Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint-Michielsgestel

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint-Michielsgestel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel
CiteertitelBeleidsregels leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpbeleidsregels leerlingenvervoer
Externe bijlageStroomschema

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel, art. 1 e.v.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-201210-05-2016nieuwe regeling

08-05-2012

De Brug, 24 mei 2012 en website

Ben W-notulen 8-5-2012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Sint-Michielsgestel

Inleiding

 

Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. In sommige gevallen kunnen kinderen niet zelfstandig naar school. Als aan bepaalde criteria is voldaan, kunnen ouders een beroep doen op de verordening leerlingenvervoer. Daarin staat wanneer iemand in aanmerking komt voor een vergoeding van de vervoerskosten van en naar school. Het expliciete doel van de regeling is het verstrekken van een bekostiging. Het is aan de gemeente om te beslissen in welke vorm de voorziening wordt verstrekt. Het impliciete doel is het effectueren van het recht op onderwijs en de vrijheid van onderwijs.

 

Primair zijn er twee criteria die antwoord geven op de vraag of een aanvraag om leerlingenvervoer moet worden toegekend:

  • *

    gaat het om de dichtstbijzijnde toegankelijke school

    • o

      van de onderwijssoort waarop het kind is aangewezen (speciaal (basis-)onderwijs)?

    • o

      van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting?

  • *

    is de afstand van woning naar school minimaal 6 kilometer?

 

Worden deze vragen beide bevestigend beantwoord, dan bestaat er recht op leerlingenvervoer en wordt aan de hand van bijgevoegd stroomschema bekeken welke bekostiging moet worden toegekend. De vormen van de bekostiging worden later in deze notitie nog verder uitgewerkt en toegelicht.

 

Wettelijk gezien is leerlingenvervoer een financiële regeling, die uitgaat van betaling van de vervoerskosten aan ouders. De gemeente is verplicht passend vervoer te bieden aan leerlingen die daarvoor op grond van de primaire criteria in aanmerking komen. In de loop der jaren is er een gedoogsituatie ontstaan waardoor op dit moment ca. 90% van alle leerlingen met taxi’s vervoerd worden. De kosten van het leerlingenvervoer zijn daarmee ook erg gestegen.

 

Visie

 

Bij het opstellen van een nieuw stelsel voor het leerlingenvervoer wordt ervan uitgegaan dat ouders een verantwoordelijkheid voor hun kind hebben en dat zij de eerstverantwoordelijken zijn voor het schoolbezoek van hun kinderen. Uitgaande van die verantwoordelijkheid vinden wij het noodzakelijk dat ouders een belangrijke stem krijgen bij de bepaling wat de beste manier van reizen is voor hun kind.

 

Momenteel is het zo dat leerlingenvervoer voor veel ouders (én scholen) synoniem is aan taxivervoer. Deze praktijksituatie is in de loop der jaren ontstaan. Als gemeente hebben wij hieraan ook bijgedragen. Wij hebben ons nooit echt kritisch afgevraagd of vervoer per taxi wel of niet een bijdrage levert aan de zelfstandige ontwikkeling van het kind. Leerlingenvervoer is echter een financiële regeling, waarbij het vervoer wordt bekostigd. Dat kan openbaar vervoer zijn, of een vergoeding voor het gebruik van een eigen vervoersmiddel (fiets, bromfiets, auto). De gemeente wil daarom zoveel mogelijk naar een individuele bekostiging van het leerlingenvervoer.

Uit het oogpunt van klantvriendelijkheid hoeven ouders de bekostiging niet te verantwoorden, mits aangetoond is dat er geen sprake is geweest van structureel of langdurig schoolverzuim.

 

De beleidsregels die hieronder genoemd worden zijn opgesteld door de gemeenten Schijndel en Sint-Michielsgestel gezamenlijk. Eerst zal worden toegelicht welke soorten bekostiging er zijn, daarna volgt een nadere uitleg over hoe wij omgaan met bijzondere situaties.

Algemene lijn in de beleidsregels is dat de regelgeving stringenter wordt toegepast en dat de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de leerling wordt gestimuleerd.

 

Welke soorten bekostiging zijn er?

