Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VAN ARNHEM 1994 |
Citeertitel | Verordening Woninggebonden Subsidies van Arnhem 1994 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Woninggebonden subsidies |
Deze regeling vervangt de Verordening woninggebonden subsidies van Arnhem 1992.
De datum van bekendmaking is onbekend.
De inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-1994 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 10-01-1994 Arnhemse Koerier | B&W 21 december 1993. |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Paragraaf 1. Begripsbepalingen
Budget: bedrag aan geldelijke steun dat jaarlijks door de minister aan de gemeente beschikbaar wordt gesteld, alsmede het bedrag dat resteert van in vorige jaren toegekende budgetten, alsmede daaraan op grond van het Besluit of op grond van een besluit van de gemeenteraad toegevoegde vrijvallende middelen ten behoeve van :
Paragraaf 2. Grondslag en werkingssfeerArtikel 5
Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders geldelijke steun verlenen voor:a. het bouwen van sociale-huurwoningen;b. het bouwen van sociale-koopwoningen;
HOOFDSTUK 2. VERLENEN EN VASTSTELLEN VAN GELDELIJKE STEUN
Paragraaf 1. De aanvraag om geldelijke steunArtikel 17
Een aanvraag voor geldelijke steun wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.Artikel 181. Een aanvraag als bedoeld in artikel 17 gaat in elk geval vergezeld van de volgende gegevens:
Paragraaf 2. De verlening van geldelijke steun
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 17.
Indien de aanvraag om verlening van geldelijke steun naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan artikel 17 en artikel 18, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.
De noodzaak van een bouwplan bedoeld in artikel 25, onder a, wordt in elk geval geacht te zijn aangetoond, indien dit plan opgenomen is in het verdeelbesluit als bedoeld in artikel 10.
Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de geldelijke steun verklaart de begunstigde met gebruikmaking van een daartoe door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld en volledig ingevuld en ondertekend formulier dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
Paragraaf 4. De vaststelling van geldelijke steun
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding bedoeld in artikel 29, eerste lid.
Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding bedoeld in artikel 29, eerste lid, beslissen burgemeester en wethouders op het verzoek tot vaststelling en uitbetaling van de geldelijke steun.
Paragraaf 5. De intrekking van geldelijke steun
Indien geldelijke steun is verleend en gebleken is dat de gegevens op grond waarvan de geldelijke steun werd verleend onjuist waren en waarvan de begunstigde wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders hun besluit tot verlening van geldelijke steun intrekken en kunnen zij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.
HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN PER SUBSIDIECATEGORIEËN
Paragraaf 1. Sociale-huurwoningen
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget genoemd in artikel 9, tweede lid, onder a.1, geldelijke steun verlenen voor het bouwen van sociale-huurwoningen aan een toegelaten instelling.
Een aanvraag om geldelijke steun gaat in aanvulling op de gegevens van artikel 18 vergezeld van:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts geldelijke steun, indien de voorgestelde aanvangshuurprijs niet hoger is dan de bij of krachtens het Besluit bepaalde maximum huurprijs.
Indien de toepassing van het bepaalde in het eerste lid betrekking heeft op het bouwen van een aantal administratief in een complex samengevoegde sociale huurwoningen geldt het van toepassing zijnde bedrag, genoemd in het eerste lid, als de gemiddelde koopsom van de bouwrijpe grond van de in dat complex opgenomen woningen.
Een gereedmelding bedoeld in artikel 29, eerste lid, gaat in aanvulling op de verklaring bedoeld in artikel 30 vergezeld van een opgave van de gereedkomingsdatum van het bouwplan.
De geldelijke steun wordt uitbetaald in jaarbedragen, voor de eerste maal een jaar na gereedkomingsdatum en telkens een jaar nadien.
Burgemeester en wethouders beëindigen de uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale huurwoning en stellen de geldelijke steun opnieuw vast op het op dat moment ontvangen bedrag, indien de eigendom van een sociale huurwoning, waarvoor geldelijke steun wordt verleend, overgaat op een ander dan de gemeente of een toegelaten instelling.
Paragraaf 2. Sociale-koopwoningen
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget genoemd in artikel 9, tweede lid, onder a.2, geldelijke steun verlenen ten behoeve van een natuurlijke persoon die de woning als eigenaar zal bewonen.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder kosten van het verkrijgen in eigendom verstaan:
in gevallen waarin een woning wordt gebouwd op grond waarop een recht van opstal rust of waarop een recht van erfpacht is gevestigd dan wel de grond en de woning afzonderlijk in eigendom worden verkregen of de grond reeds geruime tijd eigendom is van de eigenaar, wordt als koopsom van de bouwrijpe grond aangehouden een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag;
Een aanvraag om geldelijke steun gaat in aanvulling op de gegevens van artikel 18 vergezeld van een verklaring van de initiatiefnemer dat het aangaan van de koopovereenkomst of de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van het tegen een meerprijs afnemen van voorzieningen, leveringen of diensten.
