Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Grave

Nadere regels voor de markt in de gemeente Grave

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGrave
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor de markt in de gemeente Grave
CiteertitelMarktreglement gemeente Grave 2012
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVB

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2012Nieuwe regeling

22-05-2012

Graafsche Courant, 29 mei 2012

VB

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktreglement gemeente Grave 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grave

Gelet op artikel 160 eerste lid, sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Grave 2010,

de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt

 

Besluit vast te stellen het volgende:

 

Nadere regels voor de markt in de gemeente Grave

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    a. Bedrijfsleider : Degene aan wie door het college is toegestaan om de vergunninghouder bij voortduring bij te staan of te vervangen.

    b. Levenspartner : de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert. Dit moet blijken uit een akte van registratie van partnerschap als bedoeld in artikel 1:80a, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract opgemaakt bij notariële akte;

    c. Uitstalling : goederen van de vergunninghouder die geplaatst worden buiten de toegewezen ruimte die is aangegeven in de standplaatsvergunning.

  • 2.

    De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Grave 2010 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Dag,tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, gehouden op vrijdag van 07.30 uur tot 12.30 uur op de Hoofdwagt, de Markt en het gedeelte van de Hoofschestraat gelegen tussen de Bagijnenstraat en de Trompetterstraat te Grave.

  • 2.

    De markt kan op grond van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college, in afwijking van het eerste lid, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op andere tijd, op een andere plaats.

  • 3.

    Geen markt wordt gehouden op de dagen vermeld in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Winkeltijdenwet.

Artikel 3. Afgelasting markt

Indien dit in het algemeen belang is of ter uitvoering van werken door het college nodig wordt geoordeeld dan wel in geval van extreme weersomstandigheden, kan een markt geheel of gedeeltelijk worden afgelast dan wel geheel of gedeeltelijk anders worden ingericht.

Artikel 4. Branchering

De branche-indeling alsmede het maximum aantal staanplaatsen per artikelengroep is vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende brancheringsregeling.

Hoofdstuk II. Vergunningen

Artikel 5. Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst in volgorde van de datum waarop voor het eerst aan de vergunninghouder een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de artikelengroep die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoord.

Artikel 6. Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitslijst

De inschrijving op de anciënniteitslijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inschrijving op de wachtlijst

1.Een aanvrager wordt op de wachtlijst ingeschreven: a. indien geen vaste standplaats kan worden toegewezen en hij schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij op de wachtlijst wil worden Ingeschreven; b. hij de benodigde leges voor de plaatsing op de wachtlijst heeft betaald.

Artikel 8. Doorhalen van inschrijving op de wachtlijstlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    wanneer een vaste plaats wordt toegewezen en ingenomen;

  • b.

    indien de ingeschrevene niet jaarlijks vóór 1 januari om verlenging van de inschrijving heeft verzocht en de daarvoor verschuldigde leges heeft betaald;

  • c.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • d.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • e.

    wanneer de ingeschrevene een aangeboden vaste plaats weigert, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt; danwel niet reageert op een uitnodiging om een vaste plaats in te nemen;

  • f.

    indien ter zake van de inschrijving of de ontheffing of anderszins onjuiste of onvolledige gegevens zijn.

Artikel 9. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel bij een blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder van meer dan 50% kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de echtgenoot of de levenspartner van de vergunninghouder met wie een duurzame samenleving wordt onderhouden of een kind van de vergunninghouder indien hij ten minste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede eigenaar in het bedrijf heeft gefunctioneerd.

  • 2.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 3.

    De vergunning voor een standplaats op de betreffende markt kan worden overgeschreven op een medewerker of een mede-eigenaar onder de volgende voorwaarden: a. De medewerker dient minimaal twee jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder te hebben gewerkt. Een mede-eigenaar (aantoonbaar samenwerkingsverband als vennoot) dient gedurende eenzelfde periode in het bedrijf te hebben gefunctioneerd. b. De werknemer of mede-eigenaar dient ingeschreven te staan op de wachtlijst.

  • 4.

    Voor de overschrijving van de vergunning komt als eerste in aanmerking de echtgenoot of levenspartner, vervolgens een kind en tot slot een mede-eigenaar of medewerker.

