Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bunnik

verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bunnik

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bunnik
Officiële naam regelingverordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bunnik
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie Bunnik
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81 oa Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200731-05-2013Nieuwe regeling

12-07-2007

Onbekend

Bunn-5681
01-08-200701-01-2009Nieuwe regeling

12-07-2007

Onbekend

Bunn-5681

Tekst van de regeling

Intitulé

verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bunnik

De raad van de gemeente Bunnik,

gelet op artikel 81 oa Gemeentewet,

besluit

vast te stellen:

De verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente Bunnik

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder :

  • a.

    Gemeente: de gemeente Bunnik ;

  • b.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van Bunnik;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Bunnik;

  • d.

    Rekenkamercommissie: de commissie die wordt ingesteld bij deze verordening en die ten doei heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de rechtmatigheid en doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering ervan in de gemeente;

  • e.

    Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast;

  • f.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • g.

    Doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • h.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid van hoofd van de politie) van de gemeente, alsmede gemeentelijke commissies waaraan bevoegdheden van de gemeenteraad of van burgemeester en wethouders zijn gedelegeerd;

  • i.

    Gesubsidieerde instelling: organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht, die een geldelijke bijdrage in welke vorm dan ook van de gemeente ontvangt. Onder gemeente worden ook de in art. 82 Gemeentewet genoemde commissies begrepen.

  • j.

    Ambtenaar: een ieder die in dienst van de gemeente werkzaam is.

Artikel 2. Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. Deze rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid alsmede naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten mede door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

Artikel 3. Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter en 2 leden. Zij worden door de raad benoemd voor maximaal de duur van de raadsperiode.

  • 2. De rekenkamercommissie wijst uit haar leden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. Voorzitter en leden kunnen geen lid zijn van de betrokken gemeentelijke bestuursorganen.

  • 4. Voorzitter en leden zijn niet woonachtig in de gemeente Bunnik.

  • 5. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg mei zijn ondersteuning.

  • 6. Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen pleegt de gemeenteraad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4. Eed

Ten aanzien van voorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De gemeenteraad ontslaat de voorzitter en leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de voorzitter of een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      bij verhuizing naar de gemeente Bunnik;

    • d.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld,in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      het aflopen van de benoemingsperiode.

  • 3.

    Voorzitter en leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6. Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter en leden van de rekenkamercommissie genieten een door de gemeenteraad vast te stellen uurvergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. Voor de onderzoekswerkzaamheden van voorzitter en leden stelt de gemeenteraad een uurvergoeding vast

  • 3. De uurvergoedingen zoals bedoeld in lid 1 en 2 van dit artikel worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd conform de CAO Gemeenten. Bedragen worden normaal afgerond op hele euro's.

Artikel 7. Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rekenkamercommissie kan besluiten vergaderingen of bijeenkomsten in het openbaar te houden.

  • 2. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overlegd alsmede het in een besloten vergadering daaromtrent behandelde.

  • 3. De geheimhouding wordt door allen, die bij de behandeling aanwezig waren en van deze stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 8. Budget rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad stelt van de gelden die daartoe in de begroting zijn opgenomen, na overleg met de rekenkamercommissie, jaarlijks de middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamercommissie:

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen en onkosten van de voorzitter en de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

  • 4. Het taakstellende budget van de rekenkamercommissie bedraagt € 1,50 per gemeentelijke inwoner (peildatum 1 januari van het jaar waarin onderzoeken worden uitgevoerd). Dit bedrag per inwoner wordt jaarlijks op de gebruikelijke wijze geïndexeerd.

Artikel 9. Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10. Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur.

  • 2. De rekenkamercommissie kan anderen (zie artikel 11) in de gelegenheid stellen gemotiveerde voorstellen voor onderzoeksonderwerpen aan te dragen.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt het werkprogramma vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 4. De rekenkamercommissie beslist, waar zij dit nodig acht in overleg met de raad, of en in hoeverre spoedeisende onderzoeksvragen het vastgestelde werkprogramma doorkruisen.

  • 5. De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren die betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met kleinere acties dan de onderzoeken die normaliter worden uitgevoerd.

  • 6. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad, mede gebaseerd op de uitkomsten van de in het vorige lid genoemde quick scans, gevraagd en ongevraagd adviseren.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervuiling van haar taak nodig acht.

  • 8. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • 1.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • 2.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • 3.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarin de gemeente aandeelhouder is;

    • 4.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 9. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 10. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 11. initiatief met betrekking tot het uitvoeren van onderzoek

  • 1. Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

    • c.

      het college;

    • d.

      in de gemeente gevestigde organisaties met rechtspersoonlijkheid;

    • e.

      één of meer inwoners van de gemeente.

  • 2. Indieners van een gemotiveerd verzoek tot het verrichten van een onderzoek krijgen binnen zes weken schriftelijk bericht over wat er met het verzoek wordt gedaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

  • 3. De rekenkamercommissie doet geen onderzoek dat krachtens lid 1 is aangemeld indien:

    • a.

      het een klacht betreft in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van een bestuursorgaan;

    • b.

      het een bezwaar betreft tn de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van een bestuursorgaan, of

    • c.

      het een vraag betreft waarbij geen gemeentelijke bestuursbevoegdheden of - verantwoordelijkheden betrokken zijn.

Artikel 12. Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker(s) tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek;

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden,

  • 5. De gemeenteraad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en de aanbevelingen vast.

Artikel 13. Vergaderfrequentie

  • 1. De reken kamercommissie vergadert periodiek op door haar te bepalen dagen en tijdstippen.

  • 2. In bijzondere gevallen belegt de voorzitter in afwijking van die regel een vergadering. Hij gaat daartoe in elk geval over wanneer een lid hem dat onder opgaaf van de redenen heeft gevraagd.

Artikel 14. Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor hen ter inzage worden gelegd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 15. Vergaderquorum. stemmingsquorum

  • 1. Voor het houden van een vergadering is vereist dat tenminste twee leden, onder wie de voorzitter, aanwezig zijn.

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.

Artikel 16. Secretariaat

  • 1. Op voordracht van de rekenkamercommissie wijst het college een ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie aan.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris verricht niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente.

  • 5. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers en verder voor alles wat nodig is voor een goede ondersteuning van het werk van de rekenkamercommissie.

  • 6. Op verzoek van de rekenkamercommissie ondersteunt de secretaris bij het uitvoeren van onderzoekswerkzaamheden.

  • 7. De rekenkamercommissie wordt op verzoek en waar nodig bijgestaan door de griffie van de gemeente.

Artikel 17. Voorziening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2007.

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie Bunnik.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Bunnik d.d. 12 juli 2007

De griffier,

De Voorzitter,