Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gilze en Rijen

Nota terrassenbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGilze en Rijen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota terrassenbeleid
CiteertitelNota terrassenbeleid
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening, art. 5.2.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-200313-05-2008nieuwe regeling

04-06-2003

Weekblad Gilze en Rijen, 11062003

College B&W, 04062003

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota terrassenbeleid

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

  • 1.

    Aanleiding

  • 2.

    Doel en uitgangspunten

  • 3.

    Juridisch kader

  • 4.

    Locaties

  • 5.

    Voorwaarden

  • 6.

    Kosten

  • 7.

    Vergunningprocedure

  • 8.

    Handhaving

1. Aanleiding

De terrassen in de gemeente Gilze en Rijen leveren een bijdrage aan de recreatieve kwaliteit van de gemeente. Binnen de gemeente zijn diverse terrassen gesitueerd. Binnen de diversiteit aan terrassen valt een onderscheid te maken tussen:

• terras op privé-terrein;

• terras op gemeentegrond;

• terras binnen de bebouwde kom;

• terras buiten de bebouwde kom;

• terras bij een restaurant;

• terras bij café.

Op dit moment is er geen duidelijk beleid omtrent de terrassen. Voor een enkel terras wordt vergunning verleend. Aan de vergunning zijn voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden verschillen per verleende vergunning. Door het vaststellen van een terrassenbeleid ontstaat er duidelijkheid voor de ondernemer en de gemeente. Voorts kan de handhaving ter hand worden genomen.

2. Doel en uitgangspunten

Het doel van de nota terrassenbeleid is helderheid te geven in beleid, regelgeving, uitvoering en handhaving.

Uitgangspunten

Het wel of niet toestaan van een terras is afhankelijk van de ruimte, het gebruik of de functie van een gebied. De volgende uitgangspunten dienen te worden gehanteerd:

  • A.

    het bewerkstelligen van een goede doorstroming van voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagens en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers, verzorgend- en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer;

  • B.

    er mag geen hinder of overlast ontstaan door:

geluidhinder voor bewoners in de omgeving;

belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg; belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen; belemmering van de toegang en etalages van winkels;

belemmering van de (nood)uitgang van horecapand waartoe het terras behoort.

C.het terras moet zo mogelijk een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit en mag

de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit niet verstoren.

De uitgangspunten leiden tot een aantal concrete voorvoorwaarden, waaraan een terras moet voldoen. De voorwaarden zijn opgenomen in hoofdstuk 5 "voorwaarden terras" van deze nota. In het kader van de voorkoming / bestrijding van de verstoring van de openbare orde dient een onderscheid gemaakt te worden tussen horecabedrijven gelegen in het centrum waar min of meer

Nota terrassenbeleid d.d. juni 2003

sprake is van een concentratie van horecabedrijven, horecagelegenheden in woonwijken / straten met in hoofdzaak woonfunctie en horecagelegenheden in het buitengebied.

Voor terrassen tijdens evenementen kunnen afwijkende regels worden gesteld.

3. Juridisch kader

Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Gilze en Rijen (APV)

De grondslag voor het al of niet verstrekken van een terrasvergunning is gelegen in artikel 2.3.1.2 vijfde lid van de APV. Dit artikel bepaalt:

" in afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5. l van de AP V beslist de burgemeester 'm geval van een vergunningaanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras ".

Volgens het bepaalde in artikel 2.3.1.2, lid 4 van de APV kan de vergunning worden geweigerd

indien:

  • a.

    het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • b.

    dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.

Ook wordt in deze bepaling verwezen naar het gestelde in het derde lid en vierde lid van het artikel 2.3.1.2 van de APV. Daarin wordt bepaald dat de burgemeester de terrasvergunning van het horecabedrijf geheel of gedeeltelijk kan weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Bij deze weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning waaraan het woonmilieu te plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het horecabedrijf.

Reikwijdte van het begrip terras

Artikel 2.3.1.1. derde lid van de APV geeft de begripsomschrijving van terras:

"Een terras in de zin van deze paragraaf is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend

deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding

dranken kunnen worden gedronken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of

verstrekt".

