Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag |
Citeertitel | Verordening op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 2012/06 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-06-2023 | Art. 37A en de bijlage als bedoeld in artikel 37A, tweede lid | 08-06-2023 | RIS315392 | ||
29-04-2020 | 17-06-2023 | Art.1, art. 4 en art. 21a | 16-04-2020 | RIS304919 | |
01-01-2019 | 29-04-2020 | bijlage art. 37A | 20-12-2018 | RIS301155, 2018 | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | art. 37A bijlage | 14-12-2017 | RIS298442, 2017 | |
01-07-2017 | 01-01-2018 | art. 1 en art. 18 | 08-06-2017 | RIS296811, 2017 | |
01-01-2017 | 01-07-2017 | 37A met bijlage | 15-12-2016 | RIS295782, 2016 | |
01-01-2017 | 01-01-2017 | 37A met bijlage | 17-11-2016 | RIS294564, 2016 | |
23-09-2016 | 01-01-2017 | artikel 39a | 08-09-2016 Gemeenteblad 126817, 2016 | RIS294632, 2016 | |
01-06-2012 | 23-09-2016 | nieuwe regeling | 29-03-2012 Gemeenteblad 6, 11-04-2012 | rv 28, 2012 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
alle wateren in de gemeente Den Haag, met uitzondering van de Haven van Scheveningen, de Passantenhaven Bierkade, de jachthaven De Vlietstreek en de Historische Haven aan het Zieken, de Fokkerhaven, de Poolsterhaven en het gedeelte van de Saturnuskade gelegen tussen de punten 190 meter en 240 meter gerekend vanaf de Melkwegstraat en gemeten langs de kademuur die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede de bijbehorende werken, oevers, trappen, bruggen en andere kunstwerken in beheer en onderhoud bij de gemeente Den Haag;
degene die een schip voert, of degene die deze als zodanig vervangt en bij afwezigheid van beiden de eigenaar van het schip. Als schipper van een woon- of bedrijfsschip wordt aangemerkt de eigenaar van dat schip;
De plaats in het binnenwater die door een woon-, bedrijfsschip , drijvend terras, drijvend (horeca) terras, recreatieschip, passantenschip of historisch schip bij verblijf in de binnenwateren kan worden ingenomen;
elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van vervoer te water, alsmede elk drijvend werktuig en elke drijvende inrichting;
een schip uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt of tot woning bestemd;
een schip, dat geheel of grotendeels wordt gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een beroep of bedrijf;
een schip, niet zijnde een zeilplank of waterscooter, uitsluitend bestemd en in gebruik voor recreatievaartdoeleinden en niet langer dan 12 meter;
een schip dat de gemeente Den Haag voor een periode van maximaal zeven dagen per kalenderjaar aandoet en daarbij ligplaats inneemt langs de aangewezen passantenvoorzieningen;
een ongemotoriseerd schip behorende bij een woonschip/bedrijfsschip, zoals een roeiboot, kano en surfplank, in gebruik ten behoeve van het beheer en onderhoud van het schip waartoe het behoort en zonder welke het gebruik als woon- of bedrijfsschip niet goed mogelijk is;
een schip of drijvende inrichting gebruikt als onoverdekt terras ten behoeve van een woonschip en passend binnen het ligplaatsenplan, waarvan de maximale breedte 5 m, de maximale lengte 20 m en de maximale diepgang 0,60 m bedraagt;
een schip gebruikt als onoverdekt terras ten behoeve van een horeca-inrichting, als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag, en passend binnen het ligplaatsenplan, waarvan de afmetingen maximaal 20 m lang, 5 meter breed en met een diepgang van 0,60 m bedragen en het totale oppervlak niet meer bedraagt dan 60m2;
de in deze verordening genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. De hoogte wordt gemeten vanaf de waterlijn;