4 Burgemeester en wethouders beschouwen tevens als begunstigde de gewezen partner van de eerste eigenaar, indien de verwerving heeft plaatsgevonden in het kader van scheiding en toedeling van de boedel.
Het bepaalde in artikel 47, tweede lid, onder c, is niet van toepassing, indien de aanvraag betrekking heeft op een woning die geheel of in belangrijke mate wordt gebouwd door degene die de woning als eigenaar zal bewonen.
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 29, eerste lid, gaat naast de in artikel 33 bedoelde verklaring vergezeld van de volgende gegevens:
een door de inspecteur der directe belastingen te verstrekken formulier, waarop is aangegeven het definitief vastgestelde of nog vast te stellen inkomen, dan wel het bruto loon van de personen bedoeld in bijlage VI van het Besluit; op dit formulier wordt tevens aangegeven of bedoelde personen wel of niet vermogensbelasting verschuldigd zijn;
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 29, eerste lid, gaat naast het in artikel 49 gestelde vergezeld van:
Burgemeester en wethouders stemmen slechts in met de aanvraag bedoeld in artikel 29, tweede lid, mits
a.de woning ten behoeve waarvan geldelijke steun is verleend wordt bewoond door de eigenaar;b. de eigenaar of diens erfgenaam over het jaar dat voorafgaat aan het tijdstip waarop hij de woning betrekt geen vermogensbelasting in de zin van de Wet op de vermogensbelasting 1964 (Stb. 520) verschuldigd is, dan wel geen gemeenschappelijke huishouding voert met een persoon die krachtens die wet vermogensbelasting verschuldigd is.
De som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit op grond waarvan de geldelijke steun wordt berekend, wordt bepaald aan de hand van de in artikel 53 genoemde gegevens, over het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de geldelijke steun is verleend.
De geldelijke steun wordt uitbetaald in jaarbedragen, telkens binnen acht weken na ontvangst van het volledig ingevulde en ondertekende formulier. Artikel 54Indien de geldelijke steun wordt uitbetaald als bijdrage-ineens geldt als voorwaarde dat de woning gedurende ten minste één jaar is bewoond door de eigenaar of in geval van overlijden van de eigenaar diens in de woning woonachtige erfgenaam of in geval van vertrek van de eigenaar uit de woning diens in de woning woonachtige gewezen partner.
Burgemeester en wethouders beëindigen de uitbetaling van geldelijke steun voor een sociale koopwoning en stellen de geldelijke steun opnieuw vast op het tot op dat moment ontvangen bedrag, indien zij constateren dat:
de eigenaar bedoeld in artikel 47, eerste lid, dan wel de op het tijdstip van diens overlijden in de woning woonachtige erfgenaam, dan wel de op het moment van diens vertrek uit de woning diens in de woning woonachtige gewezen partner de woning niet langer bewoont, of b. eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden.
Burgemeester en wethouders stellen de geldelijke steun opnieuw vast overeenkomstig het in het Besluit bepaalde, indien zij constateren dat de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit zodanig is gestegen ten opzichte van de som van de inkomens op grond waarvan de geldelijke steun werd vastgesteld, respectievelijk op grond waarvan een herziene vaststelling als bedoeld in dit artikel heeft plaatsgevonden, dat daarbij volgens het Besluit een ander bedrag aan geldelijke steun moet worden vastgesteld.
Ten behoeve van een vaststelling als bedoeld in artikel 56 dient de eigenaar, binnen acht weken nadat het vijfde jaarbedrag is uitbetaald, onderscheidenlijk telkens vijf jaar nadien een door de inspecteur der directe belastingen verstrekte opgave van inkomens over te leggen van die personen waarvan het inkomen ingevolge het Besluit deel uitmaakt van de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit over de in het Besluit bepaalde periode.
Burgemeester en wethouders besluiten omtrent een vaststelling als bedoeld in artikel 56 binnen 24 weken nadat de in artikel 57 bedoelde gegevens zijn verstrekt.
Op een daartoe strekkende aanvraag stellen burgemeester en wethouders de geldelijke steun eenmalig opnieuw vast overeenkomstig het in het Besluit bepaalde, indien uit deze aanvraag blijkt dat in het kalenderjaar waarin de eigenaar de woning heeft betrokken of in een van de vier daaropvolgende kalenderjaren een van de personen van wie het inkomen medebepalend is geweest voor de som van de inkomens bedoeld in bijlage VI van het Besluit en met wie de eigenaar in bedoeld kalenderjaar een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd, geen inkomen heeft genoten, doch in het jaar voorafgaande aan dat jaar wel een inkomen heeft genoten.
