Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de raadscommissies |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
artikel 82 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2009 | 25-07-2011 | nieuwe regeling | 16-12-2009 Gemeenteblad 2009/116, Roosendaalse bode 20-12-2009 | Griffie/2009-97 |
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissies
Artikel 3 Taken Een raadscommissie heeft de volgende taken:
Bij de samenstelling dient gestreefd te worden naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke partijen. Een raadscommissie bestaat uit ten minste één afgevaardigde per fractie en is samengesteld naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad. Voor vaststelling van het aantal leden per fractie in de commissie wordt het aantal raadszetels per fractie gedeeld door het aantal commissies. Het hieruit resulterende getal wordt naar het eerst volgende hele getal afgerond. Dit is het maximum aantal vertegenwoordigers per commissie, een fractie kan er ook kiezen voor om minder mensen af te vaardigen dan het aantal toegestane leden.
Artikel 5 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
Artikel 7 Griffier en Commissiesecretarissen
Artikel 8 Aanwezigheid wethouders,en burgemeester
De aanwezigheid van een wethouder dan wel de burgemeester in een commissie wordt verwacht wanneer men een onderwerp of voorstel uit zijn portefeuille bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering indien er politieke vragen gesteld worden of als hij iets wil toevoegen aan het debat.
Artikel 9 Aanwezigheid indiener burgerinitiatief
De aanwezigheid van een indiener van burgerinitiatief of zijn plaatsvervanger in een commissie wordt verwacht wanneer men het initiatief bespreekt. Hij wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergadering en wordt bij de behandeling van het onderwerp of voorstel verzocht naast de voorzitter plaats te nemen.
Indien de voorzitter van oordeel is, dat de in een maand te behandelen punten van dien aard zijn, dat het houden van een vergadering niet nodig is, deelt hij dit schriftelijk aan de leden van de commissie mee en verzoekt hen, indien gewenst, schriftelijk hun mening over de voorstellen kenbaar te maken. Wanneer tenminste 2 fracties schriftelijk met opgaaf van redenen van mening zijn dat over een van deze voorstellen wel een vergadering moet plaatsvinden, wordt deze alsnog door de voorzitter uitgeschreven.
De commissie bepaalt zelf de agenda. De voorzitter doet hiertoe een voorstel op basis van de door de fracties ingediende gemotiveerde verzoeken. Raadsvoorstellen worden altijd op de agenda geplaatst, maar zullen op basis van de ingediende verzoeken als A-stuk (zonder beraadslaging positief advies) of B-stuk (te behandelen) op de agenda worden gezet.
Wanneer een lid wil spreken over een spoedeisend punt dat niet kan wachten tot de volgende commissievergadering, meldt hij dit bij de voorzitter. De voorzitter zal dit punt via de mail aankondigen aan de commissie. Tijdens de vaststelling van de agenda zal de commissie het spoedeisende karakter toetsen.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de raadsleden ter inzage gelegd in het fractiehuis. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier. De griffier verleent een lid inzage door een sleutel te verstrekken van het geheimenkastje in het Fractiehuis.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
Bij binnenkomst in het Oude Raadshuis tekent ieder lid of vervangend lid de presentielijst.
Artikel 16 Opening vergadering en quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.
Op deze vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere dan de eerdere geagendeerde aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders hebben het recht, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat, een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de commissie voor te leggen. Een voorstel tot wijziging dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiesecretaris te worden ingediend. De commissie beslist, bij meerderheid, over een wijziging van de concept besluitenlijst.
In de besluitenlijst worden vermeld:
een samenvatting van het advies ten behoeve van de behandeling van het voorstel in de raad. Hierbij wordt melding gemaakt van de behandelstatus in de raad van een voorstel (A of B status), de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;
Artikel 18 Aantal spreektermijnen
Artikel 20 Voorstellen van orde
Artikel 21 Handhaving orde & schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, kan hij door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over dit voorstel wordt terstond besloten en is geen beraadslaging mogelijk. Indien de commissie het voorstel aanneemt verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen.
Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden van de commissie de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de aanwezige leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies en de behandelstatus. Indien verdere beraadslaging in de raad over het voorstel of onderwerp door een fractie gewenst wordt, wordt deze aangeduid als een B-voorstel. Indien dit niet gewenst is wordt het aangeduid als een A-voorstel, een hamerstuk. Daarnaast kan een fractie aangeven het niet eens te zijn met een voorstel, maar geen verdere beraadslaging hierover wil. Het blijft dan een A-voorstel
Hoofdstuk 5 Besloten vergadering
Indien het nodig of wenselijk is kan de commissie op voorstel van de voorzitter, beslissen dat er vergaderd wordt achter gesloten deuren. Daarnaast kan men verzoeken om een besloten vergadering als ten minste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend, een verzoek daartoe indient. De commissie beslist op het verzoek.
Er wordt een besluitenlijst van de vergadering gemaakt die ter inzage wordt gelegd bij de griffier. Deze besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst en het audioverslag.