Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Fraudeverordening 2012 |
Citeertitel | Fraudeverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | geen |
Deze regeling vervangt de Fraudeverordening 2010
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 26-04-2012 Montferland Journaal, 15 mei 2012 | geen |
De raad van de gemeente Montferland,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde motieven;
Gelet op artikel 147 Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 35 lid 1c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw), artikel 35 lid 1c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) stelt dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, die in een verordening worden neergelegd;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 - Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
de afstemmingsverordening WWB, Ioaw en Ioaz 2012: de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onderdeel b en h, artikel 9 a lid 12, artikel 18 lid 1,2 en 3 van de WWB en de artikelen 20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsingeschikte werkloze werknemers en de artikelen20 en 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
Artikel 2 - Voorlichting en communicatie
Het college stelt nadere regels vast omtrent de voorlichting en communicatie. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college de belanghebbende informeert over de regelgeving en de daarin vervatte rechten en plichten die aan het aanvragen en ontvangen van bijstand verbonden zijn.
Het college onderzoekt door middel van controles zoals bijvoorbeeld bestandsvergelijkingen, huisbezoeken, gesprekken met cliënten en validatie en verificatie van gegevens, de rechtmatigheid van een aanvraag, lopende uitkering of beëindiging. Op basis van deze onderzoeken neemt het college een besluit met betrekking tot de rechtmatigheid van de bijstandsverlening en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
Hoofdstuk 3. Bestrijding van misbruik
Artikel 4 - Oplegging van een verlaging
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige dan wel geen inlichtingen heeft verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, verlaagt het college de uitkering conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening, onverminderd de terugvordering van de eventueel ten onrechte verstrekte bijstand.
Artikel 5 - Justitiële aangifte
Indien het benadelingsbedrag het bedrag overschrijdt, genoemd in de richtlijnen van het Openbaar Ministerie, wordt, onverminderd de mogelijkheid de uitkering te verlagen en de ten onrechte verstrekte uitkering terug te vorderen, door of namens het college Proces-verbaal opgemaakt en per direct aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Artikel 6 - Uitzonderingssituaties
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de uitkeringsgerechtigde afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
artikel 7 - Onvoorziene omstandigheden
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.