Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING regelende de openbare straathandel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING regelende de openbare straathandel
CiteertitelLandsverordening openbare straathandel
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2, vierde lid, van de Landsverordening openbare straathandel

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-05-2015wijziging artikel 30

17-04-2015

AB 2015, no.9

Onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 116

Onbekend
01-01-1996nieuwe regeling

14-08-1995

AB 1995, no. 31

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING regelende de openbare straathandel

 

 

HOOFDSTUK 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze landsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    [vervallen]

  • b.

    de minister:de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie;

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    openbare grond: alle straten, wegen, stegen, gangen, paden, pleinen,kaden, bruggen, stoepen, trottoirs, plantsoenen, parkeerplaatsen of andere openliggende, ten dienste van het publiek bestemde gronden en plaatsen, die al of niet voor de publieke dienst bestemd, feitelijk voor een ieder toegankelijk zijn;

  • e.

    standwerker: de koopman of -vrouw die publiek op de openbare weg ofopenbare grond om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem/haar te verkopen artikel of te leveren dienst en tracht één of meer personen te bewegen over te gaan tot aankoop van het artikel of gebruik te maken van de te leveren dienst;

  • f.

    vergunninghouder: een ieder aan wie door of vanwege de ministereen vergunning als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 11 is afgegeven;

  • g.

    het vergunningsrecht: het bedrag dat jaarlijks is verschuldigd aan de Landskas voor het hebben van een vergunning als bedoeld in de artikelen 4 en 5;

  • h.

    het bijzondere vergunningsrecht: het bedrag dat is verschuldigd aan deLandskas voor het hebben van een vergunning als bedoeld in artikel 11;

  • i.

    ventvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 4;

  • j.

    straathandel: elke vorm van handel op of aan de openbare weg ofopenbare gronden, alsmede het te koop aanbieden van goederen, het aanbieden van diensten of het maken van handelsreclame;

  • k.

    standplaats: door de minister aangewezen ruimtevoor het uitoefenen van de straathandel;

  • l.

    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaarwordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • m.

    dagplaats: een standplaats die per dag beschikbaar wordt gesteld;

  • n.

    standplaatsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, of c;

  • o.

    markthandel: de handel welke op de waren- of consumptiemarkt wordtuitgeoefend;

  • p.

    markt: de waren- of consumptiemarkt welke krachtensbesluit van de minister op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • q.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare grond, welke bijbesluit van de minister voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • r.

    marktmeester: de als zodanig door de ministeraangewezen ambtenaar.

HOOFDSTUK 2 Algemene bepalingen

Artikel 2
  • 1.

    Om voor een vergunning bedoeld in de artikelen 4, 5 en 11 in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    • a.

      dat hij van het uitoefenen van de handel zijn hoofdberoep maakt;

    • b.

      dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit;

    • c.

      dat hij ten minste de laatste twee jaar ingezetene van Sint Maarten was en als zodanig ingeschreven staat;

  • 2.

    In het verzoekschrift dient naast de personalia van de aanvrager tevens een opgave van de artikelen of soorten artikelen te worden vermeld welke de aanvrager wil verhandelen dan wel welke dienst(en) hij wil leveren.

  • 3.

    De vergunning bevat in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de soort vergunning;

    • c.

      een opgave van de artikelen of soort artikelen, welke door de vergunninghouder mogen worden verkocht;

    • d.

      een opgave van de diensten welke de vergunninghouder wil leveren.

  • 4.

    De minister kan van het bepaalde in het eerste lid, onder b, in bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

Artikel 3
  • 1.

