Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001
CiteertitelOverleg lokaal onderwijsbeleid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op het voortgezet onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-09-200126-07-2014nieuwe regeling

27-08-2001

De Driehoek

2001-VIII-11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001

 

Nr. 2001-VIII-11.

De raad van de gemeente Rijssen;

  • -

    overwegende, dat de raad van de voormalige gemeente Holten in zijn vergadering van 25 mei 1999 heeft vastgesteld de “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Holten”;

  • -

    dat de raad van de voormalige gemeente Rijssen in zijn vergadering van 26 januari 1998 heeft vastgesteld de sindsdien 1 keer gewijzigde “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen”;

  • -

    dat het wenselijk is een nieuwe regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid;

  • -

    gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

  • -

    gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 augustus 2001, nummer 2001-VIII-11;

  • -

    gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening:

"Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen 2001".

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;

advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs.

Hoofdstuk 2. Overleg

Paragraaf 2.1. Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Artikel 2. Functie overlegorgaan

1.

Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders met de

vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en

uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

2.

In het overlegorgaan komen aan de orde:

de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld

in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

3.

Op de onderwerpen, als genoemd in lid 2 onder b, is artikel 9 niet van toepassing.

Artikel 3. Samenstelling overlegorgaan

De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een schoolbestuur wijst daartoe 2 vertegenwoordigers aan, die namens dit schoolbestuur het overleg voeren.

Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Zij wijzen daartoe 2 vertegenwoordigers aan.

De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het overlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan.

Artikel 4. Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan of een of meer schoolbesturen dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2. Voorbereiding overleg

Artikel 5. Uitnodiging

Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste 4 weken als het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a, en ten minste 2 weken als het gaat om een ander onderwerp.

De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis.

Artikel 6. Secretariaat

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 7. Voorbereiding

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a.

Artikel 8. Agendaoverleg

Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en 4 vertegenwoordigers van schoolbesturen deel.

Paragraaf 2.3. Uitvoering overleg

Artikel 9. Advies Onderwijsraad

Indien 1 of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk 3 weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in lid 2 bedoelde zienswijzen.

De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

De gemeenteraad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot 1 of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.

In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies. Nader overleg vindt ook plaats wanneer een of meer schoolbesturen hierom verzoeken.

Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen 3 weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 10. Verslaglegging; informeren raad

1.

Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

2.

Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp

wordt aangegeven:

of het bepaalde in artikel 2, lid 2 onder a of b van toepassing is;

of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing –

de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, lid 3;

de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het

oorspronkelijke voorstel.

Indien artikel 9, lid 1 van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen

in het verslag.

3.

Burgemeester en wethouders zorgen ervoor dat het verslag uiterlijk 10 dagen voor de

raadsvergadering, waarin een onderwerp uit het overleg aan de orde komt, in het bezit

is van de schoolbesturen.

4.

Burgemeester en wethouders brengen het verslag en eventueel daarop binnengekomen

schriftelijke reacties gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad.

Voorzover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren

gebrachte zienswijzen wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan

van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 11. Heropening overleg

Indien uit het advies van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt. Het overleg wordt ook heropend wanneer 1 of meer schoolbesturen hierom verzoeken.

Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid hun zienswijze te geven op het advies van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 12. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Holten” en de "Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Rijssen", in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 augustus 2001.

De voorzitter,

De secretaris,