Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Gilze en Rijen 2009 titel |
Citeertitel | AVOI gemeente Gilze en Rijen 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 5 Telecommunicatiewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2009 | nieuwe regeling | 13-07-2009 Weekblad Gilze en Rijen, 22-07-2009 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht en de Telecommunicatiewet.
Hoofdstuk 2 Melding en instemmingsbesluit
Het is verboden zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.
Voorgenomen minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 2, dienen drie werkdagen voor de uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8 lid 1 kan het college bepalen dat de realisatie op een later tijdstip dient plaats te vinden.
Spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net(werk), waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen voorafgaand te worden gemeld, en dienen uiterlijk binnen 48 uren na de uitvoering gemotiveerd te worden middels het voorgeschreven formulier.
Artikel 7 Termijnen en looptijd
1.Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de melding èn van alle bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.
2.De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.
3.Het college houdt de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.
4.Het instemmingsbesluit heeft een maximale geldigheid van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.
5.Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De kosten hiervan zijn voor rekening van de netbeheerder.
Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en -geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het in de gemeente van toepassing zijnde Handboek als bedoeld in artikel 1.q van deze verordening, te weten de "Algemene voorwaarden voor het leggen van kabels en leidingen in gemeentegrond". In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van de AVOI en het Handboek hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.
De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, zijnde de marktconforme kosten van de voorzieningen en van extra onderhoud. Voor de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating wordt uitgegaan van de methodiek conform a. de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her)straatwerkzaamheden (versie 2000); b. de VNG-Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom (2004): vergoedingen voor herstel, onderhoud en beheer volgens principe "vergunninghouder verricht straatwerk en gemeente voert onderhoud na 1e jaar uit" en c. de VNG-tarieven voor degeneratievergoeding. Het vaststellen van de schadevergoeding aan bermen en groenvoorziening wordt per geval bepaald.
De gemeente beslist omtrent het herstraten. In geval van herstrating door de grondroerder, dient het onderhoud gedurende het eerste jaar door deze te geschieden, waarna, middels een opleveringsopname, de gemeente het onderhoud overneemt. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.
Bij oplevering is de grondroerder verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels en/of leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de nog niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan de gemeente te verstrekken.
Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen
In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders en grondroerders besproken. Dit mede ter beoordeling of en hoe er gebruik gemaakt kan worden van bestaande voorzieningen of van gezamenlijk en gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden door de netbeheerders.
Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 16 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening en/of op basis van andere gelegaliseerde afspraken, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.
De gemeente heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze AVOI ten gunste van de belanghebbenden.