Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Almere

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRaadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Almere
CiteertitelRaadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Almere
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. Deze regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-200901-10-200901-07-2013nieuwe regeling

08-10-2009

Almere Vandaag, 17-10-2009

RV-49/2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Almere

 

 

RAADSBESLUIT TIJDELIJKE REGELS WET INVESTEREN IN JONGEREN GEMEENTE ALMERE

De raad van de gemeente Almere

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Almere;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, van de Wet investeren in jongeren;overwegende, dat het noodzakelijk is om tot de datum waarop de verordeningen bedoeld in de Wet investeren in jongeren in werking treden, voor een beperkte periode regels te stellen die waarborgen dat de uitvoering van de wet zoveel mogelijk in overeenstemming met de Wet werk en bijstand en de in dat kader vastgestelde verordeningen plaatsvindt;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen het Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren.

 

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet investeren in jongeren;

  • b.

    het college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Almere

PARAGRAAF 2 TOEPASSELIJKHEID VERORDENINGEN WWB

Artikel 2. Werkleeraanbod

 

De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:

  • 1.

    De voorzieningen die op grond van de Re-integratieverordening sociale zaken 2007 aan personen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen worden aangeboden, kunnen door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud van het werkleeraanbod.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:

    • a.

      Onbeloonde additionele arbeid;

    • b.

      premies voor werkaanvaarding of scholing;

    • c.

      vrijlating van inkomsten, en

    • d.

      onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.

Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening

  • 1.

    De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:

    • a.

      Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 2 lid 2, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11,12 en 14 van de Maatregelen- en handhavingverordening sociale zaken van overeenkomstige toepassing.

    Met dien verstande dat:

    • -

      in artikel 7 als inhoud van artikel 2 lid 1 de onderstaande tekst als ingelast en herhaald dient te worden beschouwd: Als belanghebbende naar het oordeel van het college niet voldoet aan het gestelde in de artikelen 41 lid 1, 44 lid 1 en 45 Wet alsmede artikel 30c, tweede of derde lid Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt door het college een maatregel opgelegd.

    • -

      in artikel 9 aanhef voor artikel 9 van de wet gelezen dient te worden: artikel 45 Wet investeren in jongeren

    • -

      in artikel 9 lid 1a voor Centrale organisatie werk en inkomen gelezen dient te worden: UWV Werkbedrijf

    • -

      in artikel 9 lid 3b voor artikel 9 eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eerste lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 13 Wet investeren in jongeren

    • -

      in de artikelen 11 lid 1 en 12 lid 1 voor artikel 17 van de wet gelezen dient te worden: artikel 44 Wet investeren in jongeren

    • -

      in artikel 11 lid 1 voor artikel 54 van de wet gelezen dient te worden: artikel 40 Wet in investeren in jongeren

    • -

      in artikel 14 voor artikel 18, tweede lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 22 onder a Wet in investeren in jongeren juncto 42, eerste lid onder c Wet in investeren in jongeren

    • b.

      Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 2 lid 2, 4, 5, 6, 7, 11 en 12 van de Maatregelen- en handhavingsverordening sociale zaken van overeenkomstige toepassing.

    Met dien verstande dat:

    • -

      in de artikelen 11 lid 1 en 12 lid 1 voor artikel 17 van de wet gelezen dient te worden: artikel 44 Wet investeren in jongeren

    • -

      in artikel 11 lid 1 voor artikel 54 van de wet gelezen dient te worden: artikel 40 Wet investeren in jongeren

    • c.

      Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen 2 lid 2, 4, 5, 6, 7, 9 en 10 van de Maatregelen- en handhavingsverordening sociale zaken van overeenkomstige toepassing.

    Met dien verstande dat:

    • -

      in artikel 9 aanhef voor artikel 9 van de wet gelezen dient te worden: artikel 45 Wet investeren in jongeren

    • -

      in artikel 9 lid 3b voor artikel 9 eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eerste lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 13 Wet investeren in jongeren

    • d.

      Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 2 lid 2, 4, 5, 6, 7, 14 van deMaatregelen- en handhavingsverordening sociale zaken van overeenkomstige toepassing.

    Met dient verstande dat:

    • -

      in artikel 14 voor artikel 18, tweede lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 22 onder a Wet in investeren in jongeren juncto 42, eerste lid onder c Wet in investeren in jongeren

  • 2.