    Een vergunning wordt geweigerd:

    • a.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • b.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • c.

      indien de aanvrager niet bereid blijkt om de gewenste inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken, dan wel inlichtingen betrekking hebbend op de aanvraag valselijk verstrekt;

    • d.

      indien de minister gegronde redenen heeft om te verwachten, dat van de vergunning gebruik zal worden gemaakt in strijd met de openbare orde, veiligheid of goede zeden;

    • e.

      indien de aanvrager reeds in bezit is van een vergunning krachtens deze landsverordening;

    • f.

      indien de aanvrager geen in Sint Maarten geboren Nederlander is en niet in Sint Maarten woonachtig is, dan wel dat de aanvrager die Nederlander is niet gedurende de laatste twee jaren onafgebroken woonachtig is geweest in Sint Maarten;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een vergunning geweigerd, indien:

    • a.

      naar het oordeel van de minister door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten in gevaar komt;

    • b.

      de aanvrager niet in Sint Maarten is gevestigd.

HOOFDSTUK 3 Aangelegenheden betreffende het venten

Artikel 4
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de minister in de uitoefening van de straathandel op of aan de openbare weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet:

    • a.

      ten aanzien van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard;

    • b.

      voor het aan de huizen van vaste afnemers afleveren van goederen door - of door huisgenoten of personeel van - hem die dit mede doet ter exploitatie van een winkel;

    • c.

      voor het te koop aanbieden of verkopen van goederen op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden waarop die markt gehouden wordt.

  • 3.

    De minister kan aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

HOOFDSTUK 4 Aangelegenheden betreffende standplaatsen

Artikel 5
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de minister op of aan de openbare weg of een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats:

    • a.

      met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de straathandel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;

    • b.

      anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan het publiek;

    • c.

      personen aan te spreken of te doen aanspreken met het oog op het maken van handelsreclame.

  • 2.

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van de minister standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    De in het eerste lid, onder b, en het tweede lid gestelde verboden gelden niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard.

  • 4.

    De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een krachtens artikel 8 ingestelde markt, gedurende de tijden dat die markt gehouden wordt.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 3, eerste lid wordt een vergunning bedoeld in het eerste en tweede lid geweigerd:

    • a.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • b.

      indien door het verlenen van de vergunning strijd zal ontstaan met een ingevolge de Landsverordening ruimtelijke ordening en planning vastgesteld bestemmingsplan.

  • 6.

    De minister kan aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 6
  • 1.

    Een standplaats moet door de vergunninghouders persoonlijk worden ingenomen.

  • 2.

    Een vergunninghouder mag zich op de standplaats door hoogstens één persoon doen bijstaan.

Artikel 7

Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

Hoofdstuk 5 Aangelegenheden betreffende markten

Artikel 8
  • 1.

    De minister wijst de plaatsen aan voor het houden van markten.

  • 2.

    De minister brengt dit besluit ter kennis van het publiek.

Artikel 9
  • 1.

    De minister bepaalt ten aanzien van een markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens;

    • d.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • e.

      het aantal standwerkersplaatsen;

    • f.

      de openings- en sluitingstijden.

  • 2.

    De minister kan het aantal standplaatsen per artikelensoort vaststellen.

  • 3.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen grotere standplaatsen worden aangewezen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen.

Artikel 10
  • 1.

    De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen beschouwd.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 11
  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein op enigerlei wijze ruimte in te nemen zonder vergunning van de minister.

  • 2.

    De minister kan aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 12
  • 1.

    Het is verboden vroeger dan twee uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren.

  • 2.

    De afvoer van de goederen of waren moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten zijn verwijderd uiterlijk een uur na de sluitingstijd van de markt.

  • 3.

    Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op een zodanige manier op te stellen dat daardoor de normale gang van de markt wordt verstoord.

Artikel 13

Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren voor de verkoop rond te rijden of te lopen.

Artikel 14
  • 1.

    De vergunninghouder dient zijn standplaats uiterlijk om 12:00 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip onder opgave van een, naar het oordeel van de marktmeester, geldige reden heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 15

Ten behoeve van een dagplaats is artikel 2, leden 1 en 2, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16
  • 1.

    De vergunninghouder, die in de omstandigheid verkeert dat hij vermoedelijk gedurende een periode van drie achtereenvolgende maanden zijn standplaats niet kan innemen, kan onder opgaaf van redenen, voor de afloop van deze termijn, buitenwerkingstelling van de vergunning verzoeken.

  • 2.