Het tweede lid van artikel 2.3. l. l van de APV zegt dat onder horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid mede wordt verstaan: een bij dit bedrijf behorend terras.

In enkele gevallen dient een terrasvergunning vergeven te worden op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV. Deze situatie doet zich voor indien bijvoorbeeld een bakker een terras bij de winkel wenst te exploiteren.

Sluitingstijden terras

Artikel 2.3.1.4 tweede lid van de APV geeft de burgemeester de bevoegdheid om door middel van een vergunningsvoorschrift andere sluitingstijden vast te stellen voor een tot een horecabedrijf behorend terras. Indien voor het terras geen andere sluitingstijden zijn vastgesteld geïden de sluitingstijden zoals opgenomen in artikel 2.3.1.4 van de APV. De sluitingsbepalingen van een horecabedrijf betreffen namelijk alle gedeelten van de inrichting, waarin de eigenlijke horecawerkzaamheden worden uitgeoefend: een op het trottoir gesitueerd terras behoort ook tot de inrichting, maar de zich boven de inrichting bevindende woning van de houder niet. Ook sportkantines, sociëteiten, clublokalen, verenigingsgebouwen e.d. zijn als inrichting aan te merken.

Drank- en Horecawet (DHW)

In de Drank- en Horecawet van l november 2000 is expliciet bepaald dat een terras een onderdeel is van het horecabedrijf. Het is om deze reden dat een terras ook moet worden vermeld op de drank- en horecavergunning (artikel 29, !id l DHW). Alle terrassen moeten op de vergunning worden vermeld.

Hoewel het terras is toegevoegd als onderdeel van een inrichting, zijn gemeenten ook onder de nieuwe Drank- en Horecawet bevoegd naar eigen inzicht een terrassenbeleid op te stellen of bepalingen over terrassen in de APV op te nemen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

• inpandige terrassen (binnenterrassen);

• terrassen in de openlucht op particuliere grond (buitenterrassen);

• terrassen op de openbare weg.

Voor alle terrassen is een drank- en horecavergunning vereist. De gemeente moet de vergunning afgeven, indien de aanvrager aan de gestelde eisen voldoet:

• Een terras krijgt slechts vergunning, indien het in de onmiddellijke nabijheid ligt van een horecalokaliteit. Het terras moet bedienbaar zijn.

• Ook voor buitenterrassen (op particuliere grond) en overdekte terrassen in winkelcentra geldt dat een vergunning slechts kan worden verleend, indien deze in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen.

• Voor terrassen op een openbare weg geldt dat alleen vergunning verstrekt mag worden waar dit door burgemeester en wethouders nadrukkelijk is toegestaan (artikel 11 DHW). Gemeenten kunnen deze aanvragen tevens toetsen aan bijvoorbeeld een terrassenbeleid.

Besluit horeca-, sport-, en recreatie-inrichtingen

In tegenstelling tot het besluit horecabedrijven milieubeheer bevat het thans van kracht zijnde Besluit horeca-, sport-, en recreatie-inrichtingen géén specifieke paragraaf meer met terrasvoorschriften. Dat wil zeggen dat de algemene voorschriften betreffende geluidhinder en indirecte hinder ook van toepassing zijn op de terrassen. Zo zal binnen de geluidsgrenzen niet vlug levende muziek op het terras mogelijk zijn. Overigens wordt het stemgeluid van de terrasbezoekers buiten beschouwing gelaten, voor zover het terras aan de straatzijde en niet op een binnenplaats is gesitueerd. Ook moet de ondernemer zodanige maatregelen treffen dat hinder, veroorzaakt door komende of vertrekkende bezoekers, wordt voorkomen dan wel zoveel mogelijk wordt beperkt.

Voor het overige is het wel mogelijk dat burgemeester en wethouders nader eisen stellen op het gebied van geluidhinder en indirecte hinder. Zo kunnen nadere eisen worden gesteld ten aanzien van:

• de periode van openstelling van het terras;

• de situering van een terras en;

• het in acht nemen van gedragsregels, waaronder regels ten aanzien van komende en gaande bezoekers.