    Daar waar in de Maatregelen- en handhavingsverordening sociale zaken wordt verwezen naar de begrippen bijstand en maatregel dient de onderstaande tekst als ingelast en herhaald te worden beschouwd.

    Maatregel: het verlagen van de inkomensvoorziening als bedoeld in artikel 41 lid 1 Wet werk en bijstand: inkomensvoorziening als bedoeld in artikel 24 Wet.

  • 3.

    De maatregel wordt toegepast op de inkomensvoorziening conform de normen als bedoeld in de artikelen 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34 Wet

     

    De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:

    -Het op grond van artikel 8 Maatregelen- en handhavingverordening sociale zaken vastgestelde handhavingsplan Wet werk en bijstand is van overeenkomstige toepassing.

     

    De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:

    -De in de Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.

    Met dien verstande dat daar waar Dienst Sociale Zaken staat Publiekszaken, sectie Sociale Zaken gelezen dient te worden.

     

    De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:

     

    De in de Toeslagen- en verlagingenverordening sociale zaken gestelde regels zijn van overeenkomstige toepassing.

     

    Met dien verstande dat:

    • -

      artikel 2 lid 2 niet van toepassing is.

    • -

      in artikel 3 leden 1, 2, 3, 4 en 5 voor artikel 25, eerste lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 30 eerste lid Wet investeren in jongeren;

    • -

      in artikel 4 leden 1, 2 en 3 voor artikel 25 eerste lid van de wet gelezen dient te worden: artikel 30 eerste lid Wet investeren in jongeren;

    • -

      in artikel 5 leden 1 en 3 voor artikel 26 van de wet gelezen dient te worden: artikel 31 Wet investeren in jongeren;

    • -

      in artikel 6 aanhef voor artikel 27 van de wet in combinatie met de artikelen 25 en 26 van de wet gelezen dient te worden: artikel 32 Wet investeren in jongeren in combinatie met de artikelen 30 en 31 Wet investeren in jongeren;

       

    • 1.

      In alle gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist het college.

    • 2.

      Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

     

    Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 oktober 2009. De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet. Deze regeling geldt totdat de artikelen 2 tot en met 6 allen zijn komen te vervallen.

     

    Dit besluit wordt aangehaald als: Raadsbesluit tijdelijke regels Wet investeren in jongeren gemeente Almere.

     

    Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 oktober 2009

     

     

    De griffier, De voorzitter,

Toelichting  

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Werkleeraanbod

Artikel 3. Het verlagen van de inkomensvoorziening

·regels ten aanzien van schending van de verplichting om gebruik te maken van voorzieningen.

Artikel 4. Het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 5. Cliëntenparticipatie

Artikel 6. Het verhogen en verlagen van de norm

Het wettelijk kader in de WIJ met betrekking tot het verhogen of verlagen van de norm of de toeslag is niet identiek met dat van de WWB. De leeftijdsverlaging voor 21- en 22-jarigen is uit de WWB geschrapt (art. 29 WWB). Aanpassing van de Toeslagenverordening WWB kan echter pas plaatsvinden met ingang van 1 juli 2010, omdat jongeren die op 30 september 2009 een algemene bijstandsuitkering ontvangen, die nog houden tot uiterlijk 1 juli 2010. Omdat voor het overige het wettelijk kader binnen WWB en WIJ identiek is, is de Toeslagenverordening van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 7. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het is van belang om een bepaling op te nemen die voorziet in de bevoegdheid van het college om eventuele leemtes op te vullen en besluiten te nemen in de geest van de WIJ én dit Raadsbesluit als onverhoopt blijkt dat daar toch niet expliciet in is voorzien. Dit is echter niet een bepaling die de grondslag kan vormen voor het nemen van een belastend besluit. Daarvoor moet een eenduidig en expliciet benoemde concrete grondslag in regelgeving zijn opgenomen.

Artikel 8. Inwerkingtreding en geldingsduur

De inwerkingtreding van dit Raadsbesluit valt uiteraard samen met de inwerkingtreding van de WIJ. Mocht de vaststelling en inwerkingtreding van dit Raadsbesluit niettemin later plaatsvinden, dan kan in terugwerkende kracht worden voorzien. Dat kan echter geen grondslag verschaffen aan het nemen van belastende besluiten met betrekking tot feiten en omstandigheden die plaatsvinden tot de datum waarop het Raadsbesluit in werking treedt.