Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Treasurystatuut 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2005
CiteertitelTreasurystatuut 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212. lid 2 aanhef en onder c

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels treasurystatuut

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-05-2006art. 2

11-05-2006

Almere Vandaag, 2006-05-19

RV-36
14-10-200505-02-2011nieuwe regeling

15-09-2005

Almere Vandaag , 2005-10-14

RV-89

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2005

De raad van de gemeente Almere,

 

Gelet op artikel 212, tweede lid, aanhef en onder c van de Gemeentewet,

 

BESLUIT:

 

vast te stellen het navolgende treasurystatuut welk statuut in nauwe samenhang met de Wet financiering decentrale overheden dient te worden gelezen:

 

Artikel 1 Doel treasury

  • Het college heeft in het kader van de treasuryfunctie tot taak:

    • 1.

      Het bewaken en optimaliseren van de financieel-economische positie van de gemeente;

    • 2.

      Het beschermen van het vermogen en het renteresultaat tegen ongewenste financiële risico’s;

    • 3.

      Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

    • 4.

      Het optimaliseren van de financiële logistiek, zowel binnen de gemeente als ten aanzien van externe partijen;

    • 5.

      Het voeren van effectief vermogensbeheer;

    • 6.

      Het tijdig beschikbaar hebben van financieringsmiddelen tegen zo gunstig mogelijke prijzen, rekening houdend met de randvoorwaarden (kasgeldlimiet) en de aard van de financieringsbehoefte (kort versus lang);

    • 7.

      Minimaliseren van de rentekosten van de financieringsportefeuille en overige interne en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • 8.

      Optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten;

    • 10.

      Het in kaart brengen en beheersen van potentiële risico’s met betrekking tot verzekeringen.

Artikel 2 Kader leningen, uitzettingen en garanties

  • 1.

    Het college gaat leningen aan of zetten middelen uit of verlenen garanties uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Het college kan derivaten hanteren of, in afwijking van het eerste lid, middelen uitzetten anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.

  • 3.

    Het college kan slechts derivaten hanteren dan nadat de gemeenteraad is gehoord.

  • 4.

    Het college kan geldleningen slechts aangaan en verstrekken, danwel de nakoming vanuit geldleningen voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de betaling van rente en aflossing slechts garanderen, indien de geldleningen voldoen aan de daarvoor bij en krachtens de Wet financiering decentrale overheden te stellen regels waaronder de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Artikel 3 Voorwaarden aangaan van kortlopende geldleningen

Het college dient bij het aangaan van kortlopende geldleningen, zijnde geldleningen met een looptijd van korter dan 1 jaar, ter voorziening in de behoefte aan liquide middelen de volgende voorwaarden in acht te nemen:

De geldlening mag alleen plaatsvinden in de vorm van:

  • -

    een kasgeldlening

  • -

    Commercial Paper contracten dan wel

  • -

    rekening courant overeenkomsten.

Artikel 4: Voorwaarden uitlenen van gelden

  • Het college dient bij het uitlenen van gelden de volgende voorwaarden in acht te nemen:

    • 1.

      het uitlenen van gelden is slechts toegestaan indien de kasmiddelen dit toelaten.

    • 2.

      de uitlening van gelden kan uitsluitend plaatsvinden aan één van de volgende instellingen:

    • -

      publiekrechtelijke lichamen;

    • -

      instellingen zonder credit rating waarvan de verplichtingen volledig worden gegarandeerd door een publiekrechtelijk lichaam;

    • -

      instellingen met een credit rating of instellingen zonder credit rating waarvan de verplichtingen volledig worden gegarandeerd door een financiële instelling met een creditrating en wel als volgt:

      • -

        Voor uitleningen langer dan tien jaar dient de instelling een rating te hebben van Moody´s tripple A (Aaa) en / of Standard & Poors tripple A (AAA);

      • -

        Voor uitleningen tussen één en tien jaar dient de instelling minimaal een rating te hebben van Moody´s double A (Aa) en / of Standard & Poors double A (AA);

      • -

        Voor uitleningen voor een periode korter of gelijk aan een jaar dient de instelling minimaal een rating te hebben van Moody´s P-2 en / of Standard & Poors A-2;

    • 3.

      het beleggen van gelden in beleggingsproducten dient ten alle tijden risicomijdend te zijn.

     

    Bij het uitlenen van gelden anders dan aan genoemde instellingen (bijvoorbeeld in de vorm van een subsidie) zijn voormelde voorwaarden niet van toepassing. Wel dient in een dergelijk geval de gemeenteraad te worden gehoord alvorens het college over het uitlenen van gelden een definitief besluit neemt.

Artikel 5: Aangaan van langlopende geldleningen

Het college dient bij het aangaan van langlopende geldleningen, zijnde geldleningen met een looptijd van één jaar of langer, ter voorziening in de behoefte aan financieringsmiddelen op lange termijn (waaronder het aangaan van geldleningen in de vorm van Medium Term Notes contracten) de volgende voorwaarden in acht te nemen:

  • 1.

    het totaal bedrag aan jaarlijks opgenomen langlopende geldleningen mag niet meer bedragen dan € 150.000.000,--

  • 2.

    het aangaan van de geldlening dient in overeenstemming te zijn met de bij en krachtens de Wet financiering decentrale overheden gegeven voorschriften.

Artikel 6 Informatievoorziening en verantwoordingsvoorziening algemeen

Het college draagt voor de treasuryfunctie zorg voor een goede informatie- en verantwoordingsvoorziening binnen de gemeente.

Artikel 7 Informatieverstrekking raad

  • Het college brengt over elk afgelopen kwartaal schriftelijk verslag uit aan de gemeenteraad over

    • 1.

      de wijze waarop gedurende dat kwartaal gebruik is gemaakt van de bevoegdheid kortlopende leningen aan te gaan, waarbij tevens een overzicht dient te worden gegeven van het totale volume aan opgenomen kortlopende geldleningen;

    • 2.

      de wijze waarop gedurende dat kwartaal gebruik is gemaakt van de bevoegdheid gelden uit te lenen, waarbij tevens een overzicht dient te worden gegeven van het totale volume aan uitgezette middelen en de daarbij behorende tegenpartij;

    • 3.

      de wijze waarop gedurende dat kwartaal gebruik is gemaakt van de bevoegdheid langlopende leningen aan te gaan, waarbij tevens een overzicht dient te worden gegeven van het totale volume aan aangetrokken langlopende geldleningen.

Artikel 8 Treasuryfunctie

Het college draagt zorg voor de inrichting met bijbehorende functiescheiding van de treasuryfunctie binnen de gemeentelijke organisatie.

Artikel 9 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van dit treasurystatuut nadere regels stellen.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Treasurystatuut 2005.

Artikel 11 Intrekking

Het Treasurystatuut Gemeente Almere zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 8 februari 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag waarop deze bekend is gemaakt.

 

Almere, 15 september 2005

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,