5.1
|
Algemeen
|
|
|
|
De bouwgerelateerde leges worden zoveel mogelijk geheven in overeenstemming met het zogenaamde Model transparantie bouwgerelateerde leges. De gemeente heeft dit model aangepast aan de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Het model heeft alleen betrekking op leges in relatie tot bouwen en slopen, opgenomen in de onderdelen 5.2 tot en met 5.6. Dit betreft leges die de gemeente kan heffen voor aanvragen in het kader van de:
|
|
|
|
a.Woningwet
|
|
|
|
b.Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
|
c.gemeentelijke bouwverordening
|
|
|
|
d.Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening
|
|
|
|
Voor zover in dit hoofdstuk geen begripsomschrijving is opgenomen, geldt voor de gehanteerde begrippen hetgeen daaronder wordt verstaan in deze wettelijke bepalingen. De legesheffing in dit hoofdstuk wordt toegepast op de volgende hoofdcategorieën:
|
|
|
|
1.legesheffing aanvraag bouwvergunning (zie onderdeel 5.2);
|
|
|
|
2.verhogingen/aanvullende leges (zie onderdeel 5.3);.
|
|
|
|
3.legesheffing slopen (zie onderdeel 5.4);
|
|
|
|
4.legesheffing aanlegvergunning (zie onderdeel 5.5);
|
|
|
|
5.legesheffing overig en voor administratieve kosten (zie onderdeel 5.6);
|
|
|
|
6.legesheffing gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid (zie onderdeel 5.7).
|
|
|
|
Binnen deze hoofdcategorieën gelden nader aangeduide subindelingen.
Ook is nog een restcategorie opgenomen (zie onderdeel 5.8).
|
|
|
|
|
|
|
5.2
|
Bouwvergunningen
|
|
|
|
|
|
|
5.2.1
|
Algemeen
|
|
|
|
Op grond van onderdeel 5.2 worden leges geheven, die samenhangen met het in behandeling nemen van aanvragen tot beoordeling van een:
|
|
|
|
-principeverzoek;
|
|
|
|
-lichte bouwvergunning;
|
|
|
|
-reguliere bouwvergunning;
|
|
|
|
-bouwvergunning eerste fase;
|
|
|
|
-bouwvergunning tweede fase;
|
|
|
|
-wijziging bouwvergunning eerste fase.
|
|
|
|
Wanneer de gemeente deze aanvragen in behandeling neemt, toetst zij onder meer op criteria die geformuleerd staan in het bestemmingsplan, de beheersverordening bedoeld in artikel 3.38 Wet ruimtelijke ordening, de bouwverordening en het Bouwbesluit. Ook zijn bij deze leges standaard de kosten inbegrepen die samenhangen met een reguliere toets aan welstandscriteria. Voor extra toetsing aan welstandscriteria geldt de verhoging van leges, genoemd in onderdeel 5.3.2.
|
|
|
|
|
|
|
5.2.2
|
Begripsbepaling bouwkosten
|
|
|
|
Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, op basis van de taxatieboeken (jaarlijks uitgegeven) voor de bepaling van herbouwkosten woningen, bedrijfspanden en agrarische gebouwen (Reed Business bv).
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
|
5.2.3
|
Aanvraag beoordeling principeverzoek
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een principeverzoek met betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd principeverzoek, uitgewerkt bouwplan een vergunning zou kunnen worden verleend
|
€
|
100,-
|
|
|
|
|
5.2.4
|
Aanvraag lichte bouwvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, 1,85% van de bouwkosten met een minimum van
|
€
|
104,-
|
|
|
|
|
5.2.5
|
Aanvraag reguliere bouwvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Woningwet, indien de bouwkosten
|
|
|
5.2.5.1
|
minder bedragen dan € 1.000.000,-, 1,85% van die bouwkosten met een minimum van
|
€
|
158,-
|
5.2.5.2
|
€ 1.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000,-, € 18.500,- vermeerderd met 0,925% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.5.3
|
€ 5.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 10.000.000,-, € 55.500,- vermeerderd met 0,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.5.4
|
€ 10.000.000,- bedragen of meer, € 80.500,- vermeerderd met 0,25% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 9.999.999,- te boven gaan, met een maximum van € 150.000,-.;
|
|
|
|
|
|
|
5.2.6
|
Aanvraag bouwvergunning eerste fase
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een bouwvergunning eerste fase als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten
|
|
|
5.2.6.1
|
minder bedragen dan € 1.000.000,-, 0,60% van die bouwkosten met een minimum van
|
€
|
395,-
|
5.2.6.2
|
€ 1.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000,-, € 6.000,- vermeerderd met 0,30% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.6.3
|
€ 5.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 10.000.000,-, € 18.000,- vermeerderd met 0,15% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.6.4
|
€ 10.000.000,- bedragen of meer, € 25.500,- vermeerderd met 0,075% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 9.999.999,- te boven gaan, met een maximum van € 50.000,-.;
|
|
|
|
|
|
|
5.2.7
|
Aanvraag bouwvergunning tweede fase
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten
|
|
|
5.2.7.1
|
minder bedragen dan € 1.000.000,-, 1,55% van die bouwkosten met een minimum van
|
€
|
316,-
|
5.2.7.2
|
€ 1.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000,-, €15.500,- vermeerderd met 0,775% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.7.3
|
€ 5.000.000,- bedragen of meer, maar minder dan € 10.000.000,-, € 46.500,- vermeerderd met 0,39% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 4.999.999,- te boven gaan;
|
|
|
5.2.7.4
|
€ 10.000.000,- bedragen of meer, € 66.000,- vermeerderd met 0,195% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 9.999.999,- te boven gaan, met een maximum van € 125.000,-;
|
|
|
5.2.8
|
Aanvraag wijziging bouwvergunning eerste fase
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een wijziging van een verleende bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet, een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.2.6 bepaald, en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, waarbij in elk geval is verschuldigd een bedrag van
en waarbij geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.
