Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Gedragscode integriteit Noord-Brabant 2012 |
Citeertitel | Gedragscode integriteit Noord-Brabant 2012 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | integriteit |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2012 | 23-03-2017 | Nieuwe regeling | 11-05-2012 Provinciaal Blad, 2012, 139 | Statenvoorstel 04/12 |
Provinciale Staten van Noord-Brabant;
Gelezen het voorstel van de werkgroep Integriteit d.d. 2 februari 2012, alsmede de Memorie van Antwoord en Nota van wijziging d.d. 25 april 2012;
Gelet op de artikelen 15, derde lid, 40c, tweede lid en 68, tweede lid, van de Provinciewet;
Gezien het advies van de commissie voor Economische Zaken en Bestuur d.d. 9 maart 2012, en hetgeen tijdens de workhop integriteit voor Statenleden van 6 april 2012 is ingebracht;
Overwegende dat de Provinciewet Provinciale Staten verplicht tot het opstellen van een gedragscode voor alle bestuurders van de provincie;
Overwegende dat Provinciale Staten op 6 november 2003 de Gedragscode bestuurders provincie Noord-Brabant 2003 hebben vastgesteld;
Overwegende dat de gedragscode geactualiseerd dient te worden met het oog op de wijziging van de Provinciewet van 4 maart 2010 in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties;
Overwegende dat inmiddels in landelijk verband door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een modelgedragscode voor politiek ambtsdragers is vastgesteld, welke zich wat betreft de provincies richt op de Commissaris der Koningin, alsmede op de leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten;
Overwegende dat het wenselijk is omwille van de transparantie en uniformiteit dit landelijke model over te nemen, aangevuld met regels over de wijze waarop aan deze gedragscode binnen de provincie Noord-Brabant uitvoering wordt gegeven;
Deel I Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers
Leden van GS en PS stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur in zijn algemeenheid en de provincie in het bijzonder centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de provincie, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politiek ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan Provinciale Staten, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:
Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de provincie en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.
Deel II Modelgedragscode politiek ambtsdragers
Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de provincie. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.
4 Geschenken, diensten en uitnodigingen
Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden.
5 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen
Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt het algemeen bestuur van de besluitvorming in het dagelijks bestuur op de hoogte gesteld.
Een politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.
Het ten laste van de provincie meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de provincie daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.
Annex Gedragscode integriteit Noord-Brabant
Indien een concrete integriteitskwestie speelt waarbij sprake is van twijfel over de uitleg of strekking van deze gedragscode of van regelingen voor zover die integriteitsaspecten in zich hebben, maakt de politiek ambtsdrager de aard en achtergrond van zijn twijfel kenbaar aan de griffier voor het geval het een lid van Provinciale Staten betreft, of aan de secretaris voor het geval een gedeputeerde betreft.
In geval van ontvangst van een geschenk of gift als bedoeld in 4.4 van deze gedragscode door een lid van Provinciale Staten, meldt hij dit aan de griffier, die deze zaak kan voorleggen aan de Commissaris der Koningin of aan het presidium. Betreft het een lid van Gedeputeerde Staten, dan meldt hij dit aan de secretaris, die deze zaak kan voorleggen aan de Commissaris der Koningin. Betreft het de Commissaris der Koningin, dan meldt hij dit aan het presidium.
In geval van ontvangst van een uitnodiging als bedoeld in 4.6 door een lid van Provinciale Staten, dan bespreekt hij dit met de griffier, die deze zaak kan voorleggen aan de Commissaris der Koningin of aan het presidium. Betreft het een lid van Gedeputeerde Staten, dan bespreekt hij dit met de secretaris, die deze zaak kan voorleggen aan de Commissaris der Koningin. Betreft het de Commissaris der Koningin, dan bespreekt hij dit in het presidium.
De contactpersoon integriteit heeft een geheimhoudingsplicht en onderneemt geen activiteiten zonder toestemming van de politiek ambtsdrager die zich met een integriteitcasus tot de contactpersoon integriteit heeft gewend. Indien de contactpersoon integriteit echter op de hoogte wordt gebracht van misdrijven waarvoor op grond van artikel 160 en 162 Wetboek van Strafvordering een aangifteplicht bestaat, is hij ingevolge deze artikelen verplicht het misdrijf te melden.
Deze gedragscode is, voor zover betrekking hebbend op leden van Provinciale Staten, van overeenkomstige toepassing op degene die op grond van artikel 5 van het Reglement op de statencommissies Noord-Brabant 2012 is benoemd tot commissielid, maar die niet tevens lid is van Provinciale Staten, het zogenaamde burgerlid.