbouw- of vervangingswaarde tegen de schade van brand, storm en inbraak en andere door burgemeester en wethouders verder eventueel aan te duiden risico’s waaronder wettelijke aansprakelijkheid.
Artikel 3.1 Aanvraag budgetsubsidie
Bij de aanvraag dient te worden overgelegd:
a. een activiteitenplan met daarin een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en een aanduiding hoe de activiteiten aansluiten bij de gemeentelijke doelstellingen op het desbetreffende beleidsterrein;
b. een begroting met een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven per cluster van activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en, voor zover van toepassing, een vergelijking met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het lopende jaar.
Burgemeester en wethouders kunnen tevens vragen bij de aanvraag de volgende bescheiden over te leggen:
a. een plan, waarin aangegeven wordt welke voorzieningen en reserves de subsidieaanvrager meent te moeten treffen, voor welke doeleinden deze dienen en tot welk bedrag hij deze wenst te vormen;
b de omvang van de egalisatiereserve;
c. de balans van het voorafgaande jaar met toelichting;
e. een opgave van met de instelling gelieerde rechtspersonen alsmede van de aard van de betrekking met die rechtspersonen;
f. andere naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijke bescheiden.
Artikel 3.3 Tussentijdse rapportage
Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieontvanger een tussentijdsverslag vragen over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten in een bepaalde periode en een prognose voor de resterende periode in het boekjaar. Het verslag daartoe dient uiterlijk 1 maand na afloop van de bepaalde periode bij burgemeester en wethouders te worden ingediend.
Artikel 3.4 Vaststelling budgetsubsidie
Burgemeester en wethouders kunnen een accountantsverklaring verlangen. De accountantsverklaring geeft aan of de jaarrekening voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften en of het activiteitenverslag, voor zover hij dat verslag kan beoordelen, met het financiële verslag verenigbaar is. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid van het financiële verslag.
De subsidieontvanger is ter zake van de egalisatiereserve vergoedingsplichtig – naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen - in de volgende gevallen:
a. de gesubsidieerde activiteiten worden geheel of gedeel¬telijk beëindigd;
b. de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd;
Indien het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger daarvoor een vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen:
a. de subsidieontvanger vervreemdt of wijzigt de bestemming van voor het verrich¬ten van de gesubsidieerde activiteiten gebruik¬te of bestemde goederen;
b. de subsidieontvanger ontvangt een schadevergoeding voor ver¬lies of bescha¬di¬ging van voor het verrichten van de gesubsi¬dieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;
c. de gesubsidieerde activiteiten worden geheel of gedeeltelijk beëindigd;
d. de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt inge¬trok¬ken of de subsi¬die wordt beëindigd;
e. de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden.
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.
Artikel 7.2 Aanvraag investeringssubsidie
De subsidieaanvraag dient vergezeld gaan van:
a. een omschrijving van de noodzaak van de investering;
b. een activiteitenplan waaruit de meerwaarde van de accommodatie blijkt;
c. een gespecificeerde kostenraming;
d. een meerjarig financieringsplan vergezeld van een exploitatiebegroting waarin de lasten van de investering zijn verwerkt;
e. andere naar het oordeel van het college noodzakelijke gegevens en bescheiden.