Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Borsele

Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Borsele
Officiële naam regelingToeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012
CiteertitelToeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

deze regeling vervangt de Verordening toeslagen en verlagingen gemeente Borsele 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 8, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201201-01-2015nieuwe regeling

10-05-2012

Bevelandse Bode 23-05-2012

raadsstukken 15-05-2012, B7

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Borsele ;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 17 april 2012, met

overneming van de daarin vermelde motieven;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

Vast te stellen:

de volgende Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a de wet: de WWB

    b het college: het college van burgemeester en wethouders van Borsele.

    c de raad: de gemeenteraad van Borsele.

    d de gezinsnorm: de norm voor een gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn zoals bedoeld in artikel 21 lid 1 WWB.

    e woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 WWB;

    f woonkosten:

    I. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel d Wet op de huurtoeslag;

    II. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

    g zorgbehoevende: de persoon van wie het college heeft vastgesteld dat hij niet tot een gezin behoort op grond van artikel 4, vijfde lid, van de wet, of de medebewoner die voldoet aan de in artikel 4, vijfde lid van de wet genoemde criteria.

    h studerend kind: het meerderjarig kind zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 van de wet.

Artikel 2 Doelgroep

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en ten minste twee gezinsleden 21 jaar of ouder.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3 Toeslag alleenstaande (ouder)

  • 1 De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, bedraagt:

    a 20 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

    b 10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbende die met één andere zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

    c 0 procent van de gezinsnorm voor belanghebbende die met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

     

  • 2 Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 sub h van deze verordening.

  • 3 In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 21 jaar:

    a 0 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    b 0 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

     

  • 4 In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar:

    a 10 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    b 0 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

     

  • 5 In afwijking van de voorgaande leden bedraagt de toeslag 20 procent van de gezinsnorm voor de zorgbehoevende en voor de belanghebbende die de zorgbehoevende verzorgt.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm

Artikel 4 Verlagen norm gezin

  • 1 De verlaging zoals bedoeld in artikel 26 WWB bedraagt

    a 10 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende die met één andere zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

    b 20 procent van de gezinsnorm indien hij met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft

     

  • 2 Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 sub h van deze verordening

  • 3 De vorige leden zijn niet van toepassing op de zorgbehoevende of de belanghebbende die de zorgbehoevende verzorgt.

Artikel 5 Verlagen algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten

De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 WWB bedraagt:

1. 20 procent van de gezinsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden;

2. 10 procent van de gezinsnorm indien geen woning wordt bewoond;

3. 10 procent van de gezinsnorm indien de kosten worden gedeeld met een derde die niet het hoofdverblijf in de woning heeft.

Artikel 6 Verlagen algemene bijstand schoolverlaters

  • 1 De verlaging voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die schoolverlater is zoals bedoeld in artikel 28 WWB bedraagt 10 procent van de gezinsnorm gedurende 6 maanden, gerekend vanaf het tijdstip van de beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten.

  • 2 Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 3 lid 3 of 4 van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:

a. 50 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande;

b. 70 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;

c. 80 procent van de gezinsnorm voor een gezin.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

De verordening Toeslagen en Verlagingen gemeente Borsele 2004 wordt per 1 juli 2012 ingetrokken.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB gemeente Borsele 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 10 mei 2012,

De raad voornoemd.

De griffier,                                                De voorzitter,