een schip waarvan het casco en/of de opbouw zodanig onvoldoende beschermd is tegen water- en weersinvloeden dat de instandhouding van het schip, casco en/of de opbouw, in gevaar komt;
- lengte schip: afstand tussen voor- en achterkant van een schip over alles gemeten, inclusief eventuele aanbouwsels;
- breedte schip: de afstand tussen de zijkanten van het schip, daarin begrepen gangborden en eventuele aanbouwsels aan de zijkanten;
- bouwhoogte schip: de afstand tussen de waterlijn en de bovenkant (dek of dak) van het schip, masten, antennes, schoorstenen en verduurzamingsmaatregelen (waaronder bijvoorbeeld zonnepanelen) die qua afmetingen binnen een marge van redelijkheid demontabel zijn en dus niet constructief één geheel vormen met het oorspronkelijke woon- c.q. bedrijfsschip niet begrepen;
een door burgemeester en wethouders vastgesteld plan waarin de ligplaatsen met de ter plaatse geldende (on-)mogelijkheden en/of beperkingen tot het innemen van ligplaats zijn weergegeven en waarin het gebruik van de kadevakken wordt aangewezen;
een varend woonschip met een historisch karakter en aangesloten bij de stichting Schepencarrousel of een vergelijkbare organisatie, die Den Haag voor maximaal 3 maanden aandoet (met een uitloop van maximaal 3 maanden) en daarbij gebruik maakt van gemeentewege aangelegde voorzieningen;
Een drijvend overdekt object bij een woonschip ten behoeve van het stallen van een recreatieschip.
Artikel 3 Aanwijzingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen plaatsen en gebieden aanwijzen, waaronder kaden en of binnenwateren of gedeelten daarvan, tijdstippen, waaronder uren en dagen, waarop in deze verordening opgenomen ge- of verboden worden ingesteld of opgeheven.
Artikel 6 Lex silencio positivo
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
De schipper van een schip is verplicht zich zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is na het binnenvaren van de binnenwateren te melden bij een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen functionaris, indien met dat schip een ligplaats ingenomen gaat worden buiten de passantenvoorzieningen/-havens.
Burgemeester en wethouders wijzen door middel van de vaststelling van een ligplaatsenplan gebieden aan voor het verblijf van woonschepen.
Artikel 11 Drijvend terras bij woonschip
Het is de eigenaar van een drijvend terras ten behoeve van een woonschip enkel toegestaan om met dit terras ligplaats te hebben binnen de door burgemeester en wethouders aangewezen gebieden voor woonschepen, als bedoeld in artikel 9 van deze verordening, en indien het ligplaatsenplan dit met het oog op de locatiespecifieke omstandigheden toestaat. Daarbij dient de eigenaar voor het drijvend terras te beschikken over een door burgemeester en wethouders verleende vergunning als bedoeld in artikel 4 van deze verordening en dient hij, voor zover van toepassing, aan de door burgemeester en wethouders te stellen nadere regels te voldoen.
Het verbod uit artikel 4 is niet van toepassing op het hebben van een ligplaats met maximaal één bijboot, niet zijnde een recreatieboot, behorende bij een woonschip waarvoor een ligplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 4 van deze verordening is verleend, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartegen bezwaren bestaan die verband houden met de belangen die de verordening beoogd te beschermen.
Hoofdstuk 3 Bedrijfsmatig geëxploiteerde schepen
Het verbod uit artikel 4 is niet van toepassing op maximaal één bijboot, niet zijnde een recreatieboot, behorende bij een bedrijfsschip waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartegen bezwaren bestaan die verband houden met de belangen die de verordening beoogt te beschermen.