|
€
|
395,-
|
|
|
|
|
5.3
|
Verhoging/aanvullende leges
|
|
|
|
|
|
|
5.3.1
|
Algemeen
|
|
|
|
Wanneer de gemeente bij de behandeling van de aanvraag bouwvergunning een extra toets moet uitvoeren voordat een besluit over het verlenen van de vergunning kan worden genomen, worden de leges genoemd in onderdeel 5.2 verhoogd, dan wel worden aanvullend leges geheven.
Het gaat om de volgende extra toetsingen:
|
|
|
|
-extra toetsing welstand (zie onderdeel 5.3.2);
|
|
|
|
-beoordeling bodemrapport (zie onderdeel 5.3.3);
|
|
|
|
-projectbesluit/buiten toepassingverklaring (zie onderdeel 5.3.4);
|
|
|
|
-wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan (onderdeel 5.3.5);
|
|
|
|
-vaststelling bestemmingsplan op aanvraag (onderdeel 5.3.6);
|
|
|
|
-ontheffing of toetsing exploitatieplan (onderdeel 5.3.7).
|
|
|
|
|
|
|
5.3.2
|
Welstandstoezicht
|
|
|
|
Indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.4 (voor zover het een monument betreft) , 5.2.5, 5.2.6, 5.2.7 of 5.2.8 moet worden getoetst aan de eisen van welstand waaraan het bouwplan moet voldoen, door de welstandscommissie van het Gelders Genootschap, worden de tarieven van genoemde commissie gehanteerd, zoals die blijken uit de gewaarmerkte bijgevoegde tariefregeling.
|
|
|
|
|
|
|
5.3.3
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer de resultaten van een onderzoeks-rapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening
|
€
|
158,-
|
|
|
|
|
5.3.4
|
Projectbesluit/buiten toepassingverklaring
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met 1,85 % van de bouwkosten met een minimumtarief van € 440,- en een maximum van € 4.400,-.
|
|
|
|
|
|
|
5.3.5
|
Wijziging, ontheffing of afwijking bestemmingsplan
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:
|
|
|
5.3.5.1
|
artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
880,-
|
5.3.5.2
|
artikel 3.6, eerste lid, onder c of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
355,-
|
5.3.5.3
|
artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
355,-
|
5.3.5.4
|
artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
355,-
|
|
|
|
|
5.3.6
|
Vaststelling bestemmingsplan op aanvraag
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
4.365,-
|
|
|
|
|
5.3.7
|
Toetsing of ontheffing in het kader van een exploitatieplan
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:
|
|
|
5.3.7.1
|
toetsing aan een exploitatieplan dient plaats te vinden, verhoogd met
|
€
|
355,-
|
5.3.7.2
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met
|
€
|
197,-
|
5.3.7.3
|
artikel 50a, derde lid, van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met
|
€
|
355,-
|
|
|
|
|
5.3.8
|
Wet geluidhinder
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behnadleing nemen van een aanvraag om een hogere grenswaarde vast te stellen dan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op grond van artikel 83 Wet geluidhinder (HGW-procedure)
|
€
|
1.000,-
|
|
|
|
|
5.4
|
Slopen
|
|
|
|
|
|
|
5.4.1
|
Sloopvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening
|
€
|
316,-
|
|
|
|
|
5.5
|
Aanlegvergunning
|
|
|
|
|
|
|
5.5.1
|
Aanvraag aanlegvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning)
|
€
|
197,-
|
|
|
|
|
5.6
|
Overig/administratief
|
|
|
|
|
|
|
5.6.1
|
Algemeen
|
|
|
|
Op grond van dit onderdeel worden leges geheven voor dienstverlening die doorgaans een relatie heeft met bouwactiviteiten of gerelateerd is aan (extra) administratieve handelingen. Tot slot komt de teruggaaf van een deel van de leges aan de orde.