  • 5.

    Bij overschrijving op grond van het tweede lid vervalt de door de oorspronkelijke vergunninghouder opgebouwde anciënniteit.

  • 6.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk III. Toewijzen en bezetten van plaatsen

Artikel 10. Toewijzing standplaatsen

  • 1.

    Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats, dagplaats of standwerkersplaats.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats of seizoenplaats is toegewezen.

  • 3.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

Artikel 11. Toewijzing vaste plaats

  • 1.

    Een opengevallen standplaats op de markt wordt eenmaal per jaar, opnieuw als vaste standplaats uitgegeven met inachtneming van de voor die markt geldende indelingen en branchering.

  • 2.

    Voor een opengevallen standplaats komen achtereenvolgens in aanmerking:

    a. De vergunninghouder van een vaste standplaats die heeft aangegeven een andere vaste standplaats te willen nemen. De toewijzing geschiedt in volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

    b. Daarna de aanvrager voor een vaste standplaats die is ingeschreven op de wachtlijst; De toewijzing geschiedt in volgorde van inschrijving op deze lijst en met Inachtneming van de branche-indeling van de markt. c. Indien niemand, nadat het bepaalde onder a en b in acht Is genomen, te kennen heeft gegeven in aanmerking te willen komen voor een vaste standplaats zal de standplaats via werving worden toegewezen.

  • 3.

    Een vaste standplaats kan niet toegewezen worden als de aard van de te verhandelen artikelen of het gebruikte verkoopmateriaal van een gegadigde voor de standplaats niet inpasbaar is of strijdig is met de van toepassing zijnde veiligheids-of milieueisen.

  • 4.

    In aanvulling op het tweede lid, onder b is de aanvrager voor een vaste standplaats die staat ingeschreven op de wachtlijst verplicht een opengevallen vaste standplaats te kiezen, indien hij kan kiezen uit twee of meer standplaatsen. Weigert de aanvrager voor een vaste standplaats een vaste standplaats te kiezen dan wordt de datum van inschrijving op de wachtlijst gewijzigd in de datum van weigering.

Artikel 12. Toewijzing dagplaatsen

  • 1.

    Aanvragers voor een dagplaats, die geen vaste plaats op de markt hebben en die in aanmerking willen komen voor een vergunning voor een dagplaats moeten zich een uur voor de openingstijd van de markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 2.

    De aanvrager voor een dagplaats dient aan de vereisten van artikel 5 van de Marktverordening te voldoen.

  • 3.

    Aanvragers voor een dagplaats met een artikel of artikelgroep die nog niet op de markt is vertegenwoordigd hebben voorrang op de aanvragers met artikelen of artikelgroepen die wel op de markt vertegenwoordigd zijn.

  • 4.

    Aanvragers voor een dagplaats met artikelen of artikelgroepen die wel op de markt zijn vertegenwoordigd, kunnen voor ten hoogste een keer per vier weken voor maximaal een standplaats In aanmerking komen.

  • 5.

    Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft geschiedt toewijzing via loting door de marktmeester. Loting vindt plaats een halfuur voor aanvang van de markt.

  • 6.

    De loting vindt plaats door middel van een willekeurig gekozen getal, waarna uitgifte van de plaatsen in volgorde van de aanmelding plaatsvindt, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in het derde lid en vierde lid van dit artikel.

Artikel 13. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Toewijzing van een standwerkersplaats geschiedt door de marktmeester met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, de leden 5 en 6.

  • 2.

    De standwerker dient aan de vereisten van artikel5 Marktverordening te Grave 2010 te voldoen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 4.

    Een standwerker met een artikel dat al op de markt is vertegenwoordigd mag niet met eenzelfde artikel of artikelsoort op de markt hebben gewerkt in een voorafgaande periode van 4 weken.

  • 5.

    Degene aan wie een standwerkersplaats is toegewezen mag uitsluitend één artikel voeren dat door hem bij de loting is opgegeven. Het is verboden maatgebonden artikelen te voeren.

  • 6.

    Degene aan wie een standwerkersplaats is toegewezen is verplicht de hem toegewezen plaats de hele dag persoonlijk te bezetten; hij mag deze niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 7.