Hoofdstuk 6 Ligplaatsvergunningsbepalingen woonschip, bedrijfsschip, drijvend terras en drijvend horeca-terras
Een ligplaatsvergunning wordt eveneens geweigerd indien:
1. vanaf de waterlijn gemeten hoger is dan 2.80 meter, waarbij in afwijking daarvan aan de Conradkade, de Moerweg en de Soestdijksekade (voor het gedeelte tussen de Escamplaan en de Loosduinsekade) een vergunning wordt geweigerd als het schip vanaf de waterlijn gemeten hoger is dan 2.40 meter of:
Artikel 23 Intrekken of wijzigen van vergunning
De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Hoofdstuk 7 De Orde, Veiligheid, Bescherming en het aanzien van de gemeente met betrekking tot de scheepvaart in het algemeen en van werken, oevers en kademuren
recreatievaartuigen welke in de binnenwateren worden gehouden, af te meren dan wel te gebruiken zonder dat zij zijn voorzien van een op het vaartuig duidelijk zichtbaar aangebracht geldig en juist vignet dat voor dat vaartuig op grond van de Verordening Binnenhavenbelasting 2008van gemeentewege is verstrekt.
Het bepaalde in het eerste lid, onderdelen a. tot en met f. gelden niet voor de schipper van een woonschip die daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan burgemeester en wethouders doet. Deze melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een beschrijving van de aard van het voorgenomen handelen.
Artikel 27 Uiterlijk aanzien schepen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van het uiterlijk en aanzien van schepen.
De vergunninghouder van een vergunning voor een ligplaats op basis van deze verordening is verplicht drijfvuil tussen woon-of bedrijfsschepen onderling en tussen woonschip of bedrijfsschip en de wal regelmatig te (doen) verwijderen.
Artikel 29 Reparaties en te water laten
Het bepaalde in het eerste lid gelden niet voor de schipper van een woonschip die daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan burgemeester en wethouders doet. Deze melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een beschrijving van de aard van het voorgenomen handelen.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen omtrent het gebruik van de binnenwateren
Artikel 33 Gezonken schip of voorwerp
Indien een schip of voorwerp is gezonken is de schipper, alsmede de eigenaar, houder of gebruiker van het voorwerp verplicht er voor te zorgen dat het gezonken schip of voorwerp overeenkomstig door burgemeester en wethouders, in verband met de veiligheid voor de scheepvaart, gegeven aanwijzingen wordt gemarkeerd.
Artikel 34 Meldplicht aanvaring
Indien een schip op enigerlei wijze is betrokken geweest bij een aanvaring of aandrijving in de binnenwateren is de schipper verplicht zich hiervan onmiddellijk kennis te geven aan een door burgemeester en wethouders daartoe aangewezen functionaris.
Hoofdstuk 9 Dwang-en Strafbepalingen
Een ieder die zich op het water bevindt is gehouden een aanwijzing, ter voorkoming van dreigend gevaar, schade of hinder voor of van het scheepvaartverkeer, van aanvaring, brand of onheil, voor zover deze gebeurtenissen zich op in, of boven de binnenwateren voordoen, alsmede ten aanzien van de uitvoering van deze verordening, van de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen functionaris onmiddellijk op te volgen.
Overtreding van een ge-of verbodsbepaling, bij of krachtens deze verordening gesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het betreden van en/of binnentreden in een schip zonder toestemming van de bewoner/gebruiker.
Een ieder is verplicht om de door de in artikel 39 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.
Artikel 41 Overgangsbepalingen
Vergunningen voor het verblijf van woonschepen, die zijn verleend ingevolge de Verordening op binnenwateren en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van de onderhavige verordening, gelden als een vergunning krachtens onderhavige verordening en blijven geldig onder de destijds gestelde voorschriften en beperkingen.
Het voorschrift dat is vastgelegd in artikel 22, tweede lid, onder c, is niet van toepassing op het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 4 ten behoeve van een ligplaats voor een woon- of bedrijfsschip, indien voorheen voor het innemen van die vaste ligplaats voor dat schip reeds een vergunning of ontheffing is afgegeven.
Het voorschrift dat is vastgelegd in artikel 22, tweede lid, onder i, is niet van toepassing op het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 4 ten behoeve van een ligplaats voor een woon- of bedrijfsschip, indien voorheen voor het innemen van die vaste ligplaats voor dat schip reeds een vergunning of ontheffing is afgegeven, en voor zover de in de aanvraag genoemde afmetingen niet afwijken van de afmetingen die in de laatstgenoemde vergunning of ontheffing zijn vastgelegd.