Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften. |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Almere. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 3 van artikel 5 worden de voorzitter en de leden van de commissie die voor de zittingsperiode 1998 – 2002 zijn herbenoemd, geacht voor de eerste maal te zijn benoemd.
Reglement werkwijze van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-08-1998 | wijzing art. 5 | 04-06-1998 't Groene Weekblad, 08-08-1998 | Nr. 84 | ||
24-08-1997 | wijziging art. 1, aanhef en onder c en toevoeging onderdeel e, wijziging art. 3, toevoeging art. 3A, wijziging art. 10, vervallen art. 11, wijziging art. 14, lid 5, art. 16, lid 4 | 26-06-1997 't Groene Weekblad, 23-08-1997 | Nr. 88 | ||
20-03-1994 | 24-10-2010 | nieuwe regeling | 23-02-1994 't Groene Weekblad, 1994-03-19 | Nr. 17 |
HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften
De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 3 worden de voorzitter en de leden van de commissie die voor de zittingsperiode 1998 – 2002 zijn herbenoemd, geacht voor de eerste maal te zijn benoemd.
Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.