    Het gebruik van meet-en weegwerktuigen, prijs-en aanduidingborden en audiovisuele middelen alsmede geluidsversterkende apparatuur is verboden, tenzij daartoe door de marktmeester toestemming is verleend.

  • 8.

    In geval van tijdelijke afwezigheid van de houder van een standwerkersplaats wordt niet op de plaats verkocht.

  • 9.

    Indien zich bij aanvang van de markt geen standwerkers melden kunnen de standwerkersplaatsen als dagplaatsen worden uitgegeven.

Artikel 14. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de staanplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats laten bijstaan.

Artikel 15. Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 19 en 20.

Artikel 16. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit voor aanvang van de markt mee aan de marktmeester.

  • 2.

    Bij afwezigheid wegens vakantie of bij bijzondere omstandigheden geeft de vergunninghouder de duur van zijn afwezigheid aan.

  • 3.

    Het is geoorloofd om in verband met vakantie voor twee periodes van Maximaal drie marktdagen aaneengesloten per kalenderjaar afwezig te zijn.

  • 4.

    Indien de afwezigheid op grond van het eerste lid langer dan 2 marktdagen duurt wordt dit zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de marktmeester bevestigt.

  • 5.

    Het college kan indien de afwezigheid wegens ziekte of bijzondere omstandigheden langer dan 6 maanden duurt en geen gebruik wordt gemaakt van het bepaalde in artikel 17 de vergunning intrekken.

Artikel 17. Waarneming

  • 1.

    Het college kan de vergunninghouder op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek toestemming verlenen om maximaal één natuurlijk persoon, niet zijnde een vergunninghouder, aan te wijzen als waarnemer, die hem bij de uitoefening van de markthandel bij voortduring bijstaat dan wel, bij afwezigheid van de vergunninghouder, voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt.

  • 2.

    De door het college verleende toestemming omvat tevens een ontheffing voor de vergunninghouder van de verplichting als bedoeld in artikel 14 om de toegewezen staanplaats persoonlijk in te nemen.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde natuurlijk persoon kan zijn de echtgeno(o)t(e), de levenspartner, een kind van de vergunninghouder, medevennoot of werknemer.

  • 4.

    Bij de aanvraag worden de volgende stukken overlegd: a. Een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie niet ouder dan een maand; b. In geval sprake is van een medevennoot een afschrift van de inschrijving in het Handelsregister en; c. In het geval sprake is van een werknemer een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat overeenkomt met het aantal uren dat de werknemer op de markt als waarnemer optreedt; d. 2 recente goed gelijkende pasfoto’ van degene die als waarnemer optreedt.

  • 5.

    De vergunninghouder die zijn vaste standplaats laat waarnemen blijft hoofdelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor de inrichting van de standplaats en voor de naleving van de verordening en de nadere regels door de waarnemer.

  • 6.

    De vergunninghouder aan wie toestemming is verleend zich te laten waarnemen wordt indien de waarneming langer dan een jaar heeft geduurd geschorst in de uitoefening van zijn anciënniteitsrechten.

Hoofdstuk IV. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 18. Innemen standplaats met eigen materiaal

  • 1.

    Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen.

  • 2.

    Indien de vergunninghouder geen eigen materiaal heeft of indien dit niet voldoet aan de in dit reglement genoemde vereisten, bestaat de mogelijkheid om via de marktmeester een marktkraam te huren (van de gemeente Grave), mits deze voorradig zijn.

  • 3.

    Het in lid 1 vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens: a. Een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal. b. Een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal. c. Foto’s van het eigen materiaal. d. Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur worden overlegd.

  • 4.

    Het in het derde lid, sub d genoemde bewijs moet jaarlijks opnieuw worden overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden mag hebben plaatsgevonden.

  • 5.

    Indien de in het derde lid genoemde bewijsstukken ook na verzoek tot aanvulling van de aanvraag niet tijdig zijn ontvangen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 6.

    De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien: a. Het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt. b. Het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 19 genoemde eisen.

Artikel 19. Eisen eigen materieel

Het eigen materieel moet aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    Het eigen materieel mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de kramenrij (3 strekkende meter) en niet langer dan 12 strekkende meter.

