Besluit Individuele Wmo-voorzieningen 2012

Artikel 1 Definities

• a.

  wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;

• b.

  verordening: Wmo-voorzieningen verordening Nieuwegein 2012;

• c.

  gehuwden: gehuwd als bedoeld in artikel 3 van de wet;

• d.

  individuele voorziening: een door de gemeente te verstrekken voorziening wanneer een algemene voorziening, collectieve voorzieningen en of voorliggende voorziening geen adequate oplossing biedt. De individuele voorziening kan worden verstrekt:- - - In eigendom, of

  - In bruikleen, of

  - In huur, of

  - In de vorm van een persoonsgebonden budget

  - In de vorm van persoonlijke dienstverlening;

• e.

  persoonsgebonden budget waaronder de vergoeding voor persoonlijke dienstverlening: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan

  verwerven en waarop de in de verordening Wmo-voorzieningen en in het Besluit Individuele Wmo voorzieningen 2012 te stellen regels van toepassing zijn;

• f.

  financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op de kosten van de voorziening en het inkomen van de aanvrager;

• g.

   eigen bijdrage: een door het college vast te stellen geldbedrag bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoon-gebonden budget die door de belanghebbende zelf betaald moet worden;

• h.

   eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen geldbedrag bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming die door de belanghebbende zelf betaald moet worden;

• i.

  algemeen gebruikelijk: een voorziening die niet speciaal voor mensen met een beperking is bedoeld en ook door anderen gebruikt wordt, in een gewone winkel te koop is en niet duurder

  is dan vergelijkbare producten;

• j.

  meerkosten de kosten voor niet noodzakelijke, maar door een belanghebbende gewenste extra’s aan de voorzieningen welke voor rekening komen van de belanghebbende;

• k.

  budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;

• l.

  PGB overeenkomst: een overeenkomst tussen de gemeente Nieuwegein en de belanghebbende waarin de rechten en plichten met betrekking tot het persoonsgebonden budget zijn

  vastgelegd.

• m.

  het gesprek: Het verzoek om informatie en advies vindt plaats door middel van een gesprek.

• n.

  HH1: Hulp bij het huishouden, het schoonmaken van het huis;

• o.

  HH2: Hulp bij het huishouden met regievoering over het huishouden;

• p.

  woonvoorzieningen: zowel losse voorzieningen voor in en om de woning als aard en nagelvaste voorzieningen in de woning.

Artikel 2 Persoongebonden budget

• 1. a. Het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening.

  b. Het persoonsgebonden budget voor het voeren van een huishouden, niet zijnde het onderdeel wonen, bedraagt het aantal geïndiceerde uren maal het uurtarief. Afronding van de uren vindt plaats naar boven op 30 minuten.

  c. Het van toepassing zijnde uurtarief is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen particuliere contracten of gebruikmaking van een bemiddelingsorganisatie voor HH1 en HH2.

• 2. Voor zover van toepassing op de voorziening kan het bedrag van het persoonsgebonden budget worden verhoogd met kosten van onderhoud, reparatie en andere instandhoudingskosten.

• 3. De verantwoording van de besteding van het persoongebonden budget vindt plaats op verzoek van het college, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van het kalenderjaar.

  Bij het besluit voor het persoonsgebonden budget ontvangt de belanghebbende een zogenoemde PGB overeenkomst waarin voorwaarden voor beheer en verantwoording zijn opgenomen.

Artikel 3 Financiële tegemoetkoming

• 1. De hoogte van de financiële tegemoetkomingen worden vastgesteld (op basis van de normbedragen) conform de bij dit besluit behorende bijlage. Deze bedragen kunnen worden geïndexeerd.

   

• 2. Van het gestelde in het eerste lid kan naar boven of naar beneden worden afgeweken indien kan worden aangetoond dat de aanvrager onvoldoende wordt gecompenseerd. Een dergelijke afwijking geldt telkens voor maximaal een jaar en wordt uitsluitend op verzoek

  van de aanvrager opnieuw vastgesteld.

• 3. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor de aanschaf en het onderhoud van een sportvoorziening is vastgelegd in de bijlage bij dit besluit. Hierbij geldt dat deze voorziening slechts eens per 3 jaar wordt verstrekt.

Artikel 4 Keuzevrijheid

• 1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening vindt plaats op verzoek van de belanghebbende in de vorm van een persoongebonden budget, in natura of als financiële tegemoetkoming.

• 2. Het bedrag van het persoonsgebonden budget wordt uitbetaald op rekening van de belanghebbende.

• 3. Het college biedt geen keuzevrijheid voor een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget als

  - belanghebbende geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;

  - belanghebbende in een schuldsaneringstraject zit;

  - er sprake is van een ernstig vermoeden van misbruik.

Artikel 5 Eigen bijdrage

• 1. Voor de resultaten het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het aangaan van sociale verbanden is conform artikel 7 van de verordening een eigen bijdrage verschuldigd.

   

• 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor de rolstoel, voor alle voorzieningen voor belanghebbende jonger dan 18 jaar en voor financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoer geen eigen bijdrage.

• 3. Voor de vaststelling van de hoogte en de inning van de eigen bijdrage zijn de regels van Hoofdstuk 4 van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning van toepassing.

• 4. de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp wordt als volgt vastgesteld:

  a. voor HH1: maximaal de uurprijs van de met de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder met de laagste prijs, zoals vastgelegd in de bijlage van dit besluit ;

  b. voor HH2: maximaal de uurprijs van de met de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder met de laagste prijs, zoals vastgelegd in de bijlage van dit besluit .

• 5.

  • a.

    a. bij verstrekking van een individuele woonvoorziening die meer dan € 500,00 bedraagt, wordt een inkomens afhankelijke eigen bijdrage gevraagd.

    Bij huurvoorzieningen is maximale hoogte van de eigen bijdrage gelijk aan het huurbedrag van de voorziening. Bij koopvoorzieningen kan maximaal 39 periodes (3 jaar) een eigen bijdrage worden opgelegd. De hoogte van de opgelegde bijdrage mag niet hoger zijn dan de waarde van de voorziening.

     

  • b.

    bij de verstrekking van een individuele vervoersvoorziening die meer dan € 500,00 bedraagt, wordt een inkomens afhankelijke eigen bijdrage gevraagd.

    Bij huurvoorzieningen is de maximale hoogte van de eigen bijdrage gelijk aan het huurbedrag van de voorziening.

    Bij koopvoorzieningen kan maximaal 39 periodes een eigen bijdrage worden opgelegd. De hoogte van de opgelegde bijdrage mag niet hoger zijn dan de waarde van de voorziening.

     

  • c.

    bij verstrekking vaneen regionale vervoerspas wordt een eigen bijdrage gevraagd. De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de bijlage van dit besluit.

Artikel 6 Inkomensgrens

Een tegemoetkoming in de kosten van individueel vervoer wordt niet toegekend als het inkomen hoger is dan 150% van de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet werk en bijstand.

Artikel 7 Het voeren van een gesprek

• 1. Met de belanghebbende die ondersteuning vraagt wordt indien daar behoefte aan is een gesprek gevoerd.

• 2. Het gesprek wordt afgesloten met een verslag als uit het gesprek een aanvraag voor een individuele voorziening volgt. De inhoud van het gesprek dient als basis voor de aanvraag.

Artikel 8 Inwerkingtreding

• 1. Dit Besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

• 2. De Uitvoeringsbesluiten Wmo financieel deel en verstrekkingen deel worden ingetrokken.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit kan aangehaald worden als Besluit Individuele Wmo-voorzieningen 2012.