    Deze buitenwerkingstelling wordt, dringende redenen voorbehouden, steeds verleend en wel voor een periode van niet langer dan drie maanden.

Artikel 17

Het is de vergunninghouder verboden:

  • a.

    zich van zijn uitstalling te verwijderen;

  • b.

    zijn standplaats onbeheerd achter te laten;

  • c.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • d.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 18
  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    De minister kan in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 19
  • 1.

    Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van de minister niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2.

    De minister kan, indien hem dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 20

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog in de uitoefening van de openbare straathandel schuldig maakt, de aangewezen ambtenaren in de uitoefening van hun taken belemmert, dan wel direct of indirect de orde tijdens de openbare straathandel verstoort of in gevaar brengt, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 22 en 29, door de marktmeester gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van daar te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

HOOFDSTUK 6 Intrekking van de vergunning

Artikel 21
  • 1.

    De vergunning wordt ingetrokken:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen of voorwaarden bedoeld in de artikelen 4, derde lid, 5, zesde lid en 11, tweede lid;

    • d.

      indien de vergunninghouder gedurende een tijdvak van drie achtereenvolgende maanden, van zijn vergunning geen of nagenoeg geen gebruik heeft gemaakt;

    • e.

      indien in strijd met de vergunning wordt gehandeld;

    • f.

      indien blijkt, dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend.

  • 2.

    Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, indien een daartoe strekkend verzoek binnen een maand na het overlijden bij de minister wordt ingediend.

Artikel 22

De minister kan een vergunning intrekken indien;

  • a.

    de vergunninghouder het bij of krachtens deze landsverordening of de vergunning bepaalde overtreedt;

  • b.

    van een standplaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel, waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

HOOFDSTUK 7 Verplichtingen van de vergunninghouders

Artikel 23

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend om op zijn standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dient aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid een of meer afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 24

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 25

Indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, dient de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 26
  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de landsverordening, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2.

    Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij de weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 27
  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Hij dient zijn kraam zo mogelijk aan weerszijden alsmede aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond met zeilen of een ander geschikt materiaal af te schermen.

  • 3.

    Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmateriaal en dergelijke zelf in te zamelen.

  • 4.

    Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de daarvoor bestemde containers of anderszins te deponeren.

HOOFDSTUK 8 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Artikel 28

De minister kan een of meer ambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van de bepalingen van deze landsverordening.

HOOFDSTUK 9 Bezwaar

Artikel 29
  • 1.

    Tegen een beslissing van de minister op grond van deze landsverordening genomen, kan degene die door deze beslissing rechtstreeks in zijn belang is getroffen, binnen dertig dagen nadat deze beslissing tot zijn kennis is gebracht, schriftelijk zijn bezwaren aan de minister kenbaar maken.

  • 2.

    De minister beschikt binnen dertig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift, schriftelijk op de ingebrachte bezwaren.

  • 3.

    De indiening en afhandeling van een bezwaarschrift als bedoeld in de voorgaande leden van dit artikel, heeft ten aanzien van de gevolgen van de bestreden beslissing geen schorsende werking.

HOOFDSTUK 10 Straf- en Opsporingsbepalingen

Artikel 30

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 11, 12, 13 en 18 van deze landsverordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 31

De feiten bij deze landsverordening strafbaar gesteld zijn overtredingen.

Artikel 32

Met de handhaving en de zorg voor de naleving van deze landsverordening en de opsporing van de daarin bedoelde strafbare feiten, zijn – naast de in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren – belast de door de minister aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 33
  • 1.

    Een ieder, aan wie een vergunning ingevolge deze landsverordening is toegekend, ontvangt een vanwege de minister afgegeven, van een goed gelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen ambtenaren tonen.

  • 2.

    Aan dit identiteitsbewijs kunnen geen rechten ontleend worden.

HOOFDSTUK 11 Overgangs- en Slotbepalingen

Artikel 34

[vervallen]

Artikel 35

[vervallen]

Artikel 36
  • 1.

    Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Landsverordening openbare straathandel".

  • 2.

    [regelt de inwerkingtreding]