Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Financiële verordening Drechterland 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinanciële verordening Drechterland 2012
CiteertitelFinanciële verordening Drechterland 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

financiën en economie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 212

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-201201-01-201216-11-2018nieuwe regeling

26-03-2012

de Middenstander, 4 april 2012

2012-12

Tekst van de regeling

Intitulé

Financiële verordening Drechterland 2012

De raad van de gemeente Drechterland

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012;

 

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is de uitgangspunten voor het financieel beleid en beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Drechterland vast te stellen,

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Financiële verordening Drechterland 2012

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    afdeling: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;

  • 2.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Drechterland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • 3.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten, betrekking hebbende op delegatie en mandaat;

  • 4.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • 5.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

    • 1.

      wat willen we bereiken (de beoogde maatschappelijke effecten);

    • 2.

      wat gaan we ervoor doen (de te leveren goederen en diensten);

    • 3.

      wat mag het kosten (de baten en lasten).

  • 3.

    De raad stelt per programma relevante prestatie-indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s,  de (verplichte) paragrafen en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    Bij de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4 Kaders

  • 1.

    De kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren worden vastgesteld bij de Perspectievennota.

  • 2.

    De raad stelt uiterlijk in de maand juli van ieder begrotingsjaar de Perspectievennota vast.

Artikel 5 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt de raad geïnformeerd en worden voorstellen gedaan als omschreven in lid 4.

  • 4.

    Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke (meerjarige) verplichtingen inzake:

    • a.

      bedragen gelijk aan en groter dan € 10.000 middels een voorstel aan te bieden aan de raad;

    • b.

      bedragen kleiner dan € 10.000 worden aangeboden bij de tussentijdse rapportages (het 1e comptabiliteitsbesluit, Perspectievennota, Najaarsnota en het 2e comptabiliteitsbesluit), tenzij er sprake is van politieke gevoeligheid, dan middels een raadsvoorstel;

    • c.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    De raad wordt met tussentijdse rapportages geïnformeerd over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste drie maanden (Perspectievennota) en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar (Najaarsnota).

  • 2.

    De Perspectievennota wordt uiterlijk in de maand juli en de Najaarsnota uiterlijk in de maand november van het lopende boekjaar voorgelegd aan de raad.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling en (verplichte) paragrafen van de begroting.

  • 4.

    De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten en de baten als de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten.

  • 5.

    Naast een verantwoording over de realisatie van de begroting over het lopende jaar bevatten de tussentijdse rapportages tevens een meerjarenraming voor drie jaren volgende op het begrotingsjaar. De Perspectievennota geeft aanvullend informatie over:

  • a.

    kaderstellende budgetten voor het volgende begrotingsjaar;

  • b.

    een inventarisatie van (vervangings)investeringen voor het volgende begrotingsjaar ter vaststelling en voor de drie daarop volgende begrotingsjaren ter kennisgeving;

  • c.

    richtinggevende uitspraken voor het volgende begrotingsjaar.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    Het college legt aan de raad verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a.

      wat hebben we bereikt (de gerealiseerde maatschappelijke effecten);

    • b.

      wat is ervoor gedaan (geleverde goederen en diensten);

    • c.

      wat heeft het gekost en opgebracht;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Waardering en afschrijving van vaste activa

  • 1.

    Waardering en afschrijving van vaste activa vindt plaats conform de nota activa, investerings - en afschrijvingbeleid;

  • 2.

    De raad stelt eens in de vier jaar een nota activa, investerings- en afschrijvingsbeleid vast, tenzij er geen wijzigingen zijn.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Drechterland wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en, indien van toepassing, voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening aan de vaste activa worden bepaald door het rentetotaal van de uitstaande langlopende leningen. Met uitzondering van de activa waarvoor een vast percentage is vastgesteld.

Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen, leges en prijzen

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffingrechten, afvalstoffenheffing en leges vast.

  • 2.

    De raad stelt eens in de vier jaar een nota vast met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende goederen en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons.

Artikel 11 Reserves en voorzieningen

  • 1.

    De instelling, vorming en besteding van reserves en voorzieningen vindt plaats conform de nota reserves en voorzieningen.

  • 2.

    De raad stelt eens in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen vast.

Artikel 12 Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college handelt bij de uitvoering van de financieringsfunctie overeenkomstig de richtlijnen, zoals deze zijn opgenomen in het door de raad vastgestelde Treasurystatuut.

  • 2.

    Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 13 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • 1.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in afdelingen afzonderlijk.

  • 2.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.

  • 3.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties.

  • 4.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.

  • 5.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 14 Interne controle

Het college zorgt, ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 15 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regels en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 16 Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor en legt vast:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen.

  • 2.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheerorganen is gewaarborgd.

  • 3.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • 4.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

  • 5.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

  • 2.

    De ”Financiële verordening Drechterland 2006 1e herziening” wordt ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald onder de naam “Financiële verordening Drechterland 2012”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van  26 maart 2012.  

 

De raad voornoemd,

 

de griffier,                                                      de voorzitter,