Nadere regels voor de verstrekking van projectsubsidies ten behoeve van Cultuurstimulering 2008

Op grond van artikel 4:25 Awb en artikel 8 van de Algemene Subsidie verordening 2008 van de gemeente Almere, stelt het college voor elk kalenderjaar het voor dat jaar geldende subsidieplafond in, voor de diverse kunstbeoefening – c.q. bevorderingsvormen en stellen zij de verdeelcriteria vast. Het college verleent geen subsidie voorzover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

• 1.

  Projecten met een aangevraagd subsidiebedrag tot € 10.000 kunnen mits 12 weken voor het aanvangen van de activiteit ingediend het gehele jaar, worden ingediend.

• 2.

  Projecten met een aangevraagd subsidiebedrag vanaf € 10.000 dienen te worden ingediend voor 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar van uitvoering.

• 1.

  Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van een weging van onderstaande criteria in hun onderlinge verhouding:

  1.Het project heeft voldoende artistiek-inhoudelijke kwaliteit. Het project levert een vernieuwende bijdrage aan het reeds bestaande culturele aanbod in de stad. Waarbij spreiding van verschillende disciplines worden meegenomen.

  Het project levert een bijdrage aan sociale cohesie en interculturaliteit in de stad door:

  • a.

    actief bewoners van verschillende achtergronden bij het project te betrekken;

  • b.

    samenwerkingsverbanden tussen organisaties van bewoners van de stad te creëren;

  • c.

    de verschillende culturele achtergronden van inwoners van de stad, met name buiten de eigen culturele kring, zichtbaar te maken;

  • d.

    en doordat het project zich richt op het bereiken van een divers publiek.

• 2.

  In de opzet van het project is een redelijke verhouding tussen het gevraagde subsidie en het verwachte aantal bezoekers/ deelnemers vervat. Het betreft een professionele organisatie, blijkend uit ervaring met projecten en publiciteit.

• 3.

  Het is een eenmalige activiteit, die mogelijk op termijn is in te passen bij een bestaande instelling of organisatie.

• 1.

  Projecten kunnen niet langer dan drie jaar achtereen worden gesubsidieerd.

• 2.

  Aan alle projecten worden de volgende voorwaarden gesteld: Maximaal 30% van het totale projectbudget betreft organisatiekosten (gedefinieerd als honorarium van de organisator).

• 3.

  Minimaal 10% van het budget wordt besteed aan promotie. Bij de aanvraag is een communicatieplan gevoegd waarin wordt aangegeven op welk publiek men zich richt en met welke instrumenten men dit gaat bereiken (publieksbereik op aantallen, verwachte leeftijden, herkomst woonplaatsen en wijken, etnische achtergrond); hieraan wordt in de verantwoording achteraf gedetailleerd aandacht besteed

• 4.

  Toeleidingsactiviteiten worden niet bij de projectaanvraag betrokken.

• 5.

  Bij de aanvraag is een dekkingsplan gevoegd waaruit blijkt dat het project gefinancierd wordt uit verschillende bronnen, waarbij als indicatie geldt dat minimaal 25% uit andere financieringsbronnen dan gemeentelijke subsidies komt.

• 6.

  Het is niet toegestaan gemeentelijke subsidies (bijvoorbeeld via Tumult of JPA) te stapelen.

• 7.

  De gemeente kan een lager bedrag verlenen dan is aangevraagd, bijvoorbeeld als wordt ingeschat dat de opgevoerde kosten aan de hoge kant zijn, als het gemeentelijke budget niet toereikend is.

• 8.

  Bij grote projecten zal halverwege de voorbereidingen aan de organisatie gevraagd worden informatie te geven over de voortgang van het project.

• 9.

  Binnen drie maanden na afloop van het project dient de instelling een rapportage in waarin tenminste vermeld wordt op welke wijze de doelstelling van het project is gerealiseerd, informatie verschaft wordt over het aantal deelnemers en de samenstelling van het publiek, en verantwoording wordt afgelegd over de organisatie en de inhoudelijke kwaliteit van het project. Daarnaast dient de rapportage een financiële verantwoording te bevatten. De rapportage, of het ontbreken daarvan, kan worden betrokken bij de subsidieverlening van eventuele nieuwe projectaanvragen.

• 10.

  Indien uit de rapportage blijkt dat het project is uitgevoerd conform het gestelde in de subsidieverlening, wordt de subsidie vastgesteld op het niveau van de voorlopige toekenning. De subsidie kan (gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen beargumenteerd afwijken vanhet bovenstaande.

Deze nadere regels treden in werking op de datum waarop de Algemene Subsidieverordening gemeente Almere 2008 in werking treedt, onder gelijktijdige intrekking van de nadere regels projectsubsidies Cultuurstimulering.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Almere, d.d.

2 december 2008.

Burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk A. Jorritsma-Lebbink