Uit navraag bij andere, omliggende gemeenten, blijkt dat de sluitingstijden van een terras gelijk loopt met de sluitingstijd van de horeca-inrichting. Bij deze gemeenten worden de sluitingstijden aangehouden zoals vermeldt in de APV. Extra voorschriften worden slechts opgenomen indien er duidelijk sprake is van geluidsoverlast en/of overlast die directe gevolgen heeft voor het verkeer.

4. Locaties

In het kader van de voorkoming / bestrijding van de verstoring van de openbare orde en het nadelig beïnvloeden van de woon- en leefsituatie dient, bij het wel of niet verlenen van een terrasvergunning en het verbinden van voorschriften aan een terrasvergunning, een onderscheid gemaakt te worden tussen horecabedrijven gelegen binnen de bebouwde kom en horecagelegenheden buiten de bebouwde kom. Daarnaast worden in, het kader van de paracommercie, de sportkantines afzonderlijk behandeld.Nota terrassenbeleid d.d. juni 2003

Terras op eigen grond

Indien het terras is gesitueerd op eigen grond wordt geen vergunning verleend. Het terras maakt

immers, gelet op de definities in de APV en de Drank- en Horecawet, onderdeel uit van de horeca-

inrichting en staan als zodanig vermeld op de drank- en horecavergunning.

Wel zal er bij een wijziging in de exploitatie of beheer van de horeca-inrichting of een wijziging van

de afmeting van het terras een nieuwe een nieuwe drank- en horecavergunning moet worden

aangevraagd.

Terras op gemeentegrond

Indien het terras is gesitueerd op gemeentegrond dient voor het terras een afzonderlijke vergunning te worden verleend. Dit in verband met het feit dat het hier gaat om gebruik van een perceel in strijd met de bestemming (openbare weg) en de mogelijke wijzigingen die daar in kunnen optreden.

Alle terrassen op gemeentegrond dienen te voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in dit terrassenbeleid. De terrassen gelegen op eigen grond dienen te voldoen aan de voorwaarden A l, 2 en 3 en C l, 2 en 3. Zie verder hoofdstuk 5, voorwaarden terras.

5. Voorwaarden terras

De volgende algemene voorwaarden, voor zover van toepassing, gelden bij het exploiteren van een terras.

A. Periode inrichting / exploitatie terras

  • 1.

    Een terras mag worden ingericht c.q. geëxploiteerd in de periode van l januari tot 31 december.

  • 2.

    In de periode van l maart tot l november mogen de horecabedrijven die zijn gelegen binnen de bebouwde kom hun terrassen tot uiterlijk 24.00 uur geopend houden. Horecabedrijven die zijn gelegen buiten de bebouwde kom mogen in de periode van l maart tot l november hun terrassen tot uiterlijk 01.00 uur geopend houden.

  • 3.

    In de periode van l november tot l maart is het toegestaan een terras in te richten tot uiterlijk 20.00 uur.

B. Afmetingen, inrichting, afbakening terras bij situering van het terras op of aan de openbare weg

  • 1.

    Het terras mag uitsluitend worden geplaatst direct aansluitend tegen de voor- en/of zijgevel van het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd, een en ander zoals aangegeven op de bij de vergunning behorende tekening.

  • 2.

    Het terras is niet breder dan de gevelbreedte van het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd.

  • 3.

    Het terrasmeubilair dient ordelijk te worden geplaatst en in goede staat van onderhoud te worden gehouden.

  • 4.

    Voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen geen last ondervinden van het terras.

  • 5.

    Het terrasmeubilair en de overige (semi)permanente voorzieningen, zoals een parasol of afscheidingswanden, op het terras dienen zodanig te worden opgesteld dat de uitgang(en) en eventuele nooduitgangen vrij blijven. Er mogen geen obstakels voor de vluchtwegen geplaatst worden

  • 6.