 

* Toekennen van een fietsvergoeding

 

We verstrekken fietsvergoedingen aan de leerlingen die daarvoor in aanmerking komen (leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs en groep 8 van sbo Hertog van Brabantschool). Deze vergoeding kan worden opgebouwd uit de volgende componenten:

  • o

    vrijstelling van de eigen bijdrage ex art. 23

  • o

    een eenmalige bijdrage in de aankoopkosten van een fiets á € 400,-

  • o

    jaarlijks een vergoeding voor de kosten van het gebruik van de eigen fiets a € 0,09 per km.

  • o

    bekostiging openbaar vervoer voor de wintermaanden (herfstvakantie – carnaval)

 

* Openbaar vervoer

 

Wij willen het gebruik van het openbaar vervoer zoveel mogelijk door middel van een financiële prikkel stimuleren. Dat houdt in dat de kosten van openbaar vervoer betaald worden, eventueel ook voor een begeleider.

 

* Aangepast vervoer

 

In die gevallen waarbij het college het noodzakelijk acht om te onderzoeken of het kind door zijn handicap belemmerd wordt om zelfstandig of met begeleiding aan het openbaar vervoer deel te nemen, vragen wij aan de MO-zaak een onafhankelijke indicatie over de vervoersmogelijkheden van de leerling. Indien mogelijk vragen we MO-zaak, het ontwikkelingsperspectief van een kind te schetsen, zodat we eventueel meerjarige beschikkingen kunnen afgeven.

 

* Vervoersbudget

 

Alle ouders die aanspraak kunnen maken op bekostiging van openbaar vervoer met begeleiding of aangepast vervoer kunnen op verzoek in aanmerking komen voor een persoonlijk vervoersbudget waarvan de hoogte wordt vastgesteld op basis van het Reisbesluit (€ 0,37 km)

Ouders hebben zelf de keuzevrijheid inzake de besteding van het pgb. Ze hoeven daarover geen verantwoording af te leggen. Daardoor krijgen ze de mogelijkheid om het vervoer zelf te organiseren door bijvoorbeeld inzetten van derden, carpoolen, inkoop taxivervoer. We controleren via het RBL of er sprake is van ongeoorloofd verzuim.

 

Aanvullende regels

 

In de verordening staat een aantal begrippen dat in deze beleidsregels nader uitgewerkt en verduidelijkt wordt:

  • *

    Structurele handicap

  • *

    Berekening van de afstand

  • *

    Wachtlijsten

  • *

    Vervoer bij crisissituaties

  • *

    Hoogbegaafdheid

  • *

    Iederwijsscholen

  • *

    Begeleiding door ouders

  • *

    Medische indicatie

  • *

    Uitwerking hardheidsclausule

 

Daarnaast is er een aantal regels dat specifiek betrekking heeft op het aangepast vervoer:

  • *

    Wisselende schooltijden

  • *

    Vervoer naar meerdere adressen

  • *

    Ongewenst gedrag

  • *

    Opstapplaatsen aangepast vervoer

 

Toelichting op begrippen in de verordening

 

Structurele handicap

 

Voor het begrip ‘structurele handicap’ gaan wij uit van een handicap die langer duurt dan drie maanden. In geval van tijdelijke handicaps, bijvoorbeeld een revalidatietraject of herstel van een gebroken arm of been, wordt de vergoeding verstrekt voor de duur van het herstel en/of revalidatie, met dien verstande dat de kosten van het vervoer gedurende de eerste drie maanden voor rekening van de ouders zijn. Als de noodzaak voor het vervoer verdwijnt, heeft de leerling geen recht meer op bekostiging.

 

Berekening afstand

 

Voor de berekening van een persoonsgebonden budget ingevolge het Reisbesluit is het nodig de afstand tussen woning en school op een eenduidige en objectieve wijze te berekenen. Hiervoor worden geen wettelijke richtlijnen gegeven. De Verordening Leerlingenvervoer stelt slechts dat er gerekend wordt volgens de kortste voldoende begaanbare en veilige route.

Voor de berekening van de afstand hanteren wij Google maps; als maatstaf wordt de kortste route van woning naar school v.v. genomen.

 

Wachtlijsten

 

Als de leerling wegens een wachtlijst moet uitwijken naar een andere school is het niet reëel om te verwachten dat hij halverwege het schooljaar moet overstappen naar de dichtstbijzijnde school. Vanwege de continuïteit wordt dan het vervoer bekostigd tot het einde van het schooljaar. Voorwaarde is dan wel dat de leerling op de wachtlijst blijft staan. Wordt niet aan deze voorwaarde voldaan dan vervalt het recht op bekostiging naar de verder weg gelegen school.