|
|
|
|
|
|
|
5.6.2
|
Overschrijven vergunningen of ontheffingen
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw-, sloop- of aanlegvergunning of ontheffing
|
€
|
21,-
|
|
|
|
|
5.6.3
|
Bestemmingswijzigingen
|
|
|
5.6.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist
|
€
|
880,-
|
5.6.3.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.22, 3.23 of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist
|
€
|
355,-
|
5.6.3.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een besluit als bedoeld in artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist
|
€
|
440,-
|
5.6.3.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist
|
€
|
4.365,-
|
|
|
|
|
5.6.5
|
Monumentenvergunning
|
|
|
5.6.5.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning tot het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening
|
€
|
49,-
|
5.6.5.2
|
Indien voor de aanvraag als bedoeld in artikel 5.6.5.1 een advies van het Gelders Genootschap dient te worden ingewonnen, wordt het legesbedrag verhoogd met het daartoe door het Gelders Genootschap gehanteerde tarief, zoals die blijkt uit onderdeel B van de bijgevoegde tariefregeling. Dit bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.
|
|
|
|
|
|
|
5.6.6
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag bouwvergunning
|
|
|
|
Wanneer een aanvrager zijn aanvraag bouwvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
5.6.6.1
|
maximaal 75 % van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van één maand na het in behandeling nemen ervan, met dien verstande dat het resterende gedeelte minimaal bedraagt het op grond van onderdeel 5.2 van toepassing zijnde minimumbedrag;
|
|
|
5.6.6.2
|
maximaal 50 % van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag verschuldigde leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan bedoeld in 5.6.8.1 na het in behandeling nemen ervan, met dien verstande dat het resterende gedeelte minimaal bedraagt het op grond van onderdeel 5.2 van toepassing zijnde minimumbedrag.
|
|
|
|
|
|
|
5.6.7
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende bouwvergunning
|
|
|
|
Wanneer de gemeente een verleende bouwvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt maximaal 50 % van de geheven leges, met dien verstande dat het resterende gedeelte minimaal bedraagt het op grond van onderdeel 5.2. van toepassing zijnde minimumbedrag.
|
|
|
|
|
|
|
5.6.8
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een bouwvergunning
|
|
|
|
Wanneer de gemeente een bouwvergunning weigert, wordt een deel van de verschuldigde leges teruggegeven. De teruggaaf bedraagt maximaal 50 % van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 5.2.4 tot en met 5.2.8, met dien verstande dat het resterende gedeelte minimaal bedraagt het op grond van die onderdelen van toepassing zijnde minimumbedrag.
|
|
|
|
|
|
|
5.7
|
Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid
|
|
|
5.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
|
€
|
510,-
|
|
verhoogd met, voor een bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte (volgens NEN 2580)
|
|
|
|
tot en met 100 m2, per m2
|
€
|
1,44
|
|
van 101 tot en met 500 m2 € 37,63 vermeerderd met per m2
|
€
|
1,26
|
|
van 501 tot en met 2.000 m2 € 338,82 vermeerder met per m2
|
€
|
0,64
|
|
van 2.001 tot en met 5.000 m2 € 1054,12,48 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,28
|
|
van 5.001 tot en met 50.000 m2 € 2.258,87 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,02
|
|
van meer dan 50.000 m2 € 2.710,65 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,01
|
5.7.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een gebruiksvergunning voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.6 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken
|
€
|
242,-
|
|
verhoogd met, voor een bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte (volgens NEN 2580)
|
|
|
|
tot en met 100 m2, per m2
|
€
|
0,72
|
|
van 101 tot en met 500 m2 € 18,80 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,63
|
|
van 501 tot en met 2.000 m2 € 169,41 vermeerder met per m2
|
€
|
0,32
|
|
van 2.001 tot en met 5.000 m2 € 527,06 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,14
|
|
van 5.001 tot en met 50.000 m2 € 1129,43 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,01
|
|
Van meer dan 50.000 m2 € 1.505,90 vermeerderd met per m2
|
€
|
0,01
|
5.7.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ingevolge de voorwaarde in de gebruiksvergunning van degene op wiens naam de vergunning is gesteld, of op aanvraag van de rechtkrijgende, om overschrijving op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld, voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het gebruik van het bouwwerk waarvoor de vergunning is verleend
|
€
|
201,-
|
5.7.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening, voor het in gebruik hebben of houden van een inrichting gedurende een termijn van minder dan 30 dagen met een bruto vloeroppervlakte (volgens NEN 2580)
|
|
|
|
tot en met 150 m2
|
€
|
58,-
|
|
van 151 m2 tot en met 300 m2
|
€
|
115,-
|
|
van 301 m2 tot en met 500 m2
|
€
|
159,-
|
|
van meer dan 500 m2
|
€
|
256,-
|
5.7.5
|
Indien een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in 5.10.1, 5.10.2 of 5.10.4 wordt geweigerd, dan wel de aanvraag door de aanvrager wordt ingetrokken, worden de volgens dat onderdeel berekende leges met 50 % verminderd.
|
|
|