    Overige (semi)permanente voorzieningen, zoals een parasol of afscheidingswanden, op het terras dienen zodanig te worden opgesteld dat voetgangers en overige verkeersdeelnemers er geen overlast van ondervinden.

  • 7.

    Buiten de openingstijden van het terras dient het terrasmeubilair verwijderd te worden dan wel zodanig opgestapeld c.q. opgesteld te worden dat het niet meer voor terras gebruikt kan worden.

C. (Geluids)overlast

Op het terras gelegen binnen de bebouwde kom mag tot uiterlijk 22.00 uur beperkte achtergrond muziek ten gehore worden gebracht dan wel vanuit de horeca-inrichting hoorbaar zijn. De

voorschriften zoals bepaald in het besluit Horeca, sport en recreatie-inrichtingen zijn van

toepassing. Op het terras gelegen buiten de bebouwde kom mag tot sluitingstijd van het terras beperkte achtergrond muziek ten gehore worden gebracht dan wel vanuit de horeca-inrichting hoorbaar zijn.

De horeca-exploitant dient alles te doen en na te laten wat redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast veroorzaakt door op het terras aanwezige bezoekers te voorkomen.

Alle aanwijzingen van de regiopolitie en toezichthouders van de gemeente Gilze en Rijen dienen

stipt opgevolgd te worden.

6. Kosten

De kosten die verbonden zijn aan een vergunning zijn legeskosten en indien het terras is gesitueerd op gemeentegrond, een gebruiksvergoeding. Daarnaast is het mogelijk dat er schade is toegebracht aan de openbare weg op de plaats waar het terras is/ was gesitueerd. De schade en/ of herstel koste n zullen door de ondernemer vergoed moeten worden.

leges

Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1 2, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Gilze en Rijen bedraagt volgens de legesverordening €-3-9^)0-. -£, S S~ -

gebruiksvergoeding

Indien het terras op gemeentegrond geplaatst wordt dient jaarlijks voor de ingebruikneming van de gemeentegrond een tarief per m2 betaald te worden. Dit tarief zal nog nader worden ingevuld.

7. Vergunningprocedure

Volgens het systeem van de APV maakt een terras deel uit van het horecabedrijf waarvoor de burgemeester een vergunning verleent of weigert.

Om een aanvraag om een terrasvergunning te kunnen beoordelen, dient bij de aanvraag tenminste inzicht gegeven te worden in de precieze situering van het terras ten opzichte van de inrichting en de directe omgeving. Dat is nodig om reden van openbare orde en veiligheid.

Van ieder terras wordt een plattegrond-tekening gemaakt. Deze tekening zal onderdeel uitmaken van de drank- en horecavergunning en de terrasvergunning.

8. Handhaving

De feitelijke handhaving zal in nauwe samenwerking tussen de gemeente en de politie gerealiseerd worden. De gemeente heeft naast de toezichthoudende taak een coördinerende rol. De politie zal de controle en handhaving inpassen in de dagelijkse werkzaamheden.

Overtreding van het terrassenbeleid kan op verschillende wijzen:

  • 1.

    Het terras wordt gehouden op een tijdstip waarop volgens het terrassenbeleid niet is toegestaan.

  • 2.

    Het terras wordt gehouden op een plaats waar dat volgens het terrassenbeleid niet is toegestaan.

  • 3.

    Op het terras worden voorzieningen aangebracht die niet overeenstemmen met het terrassenbeleid.

  • 4.

    Een van de overige voorwaarden in het terrassenbeleid wordt overtreden.

  • 5.

    Het houden van het terras leidt tot structurele overlast.

Nota terrassenbeleid d.d. juni 2003

 

Politie/toezichthouder

Burgemeester

Constatering eerste overtreding

Mondelinge waarschuwing

 

Constatering tweede overtreding

Proces-verbaal

Schriftelijke waarschuwing

Constatering derde overtreding

 

Oplegging last onder dwangsom van € 1 .200 per dag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 12.000

Constatering voortduren overtreding

 

Verbeurdverklaring en invordering dwangsom