Bij het nieuwe schooljaar wordt de vergoeding echter wel gebaseerd op de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

 

Vervoer bij crisissituaties

 

Het komt voor dat leerlingen uit andere gemeenten in het kader van jeugdzorg tijdelijk worden opgevangen bij pleegouders in onze gemeente. Het omgekeerde komt ook voor, namelijk dat leerlingen uit onze gemeente tijdelijk elders verblijven.

De gemeente Sint-Michielsgestel wil leerlingen die in een crisissituatie in onze gemeente verblijven tegemoet komen en hen de mogelijkheid bieden hun oude school te bezoeken. Aanvragen om vervoer bij crisissituaties behandelen we met voorrang en laten we zo snel mogelijk ingaan.

Omwille van de rust voor de leerling zal deze vergoeding worden verstrekt voor maximaal drie maanden. In deze periode wordt meestal duidelijk of het kind in de gemeente blijft wonen, zodat een andere school kan worden gezocht.

 

Hoogbegaafdheid

 

Onderwijs voor hoogbegaafden, veelal ondersteund door de Leonardostichting, wordt vrijwel altijd gegeven op reguliere basisscholen. Zij vallen daardoor onder de WPO en zijn wettelijk niet anders dan andere reguliere basisscholen.

Een belangrijk criterium voor het verstrekken van een vergoeding leerlingenvervoer is dat deze slechts wordt aangeboden naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school, dus de dichtstbijzijnde reguliere school. Het feit dat de leerling onderwijs volgt met een Leonardo-groep zegt niets over de toelaatbaarheid op een andere, dichterbij gelegen basisschool. Daarnaast krijgen deze scholen bekostiging van het ministerie van OCW voor de specifieke benadering van zorgleerlingen, zoals hoogbegaafden.

Deze lijn is onlangs door de Rechtbank van Rotterdam bevestigd in een casus over dit onderwerp. Ook heeft de Minister van Onderwijs onlangs bevestigd, dat iedere basisschool een aanbod heeft voor hoogbegaafde leerlingen. In een uitzonderlijke situatie kan het voorkomen, dat dit aanbod voor een specifieke leerling onvoldoende is.

Hoogbegaafdenonderwijs is geen wettelijk erkende schoolsoort. We willen dus geen bekostiging toekennen voor vervoer naar scholen voor hoogbegaafden, tenzij door een onafhankelijke indicatiestelling blijkt dat het aanbod op de dichterbijgelegen school tot psychische problemen leidt.

 

Iederwijs-scholen

 

Een Iederwijsschool is een particuliere basisschool die erkend wordt door de inspectie voor het onderwijs. Vanwege deze erkenning bestaat ook de mogelijkheid om leerlingenvervoer te bekostigen.

 

De specifieke kenmerken van een Iederwijsschool lijken meer gestoeld op een onderwijskundige inrichting (methodiek) dan op een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging. Omdat er geen leerlingenvervoer wordt bekostigd op grond van de onderwijsmethodiek moet een Iederwijsschool gezien worden als een reguliere basisschool. Er is derhalve alleen bekostiging mogelijk als de Iederwijsschool de dichtstbijzijnde toegankelijke school is.

 

De gemeente wil alle aanvragen om bekostiging toetsen aan het criterium ‘dichtstbijzijnde toegankelijke school van soort en richting’. Als er een aanvraag wordt ingediend voor bekostiging van vervoer naar een Iederwijsschool wordt die beoordeeld aan dit criterium. Aanvragen om vervoer naar een Iederwijsschool worden dus niet gehonoreerd.

 

Begeleiding door/vanwege ouders: tijd, omstandigheden gezin

 

Het aantal leerlingen met een gedragsproblematiek neemt sterk toe. Sommigen kunnen daardoor niet zelfstandig reizen en hebben begeleiding nodig. Begeleiding is primair de verantwoordelijkheid van de ouders, zowel in het openbaar vervoer als in de taxi.

 

Als begeleiding nodig is in het openbaar vervoer bekostigt de gemeente zowel de vervoerskosten van de leerling (maandabonnement) als de vervoerskosten van de begeleider.

 

Als er begeleiding nodig is in de taxi stelt de gemeente een zitplaats beschikbaar voor (of namens) een van de ouders. Daarmee wordt het vervoer van de begeleider bekostigd voor de route die het te begeleiden kind aflegt. De terugreis van de begeleider wordt niet bekostigd.

 

Medische indicatie

 

Zoals hiervoor al is beschreven, wordt aangepast vervoer slechts toegekend als er geen andere passende vorm van vervoer mogelijk is. Dat kan zijn als de enkele reis van huis naar school langer duurt dan anderhalf uur en de reistijd met aangepast vervoer kan worden teruggebracht tot minder dan de helft. Een andere reden voor het toekennen van aangepast vervoer kan zijn, dat een kind een handicap heeft die hem belet zelfstandig of onder begeleiding van het openbaar vervoer gebruik te maken.

De gemeente wil voor alle leerlingen voor wie aangepast vervoer wordt aangevraagd, op objectieve wijze laten vaststellen of zijn handicap ertoe leidt dat hij niet zelfstandig of onder begeleiding van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden van het kind en pas in tweede instantie naar bijzondere omstandigheden in de gezinssituatie. Deze indicatie kan betrekking hebben op meerdere jaren zodat een meerjarige beschikking kan worden afgegeven (mits het kind niet van school verandert).

 

Bij toekenning van openbaar vervoer met begeleiding bekostigt de gemeente een maandabonnement voor de leerling en een maandabonnement voor de begeleider.

 

Uitwerking hardheidsclausule

 

De gemeente wil een rechtvaardig stelsel van leerlingenvervoer dat recht doet aan de mogelijkheden van de individuele leerling. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat ouders een verantwoordelijkheid voor hun kind hebben en dat zij de eerstverantwoordelijken zijn voor het schoolbezoek van hun kinderen.

De gemeente is zich er echter van bewust dat de invoering van de (nieuwe) beleidsregels een grote impact kunnen hebben op het gezinsleven. Daarom wil de gemeente aan ouders die hun aanvraag om aangepast vervoer niet gehonoreerd zien, de gelegenheid bieden hun persoonlijke situatie toe te lichten. Indien dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is, kan besloten worden in schrijnende gevallen de hardheidsclausule toe te passen en alsnog aangepast vervoer toe te kennen.

Juridisch gezien is het echter mogelijk om gezins- en andere omstandigheden buiten beschouwing te laten.

 

Beleidsregels die specifiek betrekking hebben op het aangepast

(taxi-)vervoer

 

Wisselende schooltijden

 

Het kan voorkomen dat leerlingen te maken krijgen met wisselende schooltijden. Bijvoorbeeld in de opstartfase, om aan de nieuwe school te wennen, maar ook in het voortgezet onderwijs, vanwege wisselende lesroosters.

 

De verordening leerlingenvervoer bepaalt in de algemene bepalingen dat aangepast vervoer slechts wordt georganiseerd op schooltijden die genoemd zijn in de schoolgids, tenzij de structurele handicap van de leerling deze tijden onmogelijk maakt. Dat betekent dat aangepast vervoer op wisselende en afwijkende tijden niet wordt verzorgd.

 

De gemeente wil het aangepast vervoer afstemmen op het begin en einde van de schooldag zoals genoemd in de schoolgids. Hiermee sluit de uitvoering aan op de regelgeving. Uitzonderingen worden gemaakt voor leerlingen die dit vanwege hun structurele handicap niet kunnen volbrengen.

 

Vervoer naar meerdere adressen

 

Regelmatig komt het voor dat leerlingen in het aangepaste vervoer gebruik maken van een buitenschoolse opvang. In het geval van gescheiden ouders met co-ouderschap is er sprake van twee woonadressen. Daarnaast zijn er verzoeken om vervoer naar stage-adressen, waarbij het vervoer op vaste dagen naar een afwijkend (niet school-)adres plaatsvindt.

 

De verordening leerlingenvervoer gaat uit van één woonadres en één schooladres en kent geen wettelijke regeling voor vervoer naar stagebedrijven, opvang- en afwijkende woonadressen. Het begrip ‘woning’ is in de (nieuwe) verordening omschreven als ‘de plaats waar de leerling is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie’. Bij co-ouderschap voldoet deze omschrijving niet. In die gevallen kan worden volstaan met een schriftelijke verklaring van de ouders dat de leerling structureel op bepaalde dagen van de week afwisselend bij een van de ouders woont.

 

*Stagevervoer

 

Op verzoek van ouders en scholen bekostigen wij het vervoer naar stageadressen als de stage een onderdeel is van het lesprogramma. Gewoonlijk lopen leerlingen een of meerdere dagen per week stage. De rest van de week gaan ze naar school. De gemeente doet een dringend beroep op de scholen om de stageplaatsen zo dicht mogelijk bij de school of bij het huisadres van de leerling te zoeken.

Aangezien de stage een voorbereiding is op deelname aan het maatschappelijk verkeer verwachten wij dat alles in het werk gesteld wordt om de maximaal mogelijke zelfstandigheid in het reizen naar het stageadres te bereiken. Dat kan betekenen dat voor het schoolbezoek aangepast vervoer toegekend wordt terwijl voor het stagevervoer een fietsvergoeding of openbaar vervoer wordt bekostigd.

 

*Structurele opvang

 

De gemeente wil onder bepaalde voorwaarden toestaan dat leerlingen na school naar een ander adres als het thuisadres worden gebracht. Hier zijn randvoorwaarden aan verbonden:

  • -

    Het opvangadres ligt op de route

  • -

    De opvang is structureel, d.w.z. op dezelfde dagen van de week en op hetzelfde adres

  • -

    De kosten die aan het vervoer verbonden kunnen zijn komen voor rekening van de ouders

  • -

    Het aanvullende vervoer mag geen consequenties hebben voor de andere leerlingen in de taxi.

     

Co-ouderschap

 

Beide ouders dienen een aanvraag in te dienen. Beide aanvragen worden getoetst aan de verordening leerlingenvervoer (dichtstbijzijnde toegankelijke school, afstandscriterium) en worden alleen gehonoreerd als er sprake is van regelmaat en structuur in het verblijf op beide adressen.

 

Ongewenst gedrag

 

Soms komt het voor dat leerlingen ongewenst gedrag vertonen in het aangepast vervoer. Dat kan tot gevolg hebben dat er gevaar bestaat voor de leerling zelf, zijn medepassagiers en/of de chauffeur.

Als blijkt dat een leerling niet zelfstandig met aangepast vervoer kan reizen is in principe de ouder verantwoordelijk voor de begeleiding in het vervoer. Hiervoor dient de gemeente een zitplaats aan te bieden. Als de begeleiding niet geleverd wordt en/of het gedrag van de leerling niet verbetert, kan de gemeente besluiten het aangepast vervoer te beëindigen, ook als er een medische oorzaak is voor het gedrag van de leerling.

De gemeente wil de verantwoordelijkheid in het vervoer bij de ouders laten. Er kan dus een beroep op de ouders gedaan worden als dat nodig mocht zijn. Als er sprake is van ongewenst gedrag stellen wij daarvan de ouders schriftelijk in kennis. Daarbij bieden wij hen de gelegenheid om hun kind te (laten) begeleiden. Wij stellen daarvoor een zitplaats in de bus beschikbaar.

Verbetert het gedrag niet, dan kan de gemeente besluiten het aangepast vervoer te beëindigen. Over de noodzaak van begeleiding of de inzet van individueel vervoer kan de gemeente zich laten adviseren door een medisch adviseur.

 

Opstapplaatsen aangepast vervoer

 

Op dit moment worden alle leerlingen thuis opgehaald. Dat leidt in veel gevallen tot omslachtige routes met een voor de leerling lange reistijd.

Het college mag de goedkoopste adequate manier van vervoeren toekennen. Het feit dat alle leerlingen worden opgehaald op hun huisadres zorgt voor lange en omslachtige routes, terwijl uit bestandsanalyse blijkt dat de meeste leerlingen dicht bij elkaar wonen.

Als er meerdere kinderen op hetzelfde punt kunnen instappen, kan daarmee de route efficiënter verlopen, zodat de reistijd kan worden verkort.

 

Wij stellen u voor om op basis van de adressenbestanden van de te vervoeren leerlingen te onderzoeken of per dorp dan wel per wijk opstapplaatsen kunnen worden aangewezen waar meerdere kinderen tegelijk kunnen worden opgehaald.

 

Stroomschema

 

Voorwaarden voor het bekostigen van leerlingenvervoer.

 

Stroomschema

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, gehouden op 8 mei 2012

burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel,

de secretaris,

mr. A.H.P.G. van de Kerkhof

de burgemeester,

mr. J.C.M. Pommer