  • b.

    Uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de kramenrij uitsteken.

  • c.

    Aan de zijkanten van het eigen materieel mogen geen zeilen, kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken. Klein eigen materieel (verbreders, verhogers en verleggers) mogen alleen gebruikt worden na toestemming marktmeester.

  • d.

    Het eigen materieel dient een minimale (klep-)hoogte te hebben van 2meter10.

Artikel 20. Wachtlijst eigen materieel

Vervallen

Artikel 21. Tijdstip innemen standplaats/aan-en afvoer goederen

  • 1.

    De aangewezen standplaats dient door middel van een kraam te worden ingenomen tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 18. Standwerkers kunnen gebruik maken van eigen materieel.

  • 2.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. De marktmeester kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 08.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Hoofdstuk V. Overige bepalingen

Artikel 22. Obstakels en welstand

  • 1.

    Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

  • 2.

    De kramen of andere verkoopinrichtingen die op de marktterreinen worden gebruikt of geplaatst, alsmede de boven-en achterzeilen die worden aangebracht of gebruikt, moeten voldoen aan de algemene veiligheidseisen.

Artikel 23. Schoonhouden en opleveren standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat, zijn standplaats en onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en zelf voor de afvoer van zijn marktafval zorg te dragen;

  • d.

    een vergunninghouder die opdracht krijgt om aan de voorzijde van zijn kraam of verkoopgelegenheid afvalbakken te plaatsen, dient hieraan te voldoen en volleafvalbakken leeg te maken. Dit afval hoort ook bij het bedrijfsafval van de vergunninghouder;

  • e.

    een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de marktmeester, en zo nodig op zijn aanwijzingen, te geschieden.

Artikel 24. Gebruik van geluidsapparatuur

  • 1.

    Het gebruikmaken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende schriftelijke toestemming hiervoor van de marktmeester.

  • 2.

    Standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden, dit ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 25. Uitstallingen

  • 1.

    Uitstallingen zijn alleen toegestaan na verleende toestemming daarvoor van de marktmeester.

  • 2.

    Toestemming voor uitstallingen kan alleen worden verleend indien er sprake is van een vrije doorgang zonder obstakels van 3 meter breed en 2 meter hoog.

  • 3.

    Op de aanrijroute van hulpverlening kan alleen toestemming worden verleend voor uitstallingen indien er sprake is van een vrije doorgang van 4,5 meter breed en 4,5 meter hoog.

Artikel 26. Het stallen van rij-en voertuigen

Het is de vergunninghouder toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren onder de volgende voorwaarden;

  • a.

    Het voertuig wordt achter de kraam geplaatst.

  • b.

    Het voertuig veroorzaakt geen hinder of beperkingen voor andere vergunninghouders.

  • c.

    Het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor het uitstallen van verkoopwaar gebruikt.

Artikel 27. Algemene veiligheidsnormen

  • 1.

    In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels: a. elektrische gloeilampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen; b. losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de grond bevinden of kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester; c. bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt, moet een doelmatig goedgekeurd blusapparaat alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van 4 kilogram of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kilogram); d. een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt; e. een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasflessen) zijn verbonden; f. lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld; gemballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn; h. ballons met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn; i. het gebruik van LPG ander dan brandstof voor motorvoertuigen is niet toegestaan.

  • 2.

    Het gebruik van kook- en bakinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na verleende goedkeuring.

Hoofdstuk VI. Overgangs-en slotbepalingen

Artikel 28. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn volgens de Marktreglement gemeente Grave 2010 gelden als besluiten genomen volgens dit reglement.

  • 2.

    De bestaande anciënniteit- en wachtlijsten worden geacht anciënniteit- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement een aanvraag is ingediend om toepassing te geven aan een bepaling op grond van de oude Marktreglement gemeente Grave 2010 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit reglement niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop dit reglement toegepast.

Artikel 29. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 juni 2012.

  • 2.

    Het Marktreglement gemeente Grave 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 30. Benaming

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Marktreglement gemeente Grave 2012“.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 22 mei 2012

Hoogachtend,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRAVE;

De secretaris, De burgemeester,

R.Bransz S.Haasjes-van den Berg