Paragraaf 3. Ingrijpende voorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget genoemd in artikel 9, tweede lid, onder a.3, geldelijke steun verlenen voor:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts geldelijke steun voor het treffen van ingrijpende voorzieningen indien:
Burgemeester en wethouders verlenen in aanvulling op artikel 27 slechts geldelijke steun voor het treffen van ingrijpende voorzieningen onder de voorwaarde dat:
Een gereedmelding als bedoeld in artikel 29, eerste lid, gaat naast de in artikel 30 bedoelde verklaring vergezeld van een opgave van de gereedkomingsdatum van het bouwplan.
Burgemeester en wethouders beëindigen de uitbetaling van de geldelijke steun en stellen deze opnieuw vast op het op dat moment ontvangen bedrag, indien de eigendom van de woningen waaraan met geldelijke steun ingrijpende voorzieningen zijn getroffen overgaat en de nieuwe eigenaar de woningen niet verhuurt.
Paragraaf 4. Huurwoningen van beleggers
Artikel 45, onder a, b en d, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat ingeval de woning tot stand wordt gebracht krachtens meerdere, onderscheidene overeenkomsten van koop, aanneming en andere, daarmede samenhangende overeenkomsten, als kosten van het verkrijgen in eigendom wordt aangehouden het door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag.
Burgemeester en wethouders verlenen in aanvulling op de voorwaarden van artikel 27 slechts geldelijke steun onder de voorwaarde dat
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget genoemd in artikel 9, tweede lid, onder b.2, geldelijke steun verlenen ten behoeve van een natuurlijke persoon die de woning als eigenaar zal bewonen of een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de woning zal verhuren.
Indien een woning bewoond zal worden door de eigenaar, gaat een aanvraag om geldelijke steun, in aanvulling op de gegevens van artikel 18, vergezeld van een verklaring van de initiatiefnemer dat het aangaan van de koopovereenkomst of de koop- en aanneemovereenkomst niet afhankelijk wordt gesteld van het tegen een meerprijs afnemen van voorzieningen, leveringen of diensten.
Artikel 45 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat, indien de woning een huurwoning is die tot stand wordt gebracht krachtens meerdere, onderscheidene overeenkomsten van koop, aanneming en andere, daarmede samenhangende overeenkomsten, als kosten van het verkrijgen in eigendom wordt aangehouden het door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag.
Paragraaf 6. Toeslagen ten behoeve van plaatselijk verschillende omstandigheden
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget genoemd in artikel 9, tweede lid, onder c, een toeslag verlenen aan de initiatiefnemer ten behoeve van de bouw van woningen en het treffen van ingrijpende voorzieningen.
Een aanvraag om een toeslag als bedoeld in artikel 78 vindt plaats op hetzelfde formulier als waarmee geldelijke steun wordt aangevraagd ingevolge de paragrafen 1 tot en met 5.
Burgemeester en wethouders verlenen een toeslag en stellen deze vast:
in aanvulling op een besluit tot het verlenen c.q. vaststellen van geldelijke steun als bedoeld in de paragrafen 1 tot en met 5.
Burgemeester en wethouders houden bij het verlenen en vaststellen van een toeslag en de bepaling van de hoogte daarvan rekening met de projectgrootte, de lokatie en andere specifieke kenmerken van het bouwplan.
Een toeslag wordt uitbetaald als bijdrage-ineens binnen acht weken na de datum van het besluit bedoeld in artikel 32.
Paragraaf 7. Huurverlagingstoeslagen
Burgemeester en wethouders kunnen ten laste van het deelbudget als genoemd in artikel 9, tweede lid, onder d, aan een toegelaten instelling die een sociale huurwoning beheert die is gebouwd ter vervanging van een andere woning of waaraan ingrijpende voorzieningen zijn getroffen een toeslag verlenen ten behoeve van het verlagen van de huurprijs.
Een aanvraag om een toeslag ten behoeve van huurverlaging vindt plaats op hetzelfde formulier waarmee geldelijke steun wordt aangevraagd ingevolge paragraaf 1 of paragraaf 3.
Burgemeester en wethouders verlenen een toeslag en stellen deze vast in aanvulling op een besluit tot het verlenen c.q. vaststellen van geldelijke steun als bedoeld in de paragrafen 1 of 3.
HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Op aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en waarop een bijdrage is verleend, blijven de bepalingen van de verordening op grond waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Woninggebonden Subsidies van Arnhem 1994.
Deze verordening treedt in werking met ingang nadat zij op de daarvoor voorgeschreven wijze is bekend gemaakt. De verordening woninggebonden subsidies van Arnhem 1992 (nr. 92.509.477/92.013.660) wordt bij de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 10 januari 1994, nr.93.018712.