Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Eerste wijzigingsverordening Leges 2010 |
Citeertitel | Eerste wijzigingsverordening Leges 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
1.16.6.3, 1.16.7, Titel 2, Titel 3.4
Gemeentewet, art. 156, tweede lid aanhef en onderdeel h en art. 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2010 | 01-01-2011 | gewijzigde regeling | 09-09-2010 Stadskrant, 24 september 2010 | RV 10.0058 |
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010. (Legesverordening 2010)
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden niet geheven voor:
woonvergunningen, als bedoeld in hoofdstuk 9 van de tarieventabel, welke worden afgegeven als gevolg van vorderingen tot ontruiming van woonruimte of wel als gevolg van in overleg met burgemeester en wethouders of namens hen met het hoofd van de Sector Wonen tot stand gekomen vrijwillige ontruimingen van woonruimte;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
in afwijking van artikel 12 , eerste, tweede en derde lid treedt artikel 5 van deze verordening in werking na bekendmaking van dat artikel en werkt terug tot 31 maart 2010 en treedt de bij deze verordening horende tarieventabel in afwijking van het 3e lid in werking op 1 oktober 2010, welke datum tevens de ingang voor de heffing is.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
in afwijking van artikel 12 , eerste, tweede en derde lid treedt artikel 5 van deze verordening in werking na bekendmaking van dat artikel en werkt terug tot 31 maart 2010 en treedt de bij deze verordening horende tarieventabel in afwijking van het 3e lid in werking op 1 oktober 2010, welke datum tevens de ingang voor de heffing is.”
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
Titel 2 Bouwgerelateerde leges
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
Titel 2 Bouwgerelateerde leges
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 10 Stadsschoonvergunning
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Toelichting op de verordening op de heffing en invordering van leges 2010.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden van de Legesverordening 2010
in rijksregelgeving die gevolgen hebben voor de leges, kan de besluitvormingsprocedure voor belastingverordeningen (van ambtelijke voorbereiding tot en met raadsbesluit) belemmerend werken. Ook kan het gewenst zijn een redactionele wijziging op korte termijn door te voeren. Om de gewenste flexibiliteit en de te betrachten spoed te bereiken, kan de raad de bevoegdheid tot vaststelling van de legesverordening aan het college overdragen (delegeren). Artikel 156, tweede lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet maakt dit mogelijk. Artikel 9 van de verordening voorziet in een beperkte overdracht van die vaststellingsbevoegdheid aan het college. In verband met dit artikel is artikel 156 van de Gemeentewet in de aanhef van de verordening genoemd. De bevoegdheidsoverdracht zijn om twee redenen beperkt, namelijk:
1 De verordenende bevoegdheid van de raad is in dualistische verhoudingen belangrijk om een evenwicht tussen de raad en het college te waarborgen (Kamerstukken II 2000/01, 27751, nr. 3, pag. 27, Wet dualisering gemeentebestuur).
2 Bedacht moet worden dat de raad bij overdracht van zijn bevoegdheid, zelf die bevoegdheid kwijtraakt, tenzij hij het delegatiebesluit weer intrekt.
Op grond van artikel 9 is het college bevoegd tot wijziging van de legesverordening:
De implementatieperiode van drie maanden is de termijn die gemeenten doorgaans nodig hebben om een belastingverordening te wijzigen (van ambtelijke voorbereiding tot en met raadsbesluit). De implementatieperiode van drie maanden is ook opgenomen in de zogenaamde Code Interbestuurlijke Verhoudingen (een afspraak tussen het kabinet, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over hoe overheden met elkaar willen samenwerken, januari 2005). Voor wijzigingen in rijksregelgeving die meer dan drie maanden voor de inwerkingtreding officieel worden bekendgemaakt, blijft de raad te allen tijde bevoegd. De beperking tot de situaties waarin de centrale overheid de hoogte van de tarieven (mede) beïnvloedt betreft de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel:
Een voorwaarde voor de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid is verder dat de raad nog niet zelf bij het vaststellen van de verordening de wijziging heeft aangebracht of met de wijziging rekening heeft gehouden (‘een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden’).
Artikel 11 Overgangsrecht van de Legesverordening 2010
Artikel 11 bevat het overgangsrecht dat verband houdt met de inwerkingtreding van de jaarlijkse aanpassing van de legestarieven (lid 1) en de Europese Dienstenrichtlijn, die op 28 december 2009 in de regelgeving moet zijn geïmplementeerd (lid 2).
De Europese Dienstenrichtlijn (EDR) heeft tot doel om zoveel mogelijk belemmeringen voor grensoverschrijdende dienstverleners weg te nemen.
Ter bevordering van de vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten streeft de Europese Dienstenrichtlijn naar:
Inwerkingtreding en implementatie
Eind 2006 is de EDR in werking getreden. Deze moet 28 december 2009 geïmplementeerd zijn in de Nederlandse regelgeving. De EDR heeft consequenties voor de legesheffing voor díe vergunningstelsels die onder haar reikwijdte vallen.
Wanneer valt vergunningstelsel onder de EDR?
Een vergunningstelsel valt alleen onder de EDR als het vergunningstelsel specifiek is gericht op dienstverrichters of dienstverleners. Een algemeen vergunningstelsel (bijv. de omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten) valt niet onder de EDR omdat dit zich niet uitsluitend richt op dienstverrichters/dienstverleners, maar ook op particuliere burgers. Ook bevat de EDR een aantal uitgezonderde gebieden. Daardoor valt slechts een beperkt aantal vergunningstelsels onder de werking van de EDR.
Kruissubsidiëring en profijtbeginsel
De mogelijkheden tot kruissubsidiëring binnen de legesverordening worden door de komst van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de EDR beperkt. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Kruissubsidiëring is op grond van artikel 229b Gemeentewet toegestaan. De wetgever ziet in de EDR geen aanleiding artikel 229b te wijzigen. Hij lijkt er bij de introductie van de Wabo (omgevingsvergunning) echter van uit te gaan dat kruissubsidiëring tussen het cluster omgevingsvergunning en andere in de legesverordening opgenomen dienstverleningen niet mogelijk is (Kamerstukken 29515 2005/2006, nr. 140, pag. 26; Kabinetsplan aanpak administratieve lasten). De EDR maakt kruissubsidiëring binnen een cluster van samenhangende vergunningstelsels mogelijk. Dit betreft alleen de diensten aan dienstverrichters waarop de EDR van toepassing is. De Wabo en EDR doorkruisen daarmee de wettelijke regeling van artikel 229b Gemeentewet.
Tarieventabel leges en kruissubsidiëring
Gelet op artikel 229b van de Gemeentewet en de (on)mogelijkheden tot kruissubsidiëring als gevolg van Wabo en Europese Dienstenrichtlijn heeft VNG de tarieventabel leges in drie titels onderverdeeld:
Binnen titel 1 is kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende hoofdstukken. Hetzelfde geldt voor titel 2. Voor titel 3 geldt dat slechts kruissubsidiëring binnen elk hoofdstuk mogelijk is.
Een hoofdstuk in titel 3 betreft een individueel vergunningstelsel dan wel een cluster van samenhangende vergunningstelsels. Elk hoofdstuk van titel 3 dient de gemeente te controleren op kostendekkendheid. Indien uit controle blijkt dat er op het betreffende vergunningstelsel of samenhangende vergunningstelsels winst wordt gemaakt, dienen de tarieven te worden aangepast tot of onder 100% kostendekkendheid.
Andere opzet indeling tarieventabel
In de onderhavige tarieventabel van de legesverordening 2010 is aangesloten bij de indeling zoals de VNG die heeft voorgesteld. Derhalve is de tarieventabel verdeeld in drie titels.
Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. Dit gebeurt door vaststelling van de nieuwe belasting- en rechtenverordeningen of wijzigingen in bestaande verordeningen door de Raad.
De trendverhoging voor 2010 is berekend op 1,25% voor de belastingen en andere heffingen.
Voor 2010 worden de tarieven van leges in beginsel verhoogd met 1,25%; waar dat anders is, staat dat uitdrukkelijk aangegeven. Overigens wordt voor de berekening van de verhoging gewerkt met niet-afgeronde tarieven van voorgaande jaren. Hierdoor kan het voorkomen dat het tarief 2010 (rekenkundig afgerond op centen) iets afwijkt van 1,0125 maal het tarief van 2009.
De in het voorstel opgenomen andere wijzigingen worden hieronder toegelicht. Tussen haakjes staan de verwijzingen naar de tarieven in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2009.
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand (hoofdstuk 3 Legesverordening 2009)
De tarieven in dit hoofdstuk zijn evenals voorgaande jaren afgerond op 5 cent.
Voorgesteld wordt om de huwelijksleges onder 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.5 evenals vorig jaren niet te verhogen. Deze tarieven zijn bewust op een rond bedrag vastgesteld en zullen in de toekomst weer worden aangepast als de trendverhogingen tezamen weer leiden tot een rond bedrag.
Voor sommige tarieven wordt ieder jaar een wettelijk maximum vastgesteld door het Rijk. Voor hoofdstuk 1 betreft het de tarieven onder 1.1.8.1 en 1.1.8.2. Deze tarieven zijn geregeld in het ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’. In de tarieventabel wordt hier verwezen naar het Rijksbesluit. De maximumtarieven voor 1.1.8.1 en 1.1.8.2 zijn vastgesteld op € 11,30 (vorig jaar was dat € 11,10).
Sinds maart 2009 is het wettelijk niet meer mogelijk om een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap. In verband hiermee is de tekst van de bepaling genoemd onder 1.1.3 aangepast.
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten (hoofdstuk 6 Legesverordening 2009)
Het Rijk stelt de maximumtarieven voor reisdocumenten vast. Deze maximumtarieven zijn, naar beneden afgerond op 5 cent, opgenomen.
De eenmalige gratis Nederlandse identiteitskaart voor 14-jarigen wordt met ingang van 1 januari 2010 afgeschaft. In de plaats hiervan komt er een Nederlandse identiteitskaart tegen jeugdtarief voor kinderen tot en met 13 jaar, namelijk € 8,95. Dit is opgenomen in 1.2.1.5.
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen (hoofdstuk 7 Legesverordening 2009)
De afdracht van de vergoeding aan het Rijk voor de afgifte van de rijbewijzen wordt verhoogd met € 1 per rijbewijs. Het tarief voor rijbewijzen wordt daarom verhoogd met € 1 tot € 49,65.
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit GBA (hoofdstuk 4 Legesverordening 2009)
De tarieven in hoofdstuk 4 zijn evenals voorgaande jaren afgerond op 5 cent.
Ook in hoofdstuk 4 is een tarief gekoppeld aan het tarief van € 11,30 in het ´Legesbesluit akten burgerlijke stand´. Het betreft het tarief onder 1.4.2.1.
Hoofdstuk 5 Bestuursstukken (hoofdstuk 2 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn gelijk gebleven.
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie (hoofdstuk 5.10 Legesverordening 2009)
De tarieven onder 1.6.1.2 worden verhoogd tot € 14,80 waardoor de tarieven gelijk getrokken worden aan die van het Kadaster.
De tarieven onder 1.6.3.1 en 1.6.3.2 worden verlaagd tot € 15 resp. € 2,50 om ook deze tarieven gelijk te trekken met de landelijke tarieven.
De tarieven onder 1.6.1, 1.6.6 en 1.6.8 zijn gelijk gebleven.
Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken (hoofdstuk 16.1 Legesverordening 2009)
De tarieven in hoofdstuk 7 zijn gekoppeld aan het tarief van € 11,30 in het ´Legesbesluit akten burgerlijke stand´.
Hoofdstuk 8 Gemeentearchief (hoofdstuk 16.5 Legesverordening 2009)
Hoofdstuk 9 Huisvestingswet (hoofdstuk 11.1.1 tot en met 11.1.5 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Hoofdstuk 10 Leegstandswet (hoofdstuk 11.1.6 en 11.1.7 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn gelijk gebleven.
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen (hoofdstuk 15 Legesverordening 2009)
Het oude tarief 15.1.2 (verlenging van een bestaande standplaats) is verwijderd, omdat de standplaatsen nu voor onbepaalde tijd worden verleend.
Een nieuw tarief is toegevoegd, te weten 1.11.2.3. Door het huidige beleid werd nog wel eens in één aanvraag een vergunning aangevraagd voor meerdere locaties én voor nieuwe locaties tegelijkertijd.
In het kader van Minder en Beter is het reclame maken met commerciële doeleinden (sampelen) vergunningvrij gemaakt. Het tarief is daarom gelijk getrokken met tarief 1.11.1.1.
Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet (hoofdstuk 10 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Hoofdstuk 13 Kansspelen (hoofdstuk 8 Legesverordening 2009)
De tarieven zijn aangepast aan de wettelijke maxima zoals gesteld in het Speelautomatenbesluit 2000. Hierdoor is tarief 1.13.1.1 verhoogd met 5,9%. Daarentegen zijn de tarieven 1.13.1.2 en 1.13.1.3 verminderd met 3,2% resp. 4,4%.
Hoofdstuk 14 Telecommunicatie (hoofdstuk 16.3 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer (hoofdstuk 12 Legesverordening 2009)
De tarieven in hoofdstuk 15 zijn evenals voorgaande jaren afgerond op 5 cent.
Nieuw opgenomen is 1.15.3: het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats. Het aanleggen van een dergelijke parkeerplaats kost namelijk veel tijd.
In 1.15.4 is toegevoegd ‘het wijzigen van een ontheffing’, omdat ook in het wijzigen veel tijd gaat zitten.
De tarieven onder 1.15.4 zijn diverse jaren niet verhoogd, terwijl de werkzaamheden hiervoor zijn toegenomen. De tarieven zijn verhoogd tot € 25 resp. € 30.
De tarieven voor een ventvergunning zijn vervallen, aangezien het venten wordt vrijgegeven in de APV.
Tarieven 1.16.1 tot en met 1.16.3 (hoofdstuk 1 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd en afgerond op € 0,05.
Tarieven 1.16.3.9 en 1.16.3.10
Deze tarieven zijn nieuw opgenomen. Reden hiervoor is dat stukken die worden verstrekt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703) niet gratis hoeven worden verstrekt. Voor het door het rijk verstrekken van fotokopieën van schriftelijke stukken kunnen op grond van artikel 12 van de Wet openbaarheid van bestuur bij of krachtens algemene maatregelen van bestuur tarieven worden vastgesteld. Deze tarieven binden gemeenten echter niet. Gemeenten moeten hiervoor zelf een regeling treffen, bijvoorbeeld in de legesverordening.
Tarief 1.16.4 (hoofdstuk 13 Legesverordening 2009)
De tarieven in onder 1.16.4 zijn gekoppeld aan het tarief van € 11,30 in het ´Legesbesluit akten burgerlijke stand´.
Tarief 1.16.5 (hoofdstuk 14 Legesverordening 2009)
De tarieven onder 1.16.5.1 en 1.16.5.5 zijn gelijk gebleven, de overige tarieven zijn geïndexeerd.
Tarieven 1.16.6.1 en 1.16.6.3 (hoofdstuk 16.2 en 16.3 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Dit tarief is nieuw ingevoegd. Voor een ontheffing op grond van artikel 2.1.5.1 APV was geen tarief opgenomen. De handelingen hieromtrent nemen veel tijd in beslag.
Dit tarief is nieuw ingevoegd. De handelingen voor het wijzigen van een parkeervergunning zijn gelijk aan die van het in behandeling nemen van een aanvraag van een parkeervergunning. Voor deze handeling is een tarief van € 10 opgenomen.
Tarief 1.16.7 (hoofdstuk 16.7 Legesverordening 2009)
Tarief 1.16.8.1 (hoofdstuk 16.8 Legesverordening 2009)
Dit tarief is na berekening van de kosten verlaagd naar € 57.
Tarief 1.16.8.2 (hoofdstuk 16.6.1 Legesverordening 2009)
Dit tarief is gelijk gebleven.
Titel 2 (hoofdstuk 5 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Nieuw ingevoegd zijn de tarieven 2.2.8 en 2.2.9. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 zijn nieuwe procedurevormen geïntroduceerd en oude geschrapt. De zogenaamde vrijstellingen (artikel 15, 17 en 19 WRO bestaan daardoor niet meer. Op basis van het overgangsrecht van de oude WRO naar de nieuwe Wro is echter bepaald dat alle verzoeken om vrijstelling die voor 1 juli 2008 zijn ingediend volgens de oude wet afgehandeld moeten worden. Dat betekent dus ook dat na 1 juli 2008 nog voor deze oude procedures leges geïnd moeten worden. Om deze reden zijn in de legesverordening 2010 ook legesbedragen voor vrijstellingen opgenomen.
Eveneens nieuw is het tarief onder 2.2.7. Het uitwerkingsplan is een planfiguur die zowel in de oude WRO als in de nieuwe Wro voorkomt. Deze planfiguur staat vrijwel gelijk aan het bestemmingsplan. Tot op heden was deze planfiguur niet opgenomen in de legesverordening. Deze omissie wordt rechtgezet.
Hoofdstuk 1 Horeca (hoofdstuk 9.1 tot en met 9.6 Legesverordening 2009)
Het oude tarief 9.2 is vervallen omdat de verwijzingen naar de Drank- en horecawet niet meer gelden.
Na herberekening van de kosten zijn de tarieven onder 3.1.3 en 3.1.7 verlaagd naar € 218 resp. € 280. De overige tarieven zijn niet geïndexeerd.
Nieuw ingevoegd is tarief 3.1.5, aangezien in de praktijk gebleken is dat ontheffingen soms te laat worden aangevraagd. Het bedrag voor de spoedlevering is gelijk getrokken aan de overige spoedtarieven.
Door invoering van 3.1.9 kan een onderscheid worden gemaakt tussen aanvragen voor een nieuw terras en een wijziging van een bestaand terras. Voorheen viel een wijziging onder het hogere tarief voor het aanvragen van een terrasvergunning (tarief 3.1.7). Het afhandelen van een wijziging van een terras kost echter minder tijd dan voor het aanvragen van een vergunning voor een nieuw terras. Door het invoegen van het nieuwe tarief kan de hoogte van de leges gedifferentieerd worden.
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten (hoofdstuk 16.9 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn niet geïndexeerd.
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven (hoofdstuk 9.8 Legesverordening 2009)
Na herberekening van de kosten zijn de tarieven verlaagd naar € 818 resp. € 218.
Hoofdstuk 4 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid (hoofdstuk 5.6 Legesverordening 2009)
Deze tarieven zijn geïndexeerd.
Tarief 3.5.1.1 (hoofdstuk 16.6.1 Legesverordening 2009)
Dit tarief is niet geïndexeerd.