Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Drimmelen

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Drimmelen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Tarieventabel lijkbezorgingsrechten 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-201201-01-201201-01-2013Nieuwe regeling

22-12-2011

't Carillon, 29-12-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

De Raad van de gemeente Drimmelen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 december 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats Leeuwerikstraat te Made, de oude begraafplaats Vooghtstraat te Made en de oude begraafplaats Julianastraat te Made;

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van stoffelijke overschotten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • h.

    reservering: een uitgegeven particulier graf toegewezen ten behoeve van het naast elkaar begraven van een echtgenoot, geregistreerde partner, levensgezel of familie;

  • i.

    dubbel graf: twee naast elkaar gelegen 1-diep particuliere graven (particulier graf + reservering waar al dan niet gebruik van is gemaakt);

  • j.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • k.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • l.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    columbarium: een bouwwerk op de begraafplaats in beheer bij de begraafplaatshouder waarin urnennissen zijn aangebracht;

  • o.

    particuliere urnennis: de gemeente heeft het columbarium in beheer, maar geeft gelegenheid tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen. Een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft het uitsluitend recht om te bepalen welke asbus of asbussen met of zonder urnen op de nis geplaatst worden;

  • p.

    particuliere gedenkplaats: de gemeente heeft de gedenkzuil in beheer, maar geeft gelegenheid tot het doen aanbrengen van een tegel om een overledenen te gedenken.Een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft het uitsluitend recht om te bepalen voor welke overledenen een tegel op de gedenkplaats wordt geplaatst;

  • q.

    verstrooiingsplaats: een grasveld, bij de gemeente in beheer, waarop as wordt verstrooid;

  • r.

    grafbedekking: gedenkteken op een graf inclusief plantstrook bestaande uit beplanting en/of marmerslag/natuursteen;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • t.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • u.

    vergunninghouder: degene aan wie een vergunning is verleend voor het plaatsen van een grafbedekking, sluitplaat urnennis, urnentegel of gedenktegel gedenkzuil.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaats Leeuwerikstraat, de oude begraafplaats Vooghtstraat en de oude begraafplaats Julianastraat te Made en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de algemene begraafplaats Leeuwerikstraat, de oude begraafplaats Vooghtstraat en de oude begraafplaats Julianastraat te Made.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen rechten worden geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weer in dezelfde grafruimte begraven dan wel terugplaatsen van een stoffelijk overschot of asbus.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten die in één bedrag over meerdere jaren worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De (onderhouds-)rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 en 5.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 20,00.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2011” vastgesteld op 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 22 december 2011.

mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers, griffier

drs. G.L.C.M. de Kok,voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel lijkbezorgingsrechten 2012

Externe link