Richtlijnen representatie

Voor het doen van uitgaven voor een activiteit in het kader van representatie moet zijn voldaan aan de volgende criteria:

• 1.

  De uitgaven moeten (mede) betrekking hebben op activiteiten in de relatie met derden. Activiteiten die zich binnen de gemeentelijke organisatie afspelen vallen derhalve niet onder representatie.

• 2.

  De activiteit moet een gemeentelijk belang dienen.

• 3.

  De activiteit moet zinvol zijn.

• 4.

  De activiteit moet een aanwijsbaar verband hebben met de taken van de betrokken gemeentelijke functionaris (sen).

• 5.

  De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot het doel en belang van de activiteit.

• 6.

  Zo veel mogelijk moet vooraf toestemming zijn verkregen. Ingeval van een collegelid beslissen burgemeester en wethouders. Ingeval van de gemeentesecretaris beslist de burgemeester. Ingeval van directeuren beslist de gemeentesecretaris en in geval van medewerkers beslist de direct leidinggevende.

• 7.

  Declaraties moeten zijn voorzien van de nodige bewijsstukken.

• 8.

  Op facturen moet worden vermeld ten behoeve van wie en ter gelegenheid waarvan de kosten zijn gemaakt.

Per kwartaal dient aan de burgemeester en de wethouder financiën inzicht te worden gegeven in de vergoede representatiekosten aan directeuren en college-leden.

Deze richtlijnen treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin zij zijn vastgesteld.

Almere, 8 februari 2001

de raad voornoemd,

de secretaris, de voorzitter,