Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Verordening winkeltijden Zoeterwoude 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Zoeterwoude 2012
CiteertitelVerordening winkeltijden Zoeterwoude 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Winkeltijdenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-201213-12-2012Nieuwe regeling

29-03-2012

Leids Nieuwsblad van 18 april 2012.

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening winkeltijden Zoeterwoude 2012

Verordening Winkeltijden Zoeterwoude 2012

 

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 februari 2012;

 

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening winkeltijden Zoeterwoude 2012,

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    agrarisch bedrijf: een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

  • f.

    nevenactiviteiten: bedrijfsmatige activiteiten welke ondergeschikt en gerelateerd aan de bedrijfsmatige hoofdactiviteit zijn;

  • g.

    ondersteunende winkelactiviteiten: het als nevenactiviteit verkopen van aan de bedrijfstak en – karakter gerelateerde consumptiegoederen in een daarvoor ingerichte ruimte waar goederen plegen te worden verkocht.

Artikel 2. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1.

    Het college wijst per kalenderjaar twaalf zondagen of feestdagen aan waarop vrijstelling wordt verleend van de verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet.

  • 2.

    Deze bevoegdheid geldt afzonderlijk voor de delen van de gemeente boven (noordelijk) de rijksweg N11, onder (zuidelijk) de rijksweg N11, binnen de bebouwde kom en buiten bebouwde kom.

Artikel 3. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2.

    De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 4. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 6.00 uur (nachtwinkels)

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 5. Toerisme

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet, voor ondersteunende winkelactiviteiten om reden van op de gemeente gericht toerisme van agrarische bedrijven.

  • 2.

    een ontheffing kan worden verleend voor:

    • a.

      zondagen, uitgezonderd eerste Kerstdag wanneer deze een zondag betreft, en de volgende feestdagen: tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag;

    • b.

      van 12.00 tot 18.00 uur;

    • c.

      voor de verkoop van de door de stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) erkende lokale en regionale Groene Hart streekproducten.

  • 3.

    Het college kan de in het tweede lid sub c genoemde producten nader specificeren.

  • 4.

    Het college kan beperkingen stellen en voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 7. Overdracht van de ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 8. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien: a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 9. Intrekking voorgaande regelingen

De Verordening winkeltijden Zoeterwoude d.d. 20 december 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Zoeterwoude 2012

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2012.

de griffier,

G.J. Schouten- Buijs

de voorzitter,

E.G.E.M. Bloemen

Toelichting

De WinkeltijdenwetOp 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Op 1 januari 2011 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet in werking getreden. De wet stelt regels voor de openingstijden van winkels.

 

De uitgangspunten Winkeltijdenwet komen neer op het volgende.

 

a. Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan.

 

Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen.

 

Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn. d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen.

 

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

 

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende categorieën.

 

1. Bevoegdheden op werkdagen.

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden.

 

2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1.

Begripsbepalingen Dit artikel bevat de definities van de verordening waarbij zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de Winkeltijdenwet. Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

 

Artikel 2.

Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen) Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar.

 

Artikel 3.

Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 4 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. Onder bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard kunnen feestelijkheden worden verstaan. In een uitspraak van 28 oktober 2008, LJN: BG2147 (Amsterdam Noord), heeft het CBB het begrip “feestelijkheden” ingevuld. Het ging in deze zaak onder meer om de vraag of allerlei buitenlandse en nogal buitenissige feestdagen zoals de Chinese dag van het kind, de Amerikaanse "doe vriendelijk dag" en dergelijke konden worden aangemerkt als "feestelijkheden" zoals bedoeld in de Winkeltijdenverordening van het desbetreffende stadsdeel. Uit de uitspraak blijkt "….dat het moet gaan om feestelijkheden die bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn. Bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" moet er een verband kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht."

 

Artikel 4.

Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop (art 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag plaatsvinden. Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid gebieden of vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde. Vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad) . In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

 

Artikel 5.

Toerisme De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Door het wetsvoorstel 31728 is dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,:

b. de zondagsrust in de gemeente, en c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Het toeristisch gebied is het Land van Wijk en Wouden / Groene Hart. Dit gebied ligt buiten de bebouwde kom. Openstelling van een winkel heeft geen effect op de openbare orde, zondagsrust en de leefbaarheid van de gemeente. Een agrarisch bedrijf mag een beperkt productaanbod aanbieden zodat de invloed op andere winkeliers vrijwel nihil is. In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme. De raad heeft bij dat alles een zekere beoordelingsvrijheid. (TK 2009-2009, 31728, nr. 3, pag. 4-5 en pag.11). Over de uitleg van het begrip “toerisme” overwoog de voorzieningenrechter CBB op 11 maart 2009 (stadsdeel Amsterdam-Noord, LJN: BH5474): “…….dat de woorden "toerisme" en "aantrekkingskracht voor dat toerisme" strikt dienen te worden geïnterpreteerd, aangezien bij een andere benadering het verbod tot zondagsopenstelling zoals vervat in artikel 2, eerste lid, van de Wet, feitelijk illusoir zou worden gemaakt. Dat betekent dat wanneer natuur- of stedeschoon, toeristische recreatiecentra en toeristische evenementen zich niet in betekenende mate onderscheiden van datgene wat ter zake bij vele andere gemeenten voorhanden is, deze omstandigheden op zichzelf noch tezamen de toeristische aantrekkingskracht kunnen vormen waarop artikel 3, derdelid, aanhef en onder a, van de Wet (….) het oog heeft, zulks omdat bij een andere interpretatie het uitzonderingskarakter van de desbetreffende bepaling teloor zou gaan. Het zal, zoals van regeringswege bij de behandeling van de Winkelsluitingswet 1976 en de Wet ook is aangegeven, moeten gaan om toeristische trekpleisters die, los van de gelegenheid tot winkelen, zelf in een in aanmerking te nemen mate ("publieksstroom"; memorie van toelichting bij de wijziging van de Winkelsluitingswet 1976, p.8) toeristen naar de desbetreffende gemeente of de(e)l(en) van de gemeente trekken. “

 

Artikel 7.

Overdracht van de ontheffing De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

 

Artikel 10.

Inwerkingtreding De verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.