Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederweert

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNederweert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2005
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2005

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van 1 januari 2004.

De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2006nieuwe regeling

29-11-2005

Weekblad

2005-77

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2005

Gelezen het voorstel van de werkgroep Dualisme van 10 oktober 2005;

Gelet op artikel 33, derde lid van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2005

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1  

1.  Een raadslid wendt zich tot de deskundige ambtenaar met een verzoek om:

a. feitelijke informatie van geringe omvang;

b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

2.  Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

3.  Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij of zij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

4.  De bijstand, bedoeld in het tweede lid wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2  

1. Een ambtenaar verleent ambtelijke bijstand, tenzij:

a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

b. dit het belang van de gemeente kan schaden.

2. De secretaris beoordeelt of de weigering ambtelijke bijstand te geven op grond van het eerste lid terecht is.

3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de burgemeester, de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

 

Artikel 3  

1.  Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

2.   Indien het verzoek om bijstand door de griffier wordt geweigerd kan het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4  

1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet het raadslid of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5  

De ambtelijke organisatie houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, tweede lid bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen:

a. welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

b. over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

c. welke afdeling de bijstand heeft verleend;

d. welke soort bijstand is verleend;

e. hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

f.  de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 6  

De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college en het presidium desgewenst informatie uit het register.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 7  

1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 7 van het Reglement van orde, hebben recht op een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

2. Voor de fractieondersteuning wordt ieder jaar een bedrag in de begroting gereserveerd dat gelijkelijk verdeeld wordt over de fracties.

Artikel 8  

1.  Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

2.  De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van gespecificeerde, reële declaraties;

c. giften;

d. uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

e. opleidingen voor raadsleden.

3.  Indien blijkt dat de kosten voor fractieondersteuning overeenkomstig het eerste en tweede lid zijn aangewend, dan zijn de kosten declarabel.

Artikel 9  

1.  De bijdrage voor fractieondersteuning wordt door middel van declaraties verstrekt.

2.  In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden is een deel van het budget voor fractieondersteuning beschikbaar voor de zittende fracties. Het deel wordt bepaald door het totaal budget te delen door twaalf en te vermenigvuldigen met het aantal maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. De rest van het budget is beschikbaar voor de fracties die vertegenwoordigd zijn in de raad na de verkiezingen.

Artikel 10  

Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 7, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties.

Artikel 11  

1.  De raad stort in een voorziening het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

2.  De voorziening is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 7.

3.  Het beroep in enig jaar op de opgebouwde voorziening, kan worden gedaan door het indienen van declaraties.

4.  De voorziening blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

5.  Bij splitsing van een fractie, wordt de voorziening verdeeld over de betrokken fracties, voor zover deze voorziening niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 12  

1.  Controle van de declaraties vindt plaats door de ambtenaar controller.

2.  De ambtenaar controller brengt gelijktijdig met de jaarrekening verslag uit aan de raad over de besteding van de middelen.

3.  De raad stelt na ontvangst van het verslag van de ambtenaar controller de bedragen vast van:

a. de uitgaven per fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

b. de wijziging van de hoogte van de voorziening per fractie;

c. de resterende voorziening per fractie.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 13  

1. De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van 1 januari 2004 vervalt.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 29 november 2005.

De griffier,              De voorzitter,

 

Toelichting 1 Nieuwe Toelichting